lezers, die van plan zijn het archiefcongres te Moskou te bezoeken. Het instituut
is gevestigd in een historisch gebouwencomplex waar eertijds de eerste drukkerij
van Rusland gevestigd was.
Een in ons land eveneens niet onbekende problematiek wordt aangeroerd door
Ingo Rosier in een bijdrage getiteld 'Die Dokumentationsbereiche, Archiv Biblio-
thek und Museum'. Verder worden in deze aflevering nog aan de orde' gesteld
de mechanische informatie, bronnen voor de economische geschiedenis in rech
terlijke archieven en het Bertold Brecht-archief.
jrg. 21 no. 5
Uit deze aflevering selecteren we de volgende bijdragen:
Fr. Schmidt behandelt vragen over het toegankelijk maken van een modern ar
chief in zijn mededelingen over het archief van de Raad van het District Suhl
(1952-1960). W. Schupp brengt een artikel over een heraldisch onderwerp nl. het
staatswapen van de D.D.R. en de wapens van steden in de D.D.R. Door 'stads
recht verleningen zijn er de afgelopen jaren veel stadswapens ontworpen. In
formatief is tenslotte een bijdrage over de verzorging van kaarten in archieven.
De technische aspecten van de bewaring konden als steeds goed uit de verf; maar
de mededeling dat er in de recentere archiefbouw ook nog geen rekening met
speciale eisen in architectonisch opzicht voor de berging van deze collecties is
gehouden, verbaasde enigszins.
jrg. 21 no. 6
De laatste te bespreken aflevering bevat een aantal bijdragen over Karl Lieb-
knecht n.a.v. diens 100ste geboortedag op 13 augustus 1871. Een opmerkelijk
stukje geschiedschrijving is uit de pen van Wolfgang Hassel gevloeid; men moet
zich met laten afschrikken door de provocerende titel 'Rolle und Funktion des
Grenzmarkarchivs im Dienste Revanchismus und die Fortfiihrung seiner Tra-
ditionen durch das Geheime Staatsarchiv im West-Berlin'. Verdere bijdragen
handelen over de ontsluiting van archieven voor de gebruikers. Onder de bespro
ken boeken is het werkje 'Deutsches Zentralarchiv 1946-1971' dat ook door de
redactie van het N.A.B. ter recensie is ontvangen.
B. W.
Archives et Bibliothèques de Belgique/Archief- en Bibliotheekwezen in België,
extranummer 4, Gemeente Zwolle, Brussel-Zwolle 1971. Bijdragen over Thomas
a Kempis en de Moderne Devotie, uitgegeven ter gelegenheid van de vijfhonderd
ste sterfdag van Thomas a Kempis (f 1471).
Deze bundel van 12 artikelen, product van Belgisch-Nederlandse samenwerking,
is verschenen in het kader van de herdenking op 21 en 22 augustus 1971 te Zwol
le van Thomas a Kempis, die van 1399 tot zijn dood in 1471 in het Regulieren
klooster St. Agnietenberg bij Zwolle, op een korte onderbreking na, heeft ge-
[74]
woond (zie jaargang 75, 1971, p. 310). Na bijdragen over de Windesheimer Con
gregatie (D. Kanduth) en de hervorming van de kerk in de late middeleeuwen
en de geestelijke wereld van Thomas a Kempis (E. Iserloh), volgt een korte bio
grafie door W. Jappe Alberts en een beschrijving van de stad Zwolle ten tijde
van deze beroemde schrijver van de Moderne Devotie door F. C. Berkenvelder,
gemeentearchivaris van deze stad, wiens dienst een belangrijk aandeel had in
het tot stand komen van deze bundel. Na het artikel van A. G. Weiier, waaraan
elders in deze aflevering aandacht wordt geschonken1, is een studie opgenomen
over de taal van Thomas (K. Egger), die bijna alle ons bekende werken schreef
in het middeleeuws-latijn. Een heel ander onderwerp wordt aangeroerd in 'De
Moderne Devoten als initiatiefnemers tot de oudst bekende ruilverkaveling' (R.
van Beek). Het verspreide grondbezit van het Agnietenbergklooster in de Rute
ten noordoosten van Zwolle kon in de jaren 1435-1436 door een serie grond-
ruilingen in één aaneengesloten geheel worden omgezet. Op het terrein van de
handschriftkunde ligt het artikel over de vier soorten boekschrift van de Mo
derne Devoten (E. Persoons): de littera fractura, rotunda, bastardica en currens,
waarbij afbeeldingen als voorbeelden zijn toegevoegd. Eveneens op dit gebied
ligt het hierop volgende artikel, dat handelt over de karbonkel, het 'precieuste'
kenmerk van de op de Agnietenberg verluchte handschriften (A. L. de Vreese),
met afbeeldingen van versieringsmotieven. Een nadere beschouwing van de twee
oudste uitgaven van werken van Thomas, gedrukt te Utrecht in 1474 door Nico-
laes Ketelaar en Gheraert de Leempt, vindt men in de studie 'Thomas a Kempis
voor het eerst in druk' (W. Hellinga). De laatste twee artikelen hebben als titel:
'Gaat het bij de Imitatio om één werk?' (St. G. Axters O.P.) en 'De verspreiding
der Imitatio Christi als liber internae consolationis qui vocatur musica eccle-
siastica' (A. Ampe S.J.).
P. H. J. v. d. L.
1 Blz. 42-47.
[75]