Boekbespreking
i
GDespy en A. Uyttebrouck, Inventaire des archives de l'abbaye de la Ramée
a Jauchelette, Fascicule I, introduction, inventaire, regestes (le partie: 1204
1501), Archives Générales du Royaume, Inventaire analytique des archives
ecclésiastiques du Brabant, le série: cibbayes et chapitres, tome IV,
Bruxelles 1970. 318 p.
R. Petit, Inventaire des archives du prieuré du Val-des- Ecoliers a Houffalize,
Archives cle l'Etat a Arlon, Bruxelles 1971288 p.
In het kader van de plannen tot samenwerking tussen de Vereniging van Archivaris-
ren in Nederland en de Vereniging van Archivarissen en Bibliothecarissen van Bel
gië, o.a. door in beide tijdschriften van deze verenigingen aandacht te besteden aan
archivalische publicaties uit beide landen (zie dit tijdschrift, jaargang 75, 1971, p.
313) worden hier bovengenoemde twee inventarissen, uitgegeven in offset door
het Algemeen Rijksarchief te Brussel, besproken.
Eerstgenoemde inventaris beschrijft het archief van de 13e eeuwse abdij van cis-
terciënzerinnen te Jauchelette in de Haspengouw (België). In de 18e eeuw werden
in deze abdij, die in de Franse tijd ten onder ging, veel archiefstukken vernietigd,
maar toch is er een vrij aanzienlijk archief overgebleven, waarin zich onder andere
meer dan 1200 oorkonden bevinden. Op grond van een inventarisatie uit het begin
van onze eeuw bestaat deze inventaris uit drie delen: I Généralités (een kleine
kroniek, een obituarium en 'privilèges généraux'); 2. Documents relatifs a la vie
ecclésiastique; 3. Administration temporelle. Hieraan werd evenwel een vierde
deel toegevoegd, waarin stukken zijn vermeld, met verwijzing naar de regestenlijst,
die niet tot het e'genlijke archief behoren, maar die wel vanouds in de abdij hebben
berust. Het gaat hier vooral om 80 chirografen uit de jaren 1484-1658, uitgevaar
digd door de meier of schout en de schepenen van het hof van het kapittel van St.
Geertruid te Nijvel in Jauchelette, en wel de exemplaren die bestemd waren om te
berusten in het archief van de schepenbank, herkenbaar aan het woord 'coffre' in
dorso. De 'coffre' van genoemde schepenbank werd sinds de 16e eeuw bewaard in
de abdij, maar de inhoud ervan werd op den duur vermengd met archiefstukken
van de abdij zelf. Overeenkomstig het herkomstbeginsel werden deze 80 chiro
grafen geplaatst in de 'Greffes scabinaux de l'arrondissement de Nivelles'; op
hun vroegere plaats in het archief van de abdij werden verwijzingen aangebracht.
140]
Voorheen berustten zelfs in 38 gevallen beide chirograafexemplaren, dus die be
stemd waren voor de 'coffre' èn die bestemd waren voor de begunstigde (de abdij,
bijv. als koper van een goed), bij elkaar in één omslag!
De tweede inventaris beschrijft het archief van de priorij van reguliere kanunniken
van St. Augustinus te Houffalize, in de streek van de Ourthe in de Belgische pro
vincie Luxemburg. Deze eveneens 13e eeuwse stichting werd in 1784 opgeheven
door Jozef 11, keizer van Oostenrijk. Van deze inventaris is als bizonderheid te
vermelden, dat de 176 charters over de jaren 1242-1782, in het archief aanwezig,
in verband met de bewaring in het le deel chronologisch werden gerangschikt en
genummerd ('chartrier'), terwijl ze wederom worden beschreven op de plaats, die
hun in het archief toekomt, in het 2e deel, de 'inventaire organique', maar daar zon
der nieuw nummer en met verwijzing naar het nummer in het le deel. Omgekeerd
wordt er echter niet verwezen van het le naar het 2e deel, terwijl de regestenlijst
bij de charters juist naar het le deel verwijst, zodat men naar de plaats van een
charter in de 'inventaire organique' moet zoeken. Dit 2e deel telt drie hoofdstuk
ken: 1. Organisation générale et vie conventuelle; 2. Administration générale du
domaine; 3. Administration particulières des biens (op plaatsnamen, alfabetisch).
Na de regestenlijst, met vaak zeer uitvoerige regesten en annotaties, zoals zegel
beschrijvingen en maten van de charters, en de naamindex volgen nog 14 deels vrij
onduidelijke afbeeldingen van stukken uit het archief van de priorij, terwijl ach
terin een losse kaart van het domein aan het eind van de 15e eeuw is toegevoegd.
In beide inventarissen valt op dat, in tegenstelling tot de gewoonte in Nederland,
in veel gevallen een beschrijving niet begint met 'akte van -' of 'stukken betreffen
de-', maar direct met de (rechts)handeling, zoals: 'Donation 'Vente-', 'Procés de-
vant-', of 'Arbitrage entre-', gevallen, waarin dus niet de aanduiding van de han
deling tevens die van het soort stuk is geworden.
P. H. J. van der Laan
John Landwehr, Spletidid Ceremonies, state entries and royal funerals in the
Low Countries 1515-1791, a bibliography, B. de Graaf, Nieuwkoop
A. W. Sijthoff, Leiden, 1971, prijs 135,
Dit aan Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix Wilhelmina Armgard opge
dragen werk is niet het eerste van deze aard dat de heer Landwehr publiceert. Se
dert 1962 verschenen van hem in de Bibliotheca Emblematica Dutch Emblem
Books, Emblem Books in the Low Countries 1554-1949 en German Emblem Lite
rature 1531-1888. Ook stelde hij bibliografieën samen als Fable-Books in the Low
Countries en Romeyn de Hooghe as Book Illustrator 1645-1708. Voorts verzorgde
hij uitgaven van De Volmaakte Hollandse Keukenmeid. De Kleine Print-Bijbel en
Het Nieuw Toneel der Konsten van Simon Witgeest.
De Splendid Ceremonies geven een volledig overzicht van alle ongeveer 300 boeken
en pamfletten, die in de Nederlanden over dit soort gebeurtenissen zijn verschenen
[141]