Wij ontvingen
Sieyès archief bestaat uit 18 portefeuilles gegroepeerd in twee afdelingen. De eerste
afdeling bestaat voornamelijk uit eigen aantekeningen, concepten en geschriften.
De tweede afdeling bevat stukken betreffende zijn openbare optreden vanaf 1789,
correspondentie, rapporten etc. Uiteraard gaat de beschrijving verder met de om
schrijving van stukken of dossiers binnen iedere portefeuille, terwijl bij de dossiers
een opsomming van de afzonderlijke stukken als regel niet ontbreekt. De inventaris
wordt voorafgegaan door een inleiding en een chronologie van Sieyès leven. Be
sloten wordt met een uitgebreide index op namen van plaatsen en personen. De
uitgave is verder aantrekkelijk gemaakt door een aantal afbeeldingen zowel in
kleur als zwart-wit.
Het is niet mijn bedoeling om met de bespreking van deze inventaris veel te zeggen
over de gevolgde inventarisatie-methode. Zeker een persoonlijk archief moet zo
zeer op zijn eigenaardigheden benaderd worden, dat het zich moeilijk leent voor een
vergelijkende bespreking van de hier te lande en te Frankrijk toegepaste methoden.
Alleen valt de wijze van nummering sterk op, die hier uitgaat van de interne mate
riële eenheden in het archief, b.v. stuk, dossier, deel, maar in Frankrijk van de ex
terne materiële eenheden, de portefeuille, de doos etc. Een systeem dat m.i. meer
na- dan voordelen heeft.
De bespreking van deze inventaris geeft mij echter de gelegenheid wel voor een
andere zaak aandacht te vragen. Het is nl. treffend hoe uit het onderhavige archief
relatief veel stukken, naar uit hun beschrijving blijkt, te maken hebben met onze
geschiedenis. Om te beginnen zijn er dossiers over de vredeshandel met de Bataafse
Republiek. Helaas ontbreken er twes van, zoals de bewerker opmerkt, maar in de
aanwezige dossiers bevinden zich zeer veel stukken die in het archief van het Franse
ministerie van Buitenlandse Zaken ontbreken, bv. aantekeningen over de gevoerde
onderhandelingen, verslagen van de discussies, brieven etc. Maar ook buiten dit be
langrijke jaar kan men in Sieyès archief terecht voor stukken over ons land, b.v. een
reisverslag uit 1787, correspondentie 1798/99 en een memorandum van de Franse
consul te Rotterdam over de situatie in Holland uit dezelfde tijd.
Het archief Sieyès staat hierin niet alleen. Als ik mijn aantekeningen naga, blijkt
dat juist die vele naoorlogse aanwinsten van privé archieven beschikken over stuk
ken van belang voor de Nederlandse geschiedenis. Uiteraard verschillen deze stuk
ken sterk van gehalte; in het ene archief zijn ze meer anecdotisch van karakter, in
een ander slechts van waarde voor een biografie, maar soms zoals hier bij Sieyes
van diepere betekenis. Een paar voorbeelden volgen.
In het archief 138 AP van Pierre Daru (1767-1829) o.a. Directeur de 1 Administra
tion de la grande armée, treft men brieven van Goldberg, de graaf van Rechteren,
baron de Stassart, Van Zuylen van Nijevelt, Van der Heim, de due de Plaisance etc.
In de persoonlijke papieren 255 AP van de diplomaat Edouard Antoine Thouvenel
(1818-1866) bevinden zich brieven van verschillende Nederlandse diplomaten en
van koningin Sophie.
De fondsen 257 en 272 AP bevatten 19de eeuwse reisbeschrijvingen waar Neder
land in voorkomt. En in no. 291 AP de 'papiers d'Aisne', een ambtenaar van het
ancien régime, bevinden zich stukken over diens wedervaren als émigré via Neder-
148]
land naar Engeland.
Tenslotte noem ik nog 207 AP met de resten van de papieren van generaal Piche-
gru. Hierin is bewaard gebleven zijn dagboek (28-6-1794 tot 22-1-1795) als com
mandant van het Noordelijke leger, dat de Republiek deed ineenstorten.
Na dit alles vraagt men zich af of de tijd niet rijp is, dat van regeringswege naar
analogie van de opdrachten verstrekt rond 1900 aan de hoogleraren Blok en Kern
kamp c.s.. wederom opdrachten verleend worden om de sindsdien bekend gewor
den en toegankelijk gemaakte bronnen te verzamelen en ten behoeve van de Ne
derlandse geschiedschrijving te publiceren. De enkele dagen die ik te Parijs ter be
schikking had, wijzen er op dat althans voor Frankrijk een systematisch onderzoek
interessante resultaten zou kunnen opleveren. B. Woelderink
Valtionarkiston YleisluetteloÖversiktskatalog för Riksarkivet III, julkaissut
Valtionarkisto I utgiven av Riksarkivet, Helsinki 1971.
Deel 1 van dit tweetalige (Fins en Zweeds) overzicht van de inhoud van het Finse
Rijksarchief verscheen in 1956 en behandelt de archieven van diverse rekenplichtige
ambtenaren, waarbij het bevolkingsregister, van rechtbanken en militaire autori
teiten. alsmede kaarten en tekeningen. Deel II uit 1966 gaat over de archieven van
het staatssekretariaat, de kanselarij van de gouverneur-generaal, de senaat en de
besturen over de wegen, de telegraaf en de gendarmerie. Het nu verschenen deel
III omvat de archieven van de centrale departementen en de daarmede vergelijk
bare instanties. Hierin zijn gegevens te vinden over land- en bosbouw, stoeterijen,
veeteelt, visserij, handel, industrie, geldwezen, verkeer, scheepvaart, post- en tele
graaf, weg- en waterwerken, spoorwegen, onderwijs en cultuur, justitie, gevangenis
wezen, sociale zaken en gezondheidszorg, pensioenen, financiën, belastingen, bo
demonderzoek, metereologisch instituut, archeologische commissie, spaarbanken,
centraal bureau voor statistiek, rijksarchief en volkscommissariaat 1918. Een index
op de in het overzicht vermelde onderwerpen besluit het werk.
Inventaris van het nieuw archief van de voormalige gemeente Hof van Delft,
1817-1920, door drs. A. de Vries (inventaris 1961), Gemeentearchief Delft
1972.
Bij haar opheffing per 1 januari 1921 werd een gedeelte van het grondgebied van
de gemeente Hof van Delft bij Delft gevoegd en de rest bij Schipluiden. In 1960
ging van dat laatste deel nog weer een stuk over naar Delft. Over het grondgebied
en de bestuursinstellingen van Hof van Delft is in de inleiding heel wat te vinden,
verduidelijkt door een reproductie van het kaartje van 1867 in de Gemeente-atlas.
Behalve van het archief van gemeentebestuur en secretarie zijn ook opgenomen
beschrijvingen van de archieven van het Gasbedrijf, het Waterleidingbedrijf, het
Reinigingsbedrijf, het Levensmiddelenbedrijf. het Algemeen (Burgerlijk) Armbe
stuur, de Commissie tot Wering van Schoolverzuim, de Landbouwcommissie en
het Steuncomité tot Leniging van de Nood door Werkloosheid tengevolge van de
Mobilisatie 1914-1919.
149]