de Rijks Archiefschool. de Algemene Rijksarchivaris namens de Rijksarchiefdienst, en een vertegenwoordiger van het gemeentelijk archiefwezen, de laatste aan te wij zen door ons bestuur. Zo worden immers waarborgen geschapen, dat alle sectoren van het Nederlandse archiefwezen in gelijke mate profijt trekken van de toeloop van bekwame krachten. Gedifferentieerde opleiding In mijn jaarrede van 1970 heb ik een vraagteken menen te moeten plaatsen achter een in de kring van de Rijks Archiefschool levend idee, te streven naar een gedif ferentieerd examen hoger archiefambtenaar. Ik heb toen duidelijk te kennen gege ven, dat het bestuur ervan doordrongen is, dat de confrontatie met steeds meer nieuwere archieven en met de nog niet overgebrachte archieven ertoe noodzaakt aan de moderne registratuur veel ruimer aandacht te besteden dan in het verleden. Toch stelden wij ons op praktische gronden vooralsnog gereserveerd op tegenover een opleiding tot hoger archiefambtenaar voor academici, die geen latijn geleerd hebben; voor een juist begrip van tal van 17e en 18e eeuwse acten en ook van ker kelijke documenten uit latere eeuwen leek ons de kennis van het latijn onmisbaar. Tijdens het leerlingenberaad op 15 juni 1971 werd deze zaak opnieuw aan de orde gesteld. Nu een gymnasiale vooropleiding zowel voor historici als juristen niet meer verplicht is, kunnen zich leerlingen aanmelden die geen latijn kennen. De waarne mend directeur van de Rijks Archiefschool pleitte ervoor dat de opleiding zou komen te bestaan uit één basispakket voor allen, met daarnaast twee specialisatie pakketten, ter keuze van hen, die zich in de moderne of in de klassieke richting willen bekwamen. Het bestuur is er niet van overtuigd, dat het Nederlands archiefwezen op dit ogen blik al gebaat is bij zo'n gedifferentieerde opleiding. De gevolgen van een eventuele splitsing dienen in verband met de behoefte van de dienst terdege onderzocht te worden: In elk geval zullen, indien de splitsing er komt, waarborgen gesteld moeten worden voor de personeelssamenstelling op bepaalde archieven, met name de Rijksarchieven, de Provinciale Inspecties en de in art. 63 Archiefbesluit genoemde gemeentearchieven. Tenminste één latinist zal daar werkzaam moeten zijn. Uit het verslag van de Table-ronde van Jerusalem (1970) blijkt overduidelijk dat vrijwel nergens in het buitenland een gedifferentieerde opleiding voorgestaan wordt, omdat de all-roundheid van de archivaris erdoor in het gedrang komt en mede daardoor diens mobiliteit. Middelbare archiefambtenaren Misschien zou een differentiëring in de opleiding van middelbaar archief personeel meer voor de hand liggen. Naar zich laat aanzien is de behoefte aan vermeerdering van het aantal middelbare archiefambtenaren groter dan de behoefte aan vermeerdering van hoger personeel. Verleden jaar ben ik ongetwijfeld wat te pessimistisch geweest in mijn verwachtingen t.a.v. de plaatsingsmogelijkheden van aspirant-middelbare archiefambtenaren. De goede middelbare archiefambtenaar, die tevens geschoold is in de moderne registra- [94] tuur, heeft kansen. Denken wij aan de ministeries, waar thans, ingevolge art. 49 Archiefbesluit, de ter plaatse berustende archiefbescheiden geïnventariseerd moeten worden. Denken wij vooral ook aan de noodzaak het personeelsbestand bij de rijks-, provinciale en gemeentelijke archiefinspecties drastisch uit te breiden, maar dan niet met slecht betaalde hulpkrachten, die van de praktijk van de registratuur geen kaas hebben gegeten, maar met uitermate goed ingeschoten en dus ook goed gehonoreer de archiefambtenaren, die in staat zijn waar nodig zelfstandig tegenspel te leveren. Als voor dergelijke middelbare archiefambtenaren geen plaats is, zal er beslist mets terecht kunnen komen van de zo begeerde inspectieopdracht, die wij zelf de Ar chiefwet 1962 hebben binnengeloodst! In dit verband moet mij van het hart dat ik het toejuich dat de provincie Friesland overgegaan is tot instelling van een eigen archiefinspectie. Het ware sterk aan te be velen dat dit voorbeeld spoedig gevolgd wordt door die vijf provincies waar reeds te druk bezette rijksarchivarissen zich ten onrechte hebben laten overbelasten met de taken van een uit zuinigheidsoverwegingen niet aangestelde provinciale inspec teur. 'Proeve Handleiding' De mogelijkheid van een spoedige uitgave van de door dr. W. J. Formsma in op dracht van de Vereniging geconcipieerde 'proeve voor een nieuwe Handleiding is in 1971 opnieuw enige malen onderwerp van bespreking geweest. De wnd. direc teur en enige docenten archivistiek van de Rijks Archiefschool opperden bezwaren tegen verschijning. Op 25 oktober bracht de wnd. directeur van de Rijks Archief school naar voren dat de school wel eens minder behoefte kan hebben aan een dergelijke uitgave nu enige docenten archivistiek zich gezet hebben aan de vervaar diging van nieuwe syllabi. Wanneer het manuscript-Formsma persklaar is, kan pas beslist worden of het boek op de lijst van verplicht aan te schaffen boeken of op de lijst van aanbevolen literatuur geplaatst wordt. Publikatie van het theoretisch ge deelte zou hij wel toejuichen mede omdat het de discussie over een aantal funda mentele zaken weer op gang zou kunnen brengen. Het bestuur concludeerde daarentegen publikatie van het geschrift, in de vorm die dr. Formsma daaraan wenst te geven, waardevol te achten. De voor de leerlingen van de Rijks Archiefschool bestemde syllabi hebben een voorlopig karakter en zijn niet algemeen verkrijgbaar. Daarnaast moet plaats zijn voor een boek van een om zijn vakkennis hoog gewaardeerde collega. Het zal alle vakgenoten en outsiders, die er kennis van willen nemen, confronteren met een stuk interessante vakproblematiek. Wij hebben besloten het boek te laten verschijnen als eerste nummer van de jaargang 1973 van het Nederlands Archievenblad, ongeveer op dezelfde wijze als waarop de bundel 'Septet' in 1966 het licht zag. Zodoende zullen alle leden van onze Vereni ging het zonder extra betaling automatisch ontvangen. Handleiding Selectie en Vernietiging De leden van de Werkgroep Handleiding Selectie en Vernietiging hebben in het afgelopen jaar de schouders gezet onder een zware opgave. Wij weten dat zij, gebukt gaande onder een loden last van vele taken, minder snel konden vorderen dan zij [95]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1972 | | pagina 11