Het afscheid van mr. G. J. ter Kuile als rijksarchivaris in Overijssel Op 30 juni 1971 heeft mr. G. J. ter Kuile, rijksarchivaris in Overijssel, de dienst verlaten wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. In verband met zijn aftreden boden de rijksarchiefdienst en de Vereeniging lot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis mr. Ter Kuile een receptie aan, die op 10 juni 's middags in het hotel Wientjes te Zwolle werd gehouden. Vele verwanten, vrienden, collega's en belangstellenden woonden deze zeer geani meerde afscheidsreceptie bij. De Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschap pelijk Werk werd vertegenwoordigd door mr. drs. R. Hotke, plv. direkteur-ge- neraal voor Culturele Zaken, terwijl ook dr. mr. F. J. Duparc, raadsadviseur van dit ministerie, drs. A. J. Meerding, hoofd van de afdeling Organisatie en Efficien cy, en mr. J. D. Ch. de Vries, chef van de onderafdeling Monumentenzorg en Archiefwezen, aanwezig waren. Het Convent van Rijksarchivarissen werd verte genwoordigd door de Algemene Rijksarchivaris mr. A. E. M. Ribberink en meerdere ambtgenoten van de scheidende rijksarchivaris; de Vereniging van Ar chivarissen in Nederland door haar voorzitter drs. R. A. D. Renting; de Ver eeniging tot Uitgaaf der bronnen van het oud-vaderlandsche recht door haar secretaris-penningmeester prof. mr. J. Th. de Smidt; de Rijksarchiefschool door mr. F. C. J. Ketelaar en de Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis door haar voltallige bestuur. Tijdens deze receptie richtte de voorzitter van het huldigingscomité prof. dr. B. H. Slicher van Bath een toespraak tot mr. Ter Kuile, die hierna afzonderlijk is opge nomen, en overhandigde hem een fraai ingebonden exemplaar van de voor deze gelegenheid samengestelde bundel1, een financiële bijdrage voor een reis in hel buitenland en een Album Amicorum, inhoudende de namen van hen, die op de bundel hadden ingetekend en/of aan het viaticum hadden bijgedragen. Mr. Ter Kuile repliceerde met een woord van dank aan het huldigingscomité en de samenstellers van de bundel benevens de velen, die blijkens het grote Al bum Amicorum aan de afscheidsgeschenken hadden bijgedragen. Ingaande op de toespraak van zijn ambtsvoorganger herinnerde mr. Ter Kuile aan enige wederwaardigheden tijdens zijn loopbaan in het archiefwezen. Toen zijn stage op 1 Exemplaren van deze bundel, die een levensbeschrijving en een lijst van geschriften van mr. Ter Kuile, samengesteld door resp. prof. dr. B. H. Slicher van Bath en mr. E. D. Eijken, omvat, zijn nog verkrijgbaar bij laatstgenoemde, p/a Sassenpoort, Zwolle. L 172] Prof. dr. B. H. Slicher van Bath overhandigt mr. G. J. ter Kuile bundel, viaticum en Album Amicorum. Links mr. J. H. de Vey Mestdagh. het gemeentearchief te Groningen begon had de toenmalige archivaris dr. H. P. Coster tegen hem gezegd: 'Hier heb je een kamer en een bureau. Verder wil ik niets meer van je zien Zo bezag men de begeleiding van de stagiaire in de goede oude tijd. Overigens werd de soep ook toentertijd minder heet gegeten dan hij werd opgediend en bovendien had mr. Ter Kuile veel hulp genoten van er varener mede-studenten in het archiefvak. Hun gul geboden steun was hij zich altijd dankbaar blijven herinneren. 'Overigens is voor een archivaris niet al leen de opleiding en het archiefexamen belangrijk, hij is als goede wijn en heeft tijd nodig om te rijpen. Begrijpelijk is het daarom, dat mij, toen ik na mijn be noeming tot rijksarchivaris een kennismakingsbezoek aan één van mijn oudere ambtgenoten bracht, gevraagd werd waaruit mijn carrière in het archiefwezen tot nu toe had bestaan. Een optreden gedurende twee jaar als gemeentearchi varis te Breda en even lang te Deventer legde blijkbaar weinig gewicht in de schaal, want prompt kwam de reactie: 'Jongen, je hebt nog veel te leren!'. In deze haastige tijden klinkt een dergelijke uitspraak als een echo uit een ver ver leden, maar daarom is zij toch niet minder juist. Het archivariaat is een vak, dat altijd veel studie zal blijven vereisen ter verwerving van de uitgebreide spe cialistische kennis, die voor elke standplaats weer anders is'. Aldus de scheiden de rijksarchivaris. [173]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1971 | | pagina 7