479 bezoeken (v. j. 333 en 414). De tentoonstellingen werden bezocht door 2300 personen (v. j. 3481). Zierikzee. Het jaarverslag over 1970 meldt, dat een begin is gemaakt met de inventarisatie van de archivalia van de voormalige ambachtsgilden te Zierikzee, In de reeds overvolle archiefbewaarplaats werd nog een omvangrijke hoeveelheid boeken en papieren ondergebracht, afkomstig uit de collectie P. D. de Vos-P. van Beveren. Door vele historische onderzoekingen, o.a. ten behoeve van de historische scheepvaart- en visserijtentoonstelling in het Gravensteen, bleven de werkzaamheden in verband met een meer overzichtelijke opstelling van de ar chieven in 1970 beperkt. Streekarchivariaat Kwartier van Oisterwijk. In 1970 werd het klapperen in de aangesloten gemeenten voortgezet. De Bibliografie van het Kwartier van Ois terwijk werd bijgewerkt met de in 1970 verschenen publicaties en wordt bij on derzoekingen geregeld geraadplaagd. Van Berkel-Enschot, Esch en Moergesiel schreef de streekarchivaris beknopte geschiedenissen, terwijl hij ook het boekje 'Oisterwijk in oude ansichten' samenstelde. In enige periodieken, w.o. het na enige jaren onderbreking weer verschenen vlugschrift 'de Kleine Meijerij' le verde hij historische bijdragen. In de verschillende gemeentehuizen werden 31 archiefbezoekers genoteerd, die in totaal 49 bezoeken brachten (v. j. 18 en 36). Het aantal schriftelijke verzoeken om inlichtingen bedroeg 33 (v. j. 20). Streekarchivariaat Zuid-West Utrecht. Het jaarverslag over 1970 bevat een overzicht van hetgeen van het streekarchivariaat uit is ontwikkeld sedert de op richting in 1961. In het Nederlands Archievenblad is dat te volgen in de afleve ringen van 1961 blz. 48; 1964 blz. 39; 1965 blz. 71 en 1967 blz. 248. De ge meente Montfoort trad per 1 januari 1969 toe als elfde gemeente. De gemeente Hoenkoop is met ingang van 1 september 1970 opgeheven en samengevoegd met Oudewater, welke gemeente geen deel uitmaakt van het streekarchivariaat1. In 1969 is tussen het provinciaal bestuur van Utrecht en het streekarchivariaat Zuid- West Utrecht een overeenkomst gesloten, op grond waarvan de archivaris de werkzaamheden, verbonden aan de overbrenging van provinciale archivalia naar het rijksarchief in Utrecht, ter hand kon nemen. Op 1 oktober 1969 werd een ambtenaar in de rang van archivist aan het streekarchivaat verbonden. Het amb telijk onderkomen van het streekarchivariaat is sinds 1969 gevestigd in het ge meentehuis te Lopik. 1 Wel van de provincie Utrecht ingevolge de wet van 1 mei 1970 (Stb. 192), zie Ned. Archievenblad 1970 blz. 230. [230] Kerkelijke archieven. De Interkerkelijke Werkgroep voor Archieven, waarover bericht werd in het Nederlands Archievenblad van 1970 op blz. 75, is sindsdien uitgebreid met een representant van de Oud-Katholieke Kerk. De werkgroep heeft enige malen ver gaderd en daarbij de archieven bezocht van de Algemene Doopsgezinde So ciëteit, de Remonstrantse Broederschap (beide in Amsterdam) en het bisdom van 's-Hertogenbosch. Ook is vergaderd in het Rijksarchief te Utrecht, waar Dr. M. P. van Buytenen bij ontstentenis van Dr. A. J. van de Ven sprak over het archief van de Oud-Bisschoppelijke Clerezij. Tevens sprak Dr. J. A. de Kok O.F.M. over de archiefverzorging in de Nederlandse Minderbroedersprovincie. De werkgroep heeft zich o.m. beraden over plannen om tot een meer georgani seerde registratie van het kerkelijk archiefbezit te komen, waarbij duidelijk werd dat een 'centraal register van kerk-archieven' nog niet in het nabije verschiet ligt. Een kleine groep van een lid per kerkgenootschap zal zich op korte termijn bezig houden met de opzet van een registratie die moet leiden tot de publicatie van archiefgidsen voor met name de kleinere kerkgenootschappen. Overigens zal de werkgroep zich ook op de hoogte stellen van de organisatie en werkwijze van het bureau van Dr. Wellen voor (RK)kerkelijke monumenteninventarisatie en andere, ook universitaire, instanties van wie belangstelling voor kerkelijke archieven verwacht mag worden. Het secretariaat van de werkgroep wordt tijdens ziekte van de heer J. G. J. van Booma waargenomen door Mr. J. H. Rombach te Alkmaar. Het adres blijft evenwel: Javastraat 100, 's-Gravenhage. Gereformeerde Kerken in Nederland. De generale synode van deze kerken, ge houden te Amsterdam in 1967/1968, heeft aan deputaten voor het toezicht op het algemeen kerkelijk archief onder meer opgedragen om een onderzoek in te stellen bij kerken, classes en particuliere synoden naar de staat der archieven en voorts om na te gaan of buiten genoemde instanties, bijv. bij particulieren en/ of overheidsinstanties nog bescheiden aanwezig zijn, die voor de geschiedenis van de kerk van belang geacht kunnen worden. Aan deze opdracht is gevolg gege ven door middel van een in 1969 gehouden enquête, bestaande uit 19 vragen. Het resultaat van deze enquête werd door drs. R. A. D. Renting besproken in het Gereformeerd theologisch tijdschrift van mei 1971. Van de 849 kerken hebben er 559, van de 67 classes 42 en van de 13 particuliere synoden 8 het vragenformulier ingevuld teruggezonden, d.w.z. 66 der kerken, 63 der classes en 62 der particuliere synoden. De waarde der verstrekte inlichtingen is zeer verschillend; diverse antwoorden zijn met grote zorgvuldigheid opgesteld, vele andere vertonen alle kentekenen van onvolledigheid, ongeïnteresseerdheid en ondeskundigheid. In overeenstemming met dit laatste is de algemene indruk dat de archiefverzorging in de Gereformeerde Kerken veel te wensen overlaat. In de meeste gevallen (ca. 65 is bij de kerken de scriba of de predikant be last met het archiefbeheer. Soms zijn speciale archiefbeheerders aangesteld, veelal [231

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1971 | | pagina 36