Over deze aanvulling bracht de Archiefraad op 29 december 1970 een uitvoerig advies uit, dat inmiddels in het verslag 1971 (blz. 64-70) is gepubliceerd. Naar dit advies moge hier verwezen worden. In het bijzonder vragen de beschouwin gen van de Raad (blz. 67) over de gebruikte terminologie de aandacht. Interessant is de thans vastgestelde toelichting, die geldt voor alle vastgestelde en nog vast te stellen hoofdstukken van de lijst. Krachtens het nog vast te stel len Besluit algemene richtlijnen lijsten vernietiging archiefbescheiden zal zo'n toelichting op een lijst voorgeschreven zijn. Men zie de schets van de algemene richtlijnen, artikel 6 (N.A.B. 74 (1970) 86). Voor de ontstaansgeschiedenis van de toelichting op de lijst van voor vernietiging in aanmerking komende archief bescheiden van het ministerie van defensie is vergelijking van de punten 2 en 4 met de punten 1 en 3 van de 'bijdrage tot een handleiding voor de selectie en vernietiging van archiefbescheiden', ingeleverd door de heer H. J. van Meeren- donk tijdens de studiedagen van de Vereniging in Zeist op 15 en 16 oktober 1970 (N.A.B. 74 (1970) 387) aan te bevelen. Uitlening van archiefbescheiden. In de bij beschikking van 10 maart 1970, nr. O/MA 154.809 (Stcrt 57) vastge stelde lijst van archiefbewaarplaatsen, bibliotheken en andere instellingen waar aan de beheerder ingevolge artikel 23 van het Archiefbesluit verplicht is archief bescheiden voor een bepaalde tijd uit te lenen, is thans onder punt 2 (gemeente lijke archiefbewaarplaatsen) tussen Eindhoven en Gouda opgenomen Gorinchem: beschikking van de staatssecretaris van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk van 29 december 1971 nr. MMA/Ar 163.246 I, Stcrt 1972-5. De lijst (ook gepubliceerd in N.A.B. 74 (1970) 113, in de commentaar van Du- parc-Hinrichs II.2.b.-55 en in de eerste aanvulling op de Archiefwet 1962 in de editie-Schuurman en lordens nr. 90, zesde druk) was eerder reeds aangevuld met de bibliotheek van de rijkslandbouwhogeschool te Wageningen en met het Koninklijk huisarchief te 's-Gravenhage (zie N.A.B. 75 (1971) 68 en N.A.B. 75 (1971) 284. Over de laatstgenoemde aanvulling van de lijst met het Koninklijk huisarchief merkte ik t.a.p. op dat helaas uit de beschikking van de staatssecretaris niet valt af te leiden op welke gronden is afgeweken van het advies van de Archiefraad over de aanwijzing. Inmiddels heeft de staatssecretaris hierover de redactie van het Nederlands archievenblad geschreven (brief van 2 maart 1972 nr. MMMA/ Ar 164.555). Hij deelt mee dat hij uit reverentie tegenover het Koninklijk huis archief in dit geval afwijking van het advies van de Archiefraad verantwoord achtte. Deze motivering had de staatssecretaris overigens de Archiefraad reeds op 13 oktober 1971 schriftelijk medegedeeld, een mededeling die uiteraard al leen voor de Raad bestemd was. Het is plezierig dat thans ook de redactie en de lezers van het Nederlands archievenblad door de staatssecretaris op de hoogte [66] zijn gesteld van de beweegredenen die de bewindsman tot het afwijken van het advies van de Archiefraad heeft geleid1. Publikatie archief regelingen. Op de editie Schuurman en Jordens van de Archiefwet 1962 (Tjeenk Willink, Zwolle 1969) zijn tot nu toe twee aanvullingen verschenen. De eerste (bijgewerkt tot 30 juli 1970) bevat, naast een aanvulling op de commentaar en enkele errata, de tarieven voor onderzoekingen en werkzaamheden (N.B. van toepassing op de zich in de rijksarchiefbewaarplaatsen bevindende archiefbescheiden èn op de door het rijk aan andere archiefbewaarplaatsen in bewaring gegeven archiefbeschei den), de lijst van instellingen ex artikel 23 van het Archiefbesluit, het Reglement rijks archiefschool en de Regeling toezicht en werkwijze curatorium rijks archief- school, alsmede de beschikkingen inzake overbrenging van notariële archiefbe scheiden en opschorting van de overbrenging van het curateleregister en de hu- welijksgoederenregisters. In de tot 1 september 1971 bijgewerkte tweede aanvulling hebben een erratum, de Beschikking en het Reglement examens hoger en middelbaar archiefambtenaar en de Regeling vrijstellingen archiefexamens een plaats gekregen. De tot nu toe laatste (achtste) aanvulling op de losbladige uitgave (met commen taar) van de Archiefwet 1962 en de daaruit voortvloeiende regelingen (Samsom, Alphen aan den Rijn 1963 e.v.j.) door F. J. Duparc en F. Hinrichs, dateert van juni 1971. Vanaf de 7e aanvulling (juni 1970) draagt de heer Hinrichs geen ver antwoordelijkheid voor de uitgave, zo meldt het wijzigingsblad. Beter ware het dit te vermelden op het (op 1963 gedateerde) titelblad, waarop nu alleen de naam van de heer Duparc voorkomt. Gehoopt mag worden dat nu de uit de Ar chiefwet 1962 voortvloeiende en de daarmede verband houdende regelingen met commentaar in de band zijn opgenomen de auteur de gelegenheid vindt het onmisbare commentaar op de wet en op het Archiefbesluit waar nodig aan te passen aan de sedert 1968 gegroeide praktijk en aan de sedert de totstand koming van de regelingen elders gewijzigde wetgeving. Afgesloten 27 januari 1972 behoudens aanvulling met de laatste alinea op blz. 66). F. C. J. K. 1 Zie hiervóór blz. 7. [67]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1972 | | pagina 34