Drs. Avan der Poest Clement 1 november 1911-1 maart 1972 r 91 Woensdagmiddag 1 maart overleed geheel onverwacht in de leeftijd van 60 jaar de heer Drs. A. van der Poest Clement, oud archivaris van Schiedam en oud-Rijksarchi varis aan het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage. De op 1 november 1911 te Poortugaal ge- boren burgemeesterszoon was in Schiedam geen onbekende, want van 1924 tot 1930 doorliep hij hier het gymnasium. Bij zijn benoeming tot gemeentearchivaris per 1 april 1938 had hij het doctoraal examen Letteren (Utrecht, cum laude), een volontairschap van een jaar aan het gemeente archief te Rotterdam en de studie voor het diploma van wetenschappelijk archief ambtenaar der eerste klasse achter de rug. In 1937 was in stencil zijn inventaris ver schenen van het archief van de voormalige classis van Schieland (1580-1816) en van de tegenwoordige classis Rotterdam (1816-1934). De heer Van der Poest Clement was de eerste archivaris, die in Schiedam zijn volledige dagtaak vond, aanvankelijk slechts bijgestaan door een volontaire en een 'trouw bezoekster'. Immers zijn voorganger Dr. C. R. Vermaas, die van 1 april 1923 tot 1 april 1938 in functie was, kon slechts twee middagen in de week op het archief doorbrengen, daar hij als hoofdbetrekking die van conrector van het Stedelijk Gymnasium vervulde. Als zodanig was hij de leermeester geweest van de heer Van der Poest Clement, zoals deze in het In memoriam, dat hij in het Nederlands Archievenblad 1940-1941 aan de op 11 oktober 1940 overleden Dr. Vermaas wijdde, dankbaar gedacht. Het is de grote verdienste van de heer Van der Poest Clement, dat hij het Schie- damse gemeentebestuur steeds meer wist te interesseren in het archief 'als achter- waartsch verlengstuk van de gemeente-administratie en als centrum van histo risch onderzoek'. Duidelijk komt in de jaarverslagen gedurende zijn archivaris schap naar voren de groei, die het archief doormaakte. Het eerste werk, dat hij aanvatte, was de fichering van de retroacta van de Burgerlijke Stand, de doop-, [8] trouw- en begraafboeken. Reeds in 1943 kon hij mededelen, dat deze werkzaam heid voltooid was. Eind 1938 kreeg hij de beschikking over een aantal werkloze hoofdarbeiders, die hij gebruikte voor de vervaardiging van indices op de nota riële protocollen, te beginnen met de jaren 1811-1842. Een andere werkzaamheid was de indicering van de ingekomen stukken van het gemeentebestuur over de jaren 1816 tot 1890. In 1943 kwam dit werk gereed. Hij maakte ook een aan vang met de fichering van de Schiedamse berichten in de Schiedamse couranten. Al deze systemen van ingang hebben in de loop der jaren hun grote nut bewe zen. Daarnaast moeten de inventarisaties van de archieven worden genoemd. Voorlopige inventarissen vervaardigde hij van het gemeentelijk administratief archief uit de 19e eeuw en van de archieven van de door Schiedam geannexeerde gemeenten Oud- en Nieuw-Mathenesse, Nieuwland en Kethel. Een definitieve, persklare inventaris maakte hij van het archief van de Hervormde Gemeente van Schiedam. Eén euvel drukte al die jaren zwaar: de huisvesting van het archief. Zonder man keren kwam de heer Van der Poest Clement in zijn jaarverslag elk jaar op deze materie terug en vroeg hij opnieuw aandacht voor de volgens zijn overtuiging onhoudbare toestand. Kernpunt van zijn klachten was de aanwezigheid van ko- lenkachels, onvoldoende voor de gewenste gelijkmatige verwarming van het ge bouw en bovendien bronnen van brandgevaar. In 1950 smaakte hij het genoegen van de aanleg van een centrale verwarming, die de situatie zeer belangrijk ver beterde. Een ander euvel was de beperkte ruimte, waarvoor hij als enige remedie zag de bouw van een geheel nieuw archief. In de jaren 1943, 1950 en 1953 dien de hij desbetreffende plannen in. Het meest geporteerd was hij voor de bouw van een archiefkluis achter het bestaande archiefgebouw en inrichting van dit laatste tot dienstruimte (leeskamer, werkkamers, enz.). Zijn gehechtheid aan het rustige en groene Oude Kerkhof speelde bij deze voorkeur een beslissende rol. Zijn kennis van Schiedam was groot. Belangrijk was, dat hij daarenboven zo goed de geheel eigen mentaliteit van de Schiedammers aanvoelde. Hij kon het dan ook slecht verdragen, wanneer over de hem zo geliefde stad kwaad werd gesproken of geschreven. Dan verwees hij naar de 'grandeur' van de oude Maas stad, ook al bestond die uit weinig meer dan uit de heldhaftigheid, waarmee een arm, doch 'fatsoenlijk' huisvader zijn armoede voor de buitenwereld verborg en de schijn van welvarendheid ophield. Per 16 januari 1954 werd Drs. A. van der Poest Clement benoemd tot Rijks archivaris aan het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage, waar hij belast werd met de leiding van de eerste afdeling als opvolger van Mr. H. Hardenberg, die op 1 november 1953 Algemene Rijksarchivaris was geworden. De nieuwe Rijks archivaris van de eerste afdeling hield zich dadelijk bezig met de ordening en beschrijving van het omvangrijke en tot dan toe slecht beschreven onderdeel van de archieven der Staten-Generaal: de Loketkas. Nadat dit werk in 1955 gereed

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1972 | | pagina 5