Aan de orde komt de verkiezing van nieuwe bestuursleden in plaats van dr. F. A.
Brekelmans, die om gezondheidsredenen aftreedt, en van mr. E. D. Eijken en dr.
L. P. L. Pirenne, die periodiek aftreden.
Er zijn geen tegenkandidaten gesteld en de drie kandidaten, drs. 1. W. L. A. C'a-
minada, dr. Th. E. Jensma en W. Visser, worden bij acclamatie gekozen.
Het bestuur heeft als kandidaat voor een nieuwe bestuurszetel ter uitbreiding van
het bestuur gesteld R. Ch. M. Jacobs. Ook in dit geval is er geen tegenkandidaat
gesteld en kollega Jacobs wordt bij acclamatie gekozen.
De vier nieuwe bestuursleden aanvaarden hun verkiezing prompt en worden door
de voorzitter hartelijk gelukgewenst.
Aan de orde komt de verkiezing van een nieuwe voorzitter wegens het aftreden van
drs. R. A. D. Renting, wiens mandaat in 1971 met één jaar was verlengd.
Het bestuur stelt als kandidaat dr. L. P. L. Pirenne.
De voorzitter herinnert eraan, dat het bestuur ditmaal bewust een ervaren bestuurs
lid kandidaat heeft gesteld, omdat de vaak ingewikkelde kwesties, waarmee het
bestuur in steeds groter aantal wordt geconfronteerd, een aanmerkelijke kennis van
de behandelde en lopende zaken van de voorzitter vorderen. Alleen als aan die eis
wordt voldaan is een behoorlijke continuïteit van het bestuursbeleid gewaarborgd.
Dat geldt in het bijzonder op dit moment, nu vier bestuursleden tegelijk aftreden.
Er blijken geen tegenkandidaten gesteld te zijn en dr. Pirenne wordt bij acclamatie
tot voorzitter gekozen.
Drs. Renting feliciteert de nieuwe voorzitter met zijn verkiezing. Hij is ervan over
tuigd, dat diens oratorisch talent in de toekomst de vergaderingen zal verlevendigen.
'Je hebt grote belangstelling voor culturele aangelegenheden, in vele besturen be-
stuurservaring opgedaan, je in de vakproblemen ingeleefd en bewezen er talent voor
te hebben iets gezelligs te organiseren. Daarnaast heb je in vele zaken al getoond een
groot plichtsbesef te hebben. Zonder dat zouden we je ook vast niet los gekregen
hebben voor deze moeilijke functie.' Aldus drs. Renting, die dr. Pirenne veel
sterkte en succes toewenst.
Dr. Pirenne spreekt van zijn kant de aftredende bestuursleden toe4.
Na deze toespraak bedankt drs. Renting de nieuwe voorzitter voor zijn vriendelijke
woorden en tevens de leden van het bestuur voor de prettige en intensieve samen
werking gedurende de afgelopen jaren. In het bijzonder memoreert hij de verdien
sten van de beide toegevoegde bestuursleden mr. J. H. van den Hoek Ostende, re-
dakteur van het Nederlands Archievenblad, en H. W. van Veldhuizen, voorzitter
van de VWAO, die hoewel in naam slechts 'toegevoegd' in de praktijk als vol
waardige bestuursleden hard hebben meegewerkt. Naar mevrouw drs. E. P. de
Booy gaat zijn bijzondere dank uit voor de gastvrijheid, die het bestuur zo dik
wijls in haar gezellige huis onder de bomen in Bilthoven heeft mogen genieten. Ge
zelligheid en ernst gingen daar bij het knappende haardvuur hand in hand.
Mr. Eijken onderstreept de woorden van drs. Renting en herinnert eraan hoe nuttig
4 Hierna blz. 104-109.
[86]
het vervullen van een bestuursfunktie ook voor jongere leden is. Geen betere weg
is er zich in de algemene archiefproblemen in te werken, zodat men zijn eigen,
vaak tot een kleine kring beperkte, funktie in een groter verband leert zien.
Aan de orde komt de benoeming van een nieuwe redacteur in verband met het
periodieke aftreden van mr. J. H. van den Hoek Ostende. Diens mandaat wordt
overeenkomstig het bestuursvoorstel bij acclamatie gecontinueerd.
Aan de orde komt de rondvraag.
Als eerste krijgt Kollega Graafhuis het woord, die de vergadering namens de voor
zitter van de commissie van deskundigen Handleiding selectie en vernietiging Ar
chiefbescheiden, mr. J. H. de Vey Mestdagh, en in overleg met kollega Van Mee-
rendonk van het Algemeen Rijksarchief bericht, dat de werkgroep, die de voor
bereidende werkzaamheden verricht, enkele weken geleden voor de eerste keer
heeft gerapporteerd. 'Zoals u weet bestaat de werkgroep naast de heer Van Mee-
rendonk nog uit de heren Goedbloed en Jensma.
De eerste rapportage gaat vergezeld van een uitspraak van Hilary Jenkinson, die
gezegd heeft, dat er een groot gevaar voor de toekomstige historicus en met name
voor de archiefambtenaar bestaat, dat hij onder de massa archivalia begraven zal
worden. Het lijkt erop, dat het genoemde driemanschap daaraan wil ontkomen en
ons zeer dringend wil waarschuwen voor de gevolgen van een verkeerd se
lectie- en vernietigingsbeleid. Volgens de heren zal men het eerst over de algemene
criteria eens moeten worden om daarna overeenstemming te bereiken over de re
denen, die aan de selectie en later aan de vernietiging van archiefbescheiden ten
grondslag liggen.
Het belang van de overheid, van recht- en bewijszoekenden en van de historicus
moet duidelijk vastliggen, terwijl er zekerheid dient te bestaan over de snelle en
juiste uitvoering van de op te stellen regels. Er zullen nadere lijsten van voor vernie
tiging in aanmerking komende stukken moeten worden opgesteld en er zal een ap
paraat moeten worden opgebouwd om de geleidelijke selectie en vernietiging der
archivalia te effectueren. Van de 25 criteria, die men voornemens is te omschrijven,
zijn er thans zes bekend. Andere gedeelten van de Handleiding in concept zijn al
gereed, doch de werkgroep wil het eerst over de criteria eens zijn. Er is dus al heel
wat werk verzet, waarvoor de leden van de werkgroep uw erkentelijkheid verdienen.
De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat begin april een tweede rapport bij de grote
commissie binnenkomt. Het is de wens van de werkgroep om voor het einde van
het jaar 1972 een volledig concept voor de Handleiding gereed te hebben. De grote
commissie komt voor het eerst in de 2e helft van april bijeen. Wanneer alles mee
zit, is het denkbaar, dat in de loop van volgend jaar de definitieve tekst van de
Handleiding selectie en vernietiging Archiefbescheiden geschreven is. U kunt dus,
dames en heren, de toekomst met vertrouwen tegemoet zien.'
Aldus kollega Graafhuis. Drs. Renting bedankt hem voor zijn mededelingen en
spreekt de hoop uit. dat de werkgroep goede vorderingen zal boeken.
Drs. H. R. van Ommeren stelt het bestuur voor de aflevering van het Archieven
blad, waarin de 'Proeve van een handleiding voor het ordenen en beschrijven van
[87]