Hij benadrukt, dat als de vereniging zelf zo goed mogelijk voor zijn financiën zorgt,
dit zijn onderhandelingspositie met het ministerie versterkt. Dat hij thans nog geen
begroting voor 1972 kan overleggen houdt verband met de omstandigheid, dat
thans nog niet bekend is welke subsidie het Rijk dit jaar aan de vereniging zal
verstrekken.
De vergadering verneemt deze mededelingen met belangstelling en aanvaardt de
voorstellen van de penningmeester zonder diskussie.
Th. J. Poelstra verklaart tevens namens zijn medecommissielid A. J. Busch
dat de kascommissie de rekening van de penningmeester over 1971 heeft gecontro
leerd en in orde bevonden. Hij stelt daarom voor kollega Graafhuis deswegen te
déchargeren.
Dit voorstel wordt bij acclamatie en onder applaus aanvaard.
De voorzitter bedankt de kascommissie en de penningmeester voor hun verrich
tingen en merkt op, dat de vereniging in kollega Graafhuis een doortastend minis
ter van Financiën heeft. Dat de VAN er thans financieel goed voorstaat is vooral
te danken aan zijn overredingskracht.
Drs. Renting stelt voor als leden van een nieuwe kascommissie aan te wijzen dr.
J. A. Schimmel en E. J. Th. A. M. van Emstede. De vergadering stemt daarmee
in en de beide nieuwe commissieleden ook, al kost dit kollega Van Emstede wat
moeite, omdat geld voor hem geen enkele rol speelt. Zo groot is echter de over
redingskracht van de voorzitter, dat hij dit bezwaar van de tweede commissie-
candidaat weet te overwinnen.
Aan de orde komt het voorstel van het bestuur mr. J. D. Ch. de Vries als lid van
de vereniging toe te laten via artikel 5 lid 2 van de statuten. De voorzitter memo
reert, dat mr. De Vries als chef van de onderafdeling Monumentenzorg en Ar
chieven van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk amb
telijk zeer vele bemoeiingen met het archiefwezen heeft. Regelmatig heeft hij in
het verleden het departement in de vergaderingen van de vereniging vertegenwoor
digd en veel belangstelling voor het archiefwezen en zijn problemen benevens voor
het werk van de vereniging getoond. Daarnaast treedt mr. De Vries op als docent
aan de Rijks archiefschool. Het bestuur meent daarom het door hem gedane ver
zoek tot toelating als lid van de vereniging ten volle te mogen ondersteunen al vol
doet hij niet aan het vereiste van artikel 5 lid 1 van de statuten.
Het bestuursvoorstel wordt door de vergadering bij acclamatie aanvaard, waarop
de voorzitter mr. De Vries, die tot nu toe de vergadering als gast heeft bijgewoond,
gelukwenst met zijn admissie en hem welkom heet in de vereniging.
Aan de orde komt een bestuursvoorstel tot wijziging van de statuten der vereni
ging, dat tot doel heeft een aspirant-lidmaatschap van de vereniging in te voeren2.
De voorzitter merkt op, dat de aspirant-leden niet automatisch lid van de Vereni
ging van Wetenschappelijke Archiefambtenaren in Overheidsdienst zullen zijn,
daar het betreffende artikel 4 van de VWAO-statuten spreekt over 'gewone leden',
waartoe de eventuele aspirant-leden niet gerekend kunnen worden.
2 De tekst van het voorstel hierna blz. 88-89.
[82]
Drs. D. van der Vlis heeft bij het bestuur een tegenvoorstel ingediend, dat twee
dagen vóór deze vergadering is ingekomen. Helaas was er daarom geen gelegen
heid meer om de tekst van dit stuk nog vóór de vergadering aan de leden toe te
sturen. In verband daarmee leest de voorzitter het schrijven van drs. Van der Vlis
voor3.
De voorzitter geeft vervolgens het woord aan drs. Van der Vlis. Deze prefereert
het echter de reacties van de vergadering af te wachten, waarop de voorzitter het
standpunt van het bestuur ten opzichte van het voorstel-Van der Vlis uiteen zet.
Beide voorstellen stemmen, aldus de voorzitter, overeen voor wat aangaat de wen
selijkheid van toelating van leerlingen der Rijksarchiefschool als lid van de ver
eniging en evenzeer voor wat betreft de wenselijkheid aan dit lidmaatschap een tij
delijk karakter te geven.
De voorstellen verschillen echter voor wat betreft de aanduiding 'aspirant-Drs.
Van der Vlis ziet in deze aanduiding een discriminatie en wil de leerlingen van de
archiefschool als volle leden toelaten. Het bestuur kan hem daarin niet volgen.
Het geladen woord 'discriminatie' betekent in feite niet meer dan 'verschil'. Dat
er iets 'naars' in het maken van dat verschil zit ziet het bestuur niet. Het wil juist
evenals drs. Van der Vlis enig verschil tussen de gewone leden en de tijdelijk
voorlopig als lid van de vereniging aanvaarde leerlingen van de archiefschool ma
ken en dit verschil anders dan drs. Van der Vlis in de aanduiding 'aspirant
lid' tot uitdrukking brengen.
Drs. Van der Vlis wil de leerlingen-leden aanduiden als 'leden'. Zodoende voert
hij echter twee soorten 'leden' in, n.l. die met en die zonder archiefdiploma.
Het bestuur ziet het als een voordeel van de voorgestelde terminologie, dat de aspi
rant-leden nog geen lid van de VWAO behoeven te worden en dus evenmin van
het ambtenaren Centrum (AC), met de financiële konsekwenties daarvan. Drs.
Van der Vlis ziet in dat niet toelaten tot de VWAO ook weer een discriminatie.
Hij wil de leerlingen-leden juist wel tot de VWAO toegelaten zien, echter tegen een
gereduceerd contributie-tarief. Daarbij moet dan wel opgemerkt worden, dat het
AC geen onderscheid in lidmaatschappen maakt. Alle AC-leden betalen evenveel.
In feite zou daarom een gereduceerde contributie voor leerlingen-leden betekenen,
dat de overige VWAO-leden geheel of gedeeltelijk de contributie van de leerlingen
leden zouden moeten opbrengen. Dat acht het bestuur een onaanvaardbare konse-
kwentie. Bovendien gelooft het bestuur niet, dat de leerlingen van de archief
school werkelijk reeds veel belang bij het lidmaatschap van de VWAO hebben.
Denkbaar ware, dat de VAN zijn dochtervereniging subsidieerde om een goedkoop
lidmaatschap van de leerlingen-leden mogelijk te maken. Aan deze gesubsidieerde
leden dan ook nog het Nederlands Archievenblad toezenden ware dan echter min
der juist. Het blad kost nu jaarlijks al 50,per lid, een bedrag, dat voor minder
dan de helft door de lidmaatschapscontributie wordt gedekt.
Drs. Van der Vlis ziet het nut van het instituut der aspirant-leden naast gewone le
den niet in. Blijkbaar wil het bestuur dit alleen invoeren om een koppeling VAN-
3 De tekst van het tegenvoorstel hierna blz. 89-90.
[83]