van de cassettes bevinden zich twee uitstekende strips, die passen in de glijgoot van de legborden; de cassettes kunnen derhalve niet van het rek glijden, terwijl de rijen zonder moeite in hun geheel naar links of naar rechts kunnen worden verplaatst. Uitbreiding of inkrimping van secties is daardoor een eenvoudige zaak. Ook bij het uittrekken van de cassettes zorgen glijgoot en bodemstrips er voor, dat dit over een bepaalde afstand kan gebeuren, zodat om bijzondere aandacht te geven, een cassette in de 'signaalstand' geplaatst kan worden. Voor de opberging van stukken in de cassettes zijn Leitz-dossiermappen verkrijg baar, die een groot aantal mogelijkheden voor indicering en signalering bieden: zelfklevende etiketten, voorgedrukte cijfersets, van cijfers voorziene tabhouders met schuifruiters, gekleurde ruiters en vensterruiters voor bevestiging in perforaties langs de mappenrand. Moeten de stukken gehecht worden bewaard, dan is een hechtstrip verkrijgbaar, die op eenvoudige wijze in de map kan worden aangebracht. Uiteraard is het ook mogelijk andere mappen (b.v. van een bestaand archief-sys teem) zonder meer over te brengen in de class-o-rama cassettes. De rekken, die zijn opgebouwd uit vierkant stalen buis en worden geleverd in drie tinten grijs, kunnen zeven of vijf legborden bevatten. Bij de hoge rekken is het mogelijk ook het topleg- bord met cassettes te bezetten, zodat men dan over een installatie met acht rijen be schikt. Uitbreiding achteraf is te allen tijde mogelijk door toepassing van aanbouwrekken. Leverbaar zijn rekken in de breedten: 100 en 70 cm. Voor een enkelzijdig uitgevoerd rek van 1 meter breedte is slechts 0,43 m2 vloerop pervlakte nodig, voor een dubbelzijdig rek van deze breedte 0,78 m2. Op de legborden kunnen vanzelfsprekend ook kaartenbakken, brievenbakjes, ord ners, enz. een plaats vinden. Door op de vierde rij een aantal cassettes weg te laten, verkrijgt men een handige raadpleegruimte, die door het verschuiven van de cas settes op iedere gewenste plaats kan worden gecreëerd. De rekken met zeven rijen zijn in het bijzonder geschikt voor de opbouw van een centraal archief, terwijl de uitvoering met vijf rijen zich ook leent voor een groepsarchief, dat toegepast kan worden in kantoorlandschappen. De montage is dusdanig eenvoudig, dat deze door de gebruiker zelf kan worden uitgevoerd; de legborden worden niet geschroefd, doch op steunen gelegd. De rek ken behoeven niet aan de wand, de vloer of het plafond te worden bevestigd, doch kunnen vrijstaand worden opgesteld; zij bestaan uit een zeer solide materiaal en hebben een groot draagvermogen. Aan het ontwerp is grote zorg besteed, ook t.a.v. de uiterlijke vormgeving. Voor het transport van cassettes, alsmede voor raadpleging van stukken aan het bureau, is een verrijdbaar rekje leverbaar, dat van dezelfde legborden is voorzien als de rekken. Restauratie van oude dokumenten in Oostenrijk. In de Tiroler Tageszeitung van zaterdag 11 september 1971 lazen we een bericht over een door professor Otto Wachter, hoofd van de restauratieafdeling van de 306] Österreichische Nationalbibliothek, ontworpen apparatuur, waarmee beschadigde dokumenten bij enige honderden per dag hersteld kunnen worden. Vezelstofoplos singen worden op de beschadigde plaatsen aangebracht zodat daar als het ware nieuw papier wordt gemaakt. Ook is het prof. Wachter gelukt uit oude inktsoorten afkomstige zeer schadelijke zwavelachtige zuren uit de papieren te verwijderen. Het daarbij gebruikte procédé is zodanig dat gehele boeken tegelijk behandeld kunnen worden en niet zoals tot nu toe blad voor blad afzonderlijk. Beide vindingen van prof. Wachter trokken zeer de aandacht op de Restauratoren- tag in Wenen en Boedapest. Terechtstelling gezocht inde winter van 1640 In het Jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie 1971 is een bijdrage opgenomen van mej. dr. I. H. van Eeghen, getiteld De anatomische les van Christiaan Coeuers- hof of Op zoek naar een notoir misdadiger. Het gaat daarbij om een in 1640 ge schilderde anatomische les, de enige die naast de Amsterdamse van dr. Nicolaas Tulp door Rembrandt uit 1632 en de Delftse van dr. Willem van der Meer door de jonge Mierevelt uit 1617 bekend is. In vele andere plaatsen werden echter ook openbare anatomische lessen gehouden, behalve in de academiesteden bijv. ook in Rotterdam, Arnhem, Haarlem, Middelburg, Kampen, 's-Gravenhage, Dordrecht, Alkmaar en Gouda, wellicht ook in Emden. Wanneer men in 1640 in een van dé stedelijke archieven in de wintermaanden een terechtstelling van een notoir mis dadiger zou vinden, zou er een goede kans zijn om de nu nog onbekende plaats van ontstaan van dit schilderij te ontdekken. Dan zullen misschien ook de identiteit van de dokter of professor, die de anatomie verricht, van de merkwaardige uit de toon vallende hoogwaardigheidsbekleder met zijn werelds costuum en van de andere toeschouwers vastgesteld kunnen worden. [307]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1971 | | pagina 34