Vereniging 'De Topografisch-historische Alas'. Op 7 mei 1971 hield de Vereniging 'De Topografisch-historische Atlas' in het Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem een ledenvergadering, die onder leiding stond van de voorzitter, de heer L. J. van der Klooster. In de plaats van het aftredende bestuurslid drs. W. H. Vroom, werd de heer W. K. van der Veen, werkzaam aan het Gemeentearchief te Groningen, als bestuurslid gekozen. De heer M. D. Haga zal in de plaats van de heer Vroom als penningmeester gaan optreden. In de afgelopen maanden had het bestuur kontakt met prof. dr. ir. C. Koeman, die toezegde beheerders van kaartenverzamelingen toe te zullen laten tot zijn kolleges in de geschiedenis der kartografie en de beschrijving van kaarten in het komende kursusjaar aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. Met de direkteur van de Rijksarchiefschool had het bestuur een bespreking over de mogelijkhed bij de opleiding van de a.s. archiefambtenaren enige aandacht te besteden aan het beheren van topografisch-historische verzamelingen. Het kontakt met de Werkgroep Coöperatieve Documentatie Nederlandse Architectuur, tijdens de vo rige ledenvergadering ontstaan, zal worden bestendigd; het bestuur hoopt de bij de Vereniging aangesloten instellingen in de gelegenheid te stellen, de door de Werkgroep te produceren fiches van 19e eeuwse bouwwerken in hun werkgebied te verwerven. De ca 10 jaar geleden door de Vereniging uitgegeven 'Handleiding voor het samenstellen en beheren van topografische atlassen' raakt uitverkocht. Besloten werd te trachten deze te vervangen door een nieuwe uitgave in losbladige vorm, die geleidelijk opgebouwd kan worden en waarvan gedeelten eventueel gemak kelijk uit te breiden of te vervangen zijn. Een plan om een en ander te laten voorbereiden door de te vormen werkgroepen zal in een volgende ledenverga dering nader uitgewerkt ter tafel worden gebracht. De heer drs. H. R. Hoetink, hoofdconservator van Museum Boymans-van Beu- ningen te Rotterdam, hield een inleiding over de materiële verzorging van pren ten en tekeningen. Een syllabus van deze lezing zal aan de leden der Vereni ging worden toegezonden. Als een der resultaten van deze inleiding kan reeds het gezamenlijk bestellen van opzetkarton door enkele verzamelingen genoemd worden. Na afloop van de vergadering werd door de deelnemers een bezoek gebracht aan de prentenverzameling en de dokumentatieafdeling van het Openluchtmu seum. De volgende ledenvergadering van de Vereniging zal hoogstwaarschijnlijk wor den gehouden op vrijdag 29 oktober 1971 te Leiden. Nog steeds zijn niet alle archieven, die in het bezit zijn van een topografisch- historische verzameling, bij de Vereniging 'De Topografisch-historische Atlas' aangesloten. De kontributie van 10,per jaar kan hiervoor nauwelijks een bezwaar zijn. Op de topografisch-historische verzamelingen werken mensen met vele soorten opleidingen; geen enkele opleiding omvat echter alle facetten van het beheren van deze verzamelingen. Het is voor de beheerders daarom van groot belang, regelmatig kontakt te hebben met kollega's en daarmee ervaringen uit te wisselen. Door deze kontakten te bevorderen, het laten optreden van deskundige sprekers, het verspreiden van samenvattingen van hun inleidingen, de samen stelling van een 'Handleiding' en op de andere wijzen probeert de Vereniging een zo goed mogelijk beheer van de topografisch-historische verzamelingen ie bevorderen. Inlichtingen over het lidmaatschap en het werk van de Vereniging De Topografisch-historische Atlas' worden graag verstrekt door de secretaris, de heer P. Ratsma, p/a Gemeentearchief Rotterdam, Mathenesserlaan 315, tel. 010-25.49.50. Varia Familiearchieven. Inde Groene Amsterdammer van 6 februari 1971 zijn twee bijdragen opgenomen, die stukken uit familiearchieven tot onderwerp hebben. Oude papieren schiftend krijgt iemand een door zijn grootvader opgesteld getuigschrift uit 1885 in handen en bij het fraaie handschrift mijmert hij wat over de nooit geziene boekhouder, die als ondernemer begonnen was. Ook Jeanne van Schaik-Willing was de laatste weken bezig met het ordenen van familie-papieren. Zij onderging daarbij de vreemde ervaring haar leven geobjecti veerd te zien door de briefjes te lezen, die haar ouders ter gelegenheid van haar eigen geboorte ontvingen. Ze zag haar grootmoeder opscheppen over het bruiloftsmaal van haar dochter en las in de intieme correspondentie met haar zoon hoe de oude dame haar kinderen zag en het bleek dat het noodlot er aardigheid in gehad had om vrijwel het negatief van haar verwachtingen te laten gebeuren. Ze vond liefdesbrieven tussen 1887 en 1894 door gevierde concertisten verstuurd uit Sint Petersburg, Warschau, Parijs, Berlijn, en de bijbehorende portretten van ver liefde jongelingen en vraagt zich dan af: heeft dit gezwijmel ook buiten de familie nog betekenis? Is het verantwoord zulke curiosa te verdonkeremanen of doet men buitenstaanders er een plezier mee? Ze zegt het antwoord niet te weten, maar eigen lijk geeft ze het in het vervolg van haar verhaal zelf als ze de vondst vertelt van een schrift met een toneelstukje, geschreven aan het eind van de vorige eeuw. In dat stuk, dat tweehonderd jaar na dato heet te spelen, wordt de vrouwenemancipatie ge ridiculiseerd. Het leuke voor de lezer van nu is, aldus mevrouw Van Schaik-Willing, om te ervaren wat een man negentig jaar geleden ongeveer ongepast oordeelde. Als we dan bovendien vernemen, dat die man een rechter was, dan zouden we zeker niet met haar haar relaas uit oude papieren onnozel gepraat willen noemen, maar in tegendeel uiterst amusant en ook belangrijk. Belangrijk omdat ze erin aantoont waar bet belang van familiearchieven onder andere in gelegen is, te weten in het bewaren "an de meningen van allerlei mensen over de toestanden in hun tijd. En die meningen kunnen veel verklaren van de politieke, maatschappelijke en culturele ontwikkeling. [235 [234]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1971 | | pagina 38