Onder de cartularia van Gelderse kloosters noemt dr. Weiier nog een uit het begin van de 17de eeuw daterend cartularium van het klooster van reguliere kanonikessen van de orde van St. Augustinus te Renkum. Dit register is dus niet afkomstig uit het archief der zusters zelf; wij danken dit handschrift aan de Arnhemse burgemeester D. Dibbets12. De opsomming van dr. Weiier gaat voorbij aan het archief van het bekende fra terhuis St. Hieronymusberg of Hulsbergen te Wapenveld bij Hattem. Van dit huis is onder meer een cartularium van oorkonden uit de jaren 1401-1527 tot ons gekomen13. Zo is de lijst, zeker wat Gelderland betreft, niet meer dan een uiterst 'klein be gin' om tot het vervaardigen van een kaart van kloosterbezit te komen. Immers de schr. had zijn lijst kunnen uitbreiden met bewaard gebleven rekenboeken, zo als er bewaard gebleven zijn van het klooster Bethlehem, het Grote convent te Lochem, of tynsregisters, zoals die van Hulsbergen14. Van belang zijn ook de staten en rekeningen van onmiddellijk na de Reformatie, welke men aantreft in de archieven van het Hof van Gelre en Zutphen, de Gel derse Rekenkamer, de archieven van de Staten van de Kwartieren van Nijme gen, Zutphen en Arnhem of Veluwe, alsook in verschillende oude archieven van Gelderse gemeenten en van enige voormalige ambtsarchieven (oude archieven van polderdistricten) in het vroegere Nijmeegse Kwartier. Voor wie er zich toe wil zetten om een kaart van middeleeuws kloosterbezittingen in de provincie Gel derland samen te stellen is er archiefmateriaal in overvloed, vooral, wanneer men zich niet beperkt tot de kloosters van de Augustijner orde of tot de huizen des Gemenen Levens. Men zij er echter op bedacht om bij verwijzing naar archief bescheiden gebruik te maken van de Nederlandse archiefterminologie. Dit voor komt veel verwarring. A. Johanna Maris 12 R. A. Gelderland, archief van de Staten v. h. Kwartier v. Veluwe, inv. no. 353. 13 R. A. Gelderland, archief van het fraterhuis St. Hieronymusberg of Hulsbergen. 14 Voor deze rekenboeken en tynsregisters raadplege men de kloosterarchieven in het rijksarchief in Gelderland. De aandacht zij er op gevestigd, dat de door dr. Weiier op blz. 55 van zijn artikel in noot 2 genoemde manuscript-beschrijving van geestelijke stichtingen van vóór 1580 van mijn hand slechts een beschrijving bevat van enige ar chieven van kloosters en andere geestelijke stichtingen in de Graafschap Zutphen. [46] SUMMARY Cartularies and terriers. The collection 'Bijdragen over Thomas a Kempis en de Moderne Devotie' (Con tributions on Thomas a Kempis and the Modern Devotion) contains an article by A. G. Weiler entitled 'Cartularia van Augustijner kloosters en huizen van de Broeders en Zusters van het Gemene Leven in Gelderland en Overijssel' (Cartu laries of Augustinian monasteries and houses of the Brothers and Sisters of the Communal Life in Gelderland and Overijssel). According to the author his study aims at making a small start with a primary, very superficial inventory of 'cartu laries', with the aid of which a final map can be made of the cloistral properties in the said provinces. Miss Maris points out that Weiler takes the term 'cartu laries' not only to mean cartularies in their actual sense, but also terriers, this in contradiction to the 'Nederlandse Archiefterminologie' and 'Elsevier's Lexicon of Archive Terminology' which clearly distinguish the two terms. According to the title of his contribution, the author confines himself to Augusti nian monasteries and the houses of the Communal Life in the said provinces. From his list of 'cartularies' in so far as they concern Gelderland, it appears that he overlooked a lot of archive-material such as registers, accounts and tri bute-books concerning the immovable cloistral properties; the archives of the well known friar-house Hulsbergen receive no mention in the list at all. In the preparation of a map of medieval cloistral properties the material from the ar chives of cloisters and other orders can not be omitted. [47]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1972 | | pagina 24