Onder het hoofd Personeel vinden we het afscheid van de gepensioneerde rijksarchi
varissen drs. E. J- Werkman en dr. M. A. P. Meilink-Roelofsz, waaraan in het ar
chievenblad aandacht werd besteed.5 Uit de rubriek Gebouwen blijkt, dat vrijwel
overal aan uitbreiding en verbetering van de accomodatie gewerkt wordt. Het was
ook in 1970 nog onmogelijk voldoende aandacht te besteden aan het toezicht op de
zorg voor de nog niet overgedragen archieven. Medewerking werd verleend aan
de voorbereiding, opstelling of wijziging van een achttal vernietigingslijsten. Hoe
wel het aan de Vierde Afdeling opgedragen toezicht uitsluitend betrekking heeft
op de zorg voor de rijksarchieven en niet op het beheer, zijn de voordelen van een
goed beheer zo evident, dat de kontakten van de rijksarchiefdienst over beheersaan-
gelegenheden mede door de Vierde Afdeling worden verzorgd. Dit gebeurt dikwijls
in commissoriaal verband, door middel van lezingen e.d. en door het geven van
mondelinge of schriftelijke adviezen over concrete problemen. De inspectie van de
Vierde Afdeling heeft veelal het karakter van een begeleiding van de beheerders
van nog niet overgedragen archieven vooral betreffende het beheer van semi-sta-
tische archieven.
De opsommingen van de dienstverlening aan bezoekers en correspondenten, ten
toonstellingen en edukatieve aktiviteiten, voltooide inventarissen en andere hulp
middelen en van literatuur, waarin gegevens uit de archieven zijn verwerkt, dwin
gen bewondering af voor wat van hoog tot laag in de rijksarchiefdienst gepresteerd
en mogelijk gemaakt wordt. De staten van aanwinsten en overdrachten bevatten
weer veel interessante informatie. De redactie vertoont in geval van aanwinst en
overdracht nu dezelfde formulering, behalve bij enige door Noord-Brabant aan het
Algemeen Rijksarchief en de rijksarchivarissen in Groningen en Gelderland overge
dragen archivalia (blz. 104), die de ontvangers heel wat uitvoeriger hebben om
schreven dan de overdrager (blz. 62, 66 en 77). De Utrechtse aanwinsten van alge
mene rijksarchivaris en rijksarchivaris in Drenthe (blz. 82) werden niet als over
dracht vermeld.
Zoals gewoonlijk besluiten we met enige gegevens over het bezoek aan de rijks
archieven. Het Algemeen Rijksarchief werd bezocht door 2278 personen, die 7679
bezoeken brachten. Het hulpdepot Schaarsbergen telde bovendien 70 bezoekers met
319 bezoeken. Noord-Brabant had met 801 het hoogste aantal bezoekers van de ar
chieven in de provincie, zij brachten 3052 bezoeken- Groningen telde ook nu weer
het grootste aantal bezoeken, 5073, gebracht door 622 personen. Noord-Holland had
746 bezoekers met 4188 bezoeken, Gelderland 744 bezoekers met 3807 bezoeken,
Utrecht 726 bezoekers met 2953 bezoeken, Friesland 722 bezoekers met 4091 be
zoeken, Overijssel 514 bezoekers met 1185 bezoeken, Limburg 469 bezoekers met
3143 bezoeken, Drenthe 391 bezoekers met 818 bezoeken en Zeeland 302 bezoekers
met 1639 bezoeken. Zoals in 1969 boekte Zeeland dus het laagste aantal bezoekers
en Drenthe het laagste aantal bezoeken.
J. H. v. d. HO.
6 Jaargangen 1970, blz. 189-200 en 1971, blz. 13-16.
[214]
Buitenlandse archivistische literatuur
Voorjaar 1972 verschenen van Archivum, Revue internationale des archives publiée
sous les auspices de l'Unesco et du Conseil International des Archives, de delen
XVII en XIX. Zij dragen de jaartallen 1967 en 1969.1 Deel XVII bevat de teksten
der archiefwetgeving in beide Duitslanden, Oostenrijk, België, Bulgarije, Dene
marken, Spanje, Finland, Frankrijk, Engeland, Griekenland, Hongarije, Ierland
en IJsland. De overige Europese landen zijn vertegenwoordigd in deel XIX: Italië,
Liechtenstein, Luxemburg, Monaco, Noorwegen, Nederland, Polen, Portugal, Roe
menië, San Marino, Zweden, Zwitserland, Tsjechoslowakije, Turkije, Sovjet-Unie,
Vaticaan en Joegoslavië. Dit deel bevat tevens een index op de onderwerpen.
In deel XVII zijn als appendices opgenomen verslagen van de in 1970 en 1971
gehouden bijeenkomsten van de door de Conseil International des Archives inge
stelde comité's voor geschiedbronnen, microfilm, restauraties en zegelkunde. Over
de laatste, die te Luxemburg van 9 tot 11 juli 1970 werd gehouden, deed mr. J. H. de
Vey Mestdagh verslag in het Nederlands Archievenblad van 1970 op de blz. 297-
301. Tenslotte wordt ook rapport uitgebracht over de door de Unesco van 15 maart
tot 9 april 1971 te Dakar georganiseerde bijeenkomst van de archivarissen der Frans
sprekende Afrikaanse landen Cameroun, Congo, Dahomey, Mauretanië en Senegal.
Het is de bedoeling, dat nog in 1972 de delen XX en XXI van Archivum zullen
verschijnen, die de archiefwetgevingen zullen bevatten van de buiten-Europese lan
den
J. H. v. d. HO.
De dertiende aflevering van S. A. ArgiefbladS. A. Archives Journal, verschenen in
1971, heeft als thema ontsluiting en toegankelijkheid van archieven. Dertig jaar
wordt evenmin als vijftig jaar zonder meer als de juiste termijn beschouwd, waarna
de archieven openbaar worden. 'Geen enkele oopstellingsperiode kan geskik wees
vir alle kategorieë dokumente nie en die gepaste oplossing is 'n oopstellingsbepa-
ling wat ooreenstem met die aard van elke betrokke argief'.
Publicatiemogelijkheid is voor de ontsluiting van groot belang. Daarin voorziet
sedert 1938 het Argiefjaarboek vir Suid-Afrikaanse Geskiedenis, waarvan prof. H.
B. Thom het ontstaan en de eerste periode van verschijning behandelt.
Op 4 februari 1971 hield de direkteur van Argiewe, dr. J. H. Esterhuyse, te Johan
nesburg een referaat over Praktiese probleme in Moderne Navorsing. Hij wees
daarbij op het grote verschil in inrichting en omvang van het Archief voor en na
1910. Over de periode 1650-1910 is er 50 mijl archief en over de periode 1910-1960
meer dan 300 mijl. Vóór 1910 is er het archief van de Politieke Raad, bestaande uit
1 Eind 1970 verscheen deel XVIII, 1968, dat de verslagen bevat van het Zesde Inter
nationale Archiefcongres in Madrid, 3-7 september 1968. Zie Ned. Archievenblad 1971
blz. 75.
[215]