De cursus 1971-1972 van de rijks ar chief school
Tot de opleiding gedurende het studiejaar 1971-1972 zijn toegelaten 11 adspi-
rant-hogere archiefambtenaren en 32 adspirant-middelbare archiefambtenaren.
Aan de opleiding hoger archiefambtenaar neemt voorts één toehoorder deel:
een doctorandus in de sociale wetenschappen en wetenschappelijk ambtenaar
bij het Internationaal instituut voor sociale geschiedenis te Amsterdam (voor
de vakken archivistiek en methodiek van het archiefonderzoek).
Behalve de toegelaten leerlingen werden gedurende het afgelopen studiejaar
ruim 50 belangstellenden voor een loopbaan in het archiefwezen voor een ge
sprek ontvangen. In een aantal gevallen werd aangeraden eerst de militaire
dienstplicht te vervullen, in andere gevallen bleken de financiële vooruitzich
ten onvoldoende zekerheid voor een overstap uit het bedrijfsleven of het on
derwijs te bieden. De overige gevallen waarin in een gesprek geconstateerd
moest worden dat een aanvankelijke keuze voor het archiefwezen niet gehono
reerd kon worden, betroffen kandidaten van bijna de pensioengerechtigde leef
tijd, personen met onvoldoende vooropleiding en zonder kans op dispensatie,
kandidaten die door hun lichamelijke gesteldheid (één jongeman die allergisch
voor stof bleek te zijn!) reeds direct afgewezen moesten worden. Tenslotte
was er een niet geringe categorie mensen die in het archiefwezen een toe
vluchtsoord voor aan het tempo van de maatschappij niet-aanpasbaren zien.
Helaas schijnt deze opvatting nog steeds een aantal beroepskeuzeadviseurs er
toe te brengen cliënten een loopbaan in het archiefwezen voor te spiegelen.
De leerlingen 1971-1972 lopen de verplichte stage bij (tussen haakjes het aan
tal adspirant-hogere resp. middelbare archief ambtenaren): de rijksarchiefdienst
(7 hoger, 13 middelbaar): bij de algemene rijksarchiefbewaarplaats o.l.v.
drs. G. J. W. de Jongh (1 middelbaar), eerste afdeling (1 hoger,
1 middelbaar), tweede afdeling (3 middelbaar, van wie 1 bij min. van buitenlandse
zaken), derde afdeling (1 middelbaar), de rijksarchiefbewaarplaatsen in Gro
ningen en Zeeland (elk 1 hoger), Drenthe, Overijssel, Noord-Brabant en Limburg
(elk 1 hoger en 1 middelbaar), Friesland, Gelderland en Noord-Holland (eft
1 middelbaar); bij de provinciale inspectie in Zuid-Holland (1 hoger); bij d'
gemeentelijke archiefbewaarplaatsen (3 hoger, 19 middelbaar) in Amsterdam
(1 hoger), Nijmegen (2 hoger, 2 middelbaar) in Breda, Eindhoven, Rotter
dam en Utrecht (elk 2 middelbaar), in Apeldoorn, Arnhem, Goes, Heerlen, 's-Her-
togenbosch, Leiden, Purmerend, Venlo en Zwolle (elk 1 middelbaar).
[168]
Bij de gemeentelijke archiefbewaarplaatsen te Arnhem, Delft en Rotterdam cn
bij de provinciale inspectie in Gelderland waren nog stageplaatsen-middelbaar
archiefambtenaar beschikbaar. Het mocht helaas niet gelukken hiervoor ge
schikte kandidaten te vinden.
Van alle deelnemers aan de opleiding-hoger archiefambtenaar en van bijna alle
adspirant-middelbare archiefambtenaren wordt de stage gehonoreerd.
Onder de adspirant-hogere archief ambtenaren zijn zes historici (drie nieuwe
geschiedenis, Nijmegen; één nieuwe geschiedenis, Leiden; twee middeleeuwen,
Amsterdam G.U.), één Nijmeegs klassicus en vier juristen (Utrecht, Amster
dam G.U. en twee Nijmegenaren van wie één vrije studierichting).
Aan het leerplan zijn toegevoegd lessen in 'indiceren en mechanische infor
matieverwerking', te geven door de heer J. Hogendonk die dit vak ook do
ceert bij de opleiding-bedrijfsarchivaris van de gemeenschappelijke opleidings
commissie NOBIN-NVB-NVBA. Nieuw is ook een (een gehele dag in beslag
nemende) les annex demonstratie op het gebied van het beheer van prenten en
kaarten, georganiseerd in samenwerking met het bestuur van de Vereniging
'De historisch-topografische atlas'. Het terrein van het Middelnederlands is dit
jaar ook voor de adspirant-middelbare archief ambtenaren in de tijd uitgebreid;
het vak heet daarom nu 'Ambtelijk Nederlands vóór 1700'.
Tijdens een der werkweken zal een forum over management en personeelsbe
leid worden gegeven en wordt speciale aandacht aan het vernietigingsvraagstuk
besteed.
Het aantal uren van de opleiding-middelbaar archiefambtenaar is drastisch ver
hoogd tot 212; hiervan vallen 24 in een werkweek van 6-10 september 1971 in
'Rhijnauwen' bij Bunnink, 24 in een tweede werkweek van 20-24 maart 1972 in
'Woudschoten' bij Zeist; 10 lesuren worden aan excursies besteed.
De opleiding-hoger archiefambtenaar bestaat uit het deelnemen aan drie of
vier werkweken, verspreid over het studiejaar (twee werkweken samen met de
adspirant-middelbare archief ambtenaren). Tussen deze werkweken door wordt
om de drie weken één dag les gegeven in Utrecht, vooral om in een aantal prak
tische vakken te oefenen. Voor een aantal andere vakken wordt volstaan met op
gave van te bestuderen literatuur, waaronder syllabi van de school. Door het in
ruime mate verlenen van vrijstellingen van het volgen van lessen wordt getracht
het studieprogramma van iedere adspirant-hoger archiefambtenaar zoveel mo
gelijk op de individuele behoefte af te stemmen.
Deze opzet die tijdens het studiejaar 1971-1972 beproefd wordt legt een
grotere nadruk op het vermogen van de adspirant-hogere archiefambtenaar
tot zelfstandige studie en op de daarmee samenhangende verantwoordelijkheid
voor uitvoering van het eigen studieprogramma. Het plan voor deze nieuwe op
zet is voortgekomen uit het overleg met de deelnemers aan de opleiding-hoger
archiefambtenaar 1970-1971 en op 6 augustus jl. uitvoerig met de leerlingen
1971-1972 besproken.
[169]