het Archiefbesluit (tijdsduur van het examen), 39, tweede lid (examens die vrij stelling geven voor bepaalde onderdelen van het examen middelbaar archief- ambtenaar), 41, tweede lid (examengeld) en 41, vierde lid (model getuigschrift). De examencommissie, die door de minister was uitgenodigd een voorstel voor de nadere regeling te doen, oordeelde het wenselijk om behalve de regelen waartoe het Archiefbesluit uitdrukkelijk opdracht geeft, ook voor enige andere onder werpen nadere regels te stellen. De minister achtte het echter juister deze laatstbedoelde bepalingen tot vaststelling waarvan de minister naar het oor deel van de examencommissie niet verplicht, maar wel bevoegd is samen te vatten in een door de examencommissie zelf vast te stellen 'Reglement examens hoger en middelbaar archiefambtenaar'. Dit reglement bevat nu, naast meer huis houdelijke bepalingen over aanmelding voor het examen, wijze van aanteke ning van de uitslag en de bekendmaking daarvan, o.m. een (als bijlage bij het reglement behorende) regeling van de krachtens het Archiefbesluit en de 'Be schikking examens hoger en middelbaar archiefambtenaar' te verlenen vrijstellin gen, alsmede de bepaling dat de examencommissie jaarlijks aan de minister een verslag uitbrengt. Dit verslag wordt op door de minister te bepalen wijze open baar gemaakt. Opvallend in het reglement is de bepaling dat het onderdeel Latijnse paleografie op verzoek van de kandidaat schriftelijk kan worden afgelegd. Overigens wor den de examens hoger en middelbaar archiefambtenaar mondeling afgenomen. In het Archiefbesluit (artikel 35, onder b en artikel 38, eerste lid, onder b) is bepaald dat de examencommissie overlegging van het werkstuk of de werk stukken welke het resultaat zijn van de verplichte stage kan vragen. De normale gang van zaken is dat het werkstuk steeds wordt overgelegd. In het reglement is dan ook bepaald dat overlegging van het werkstuk dient te geschieden (behou dens ontheffing in bijzondere gevallen), hetzij bij de aanmelding voor het exa men hetzij op een later tijdstip, doch in ieder geval tenminste één week voor de dag waarop het examen zal plaatshebben. Een enkele opmerking bij de 'Regeling vrijstellingen archiefexamens', behoren de bij het reglement. De mogelijkheden tot vrijstelling zijn (helaas) in het Archief besluit beperkt, zowel naar de vakken waarvoor vrijstelling verkregen kan worden (nl. alleen de vakken genoemd in resp. artikel 28, tweede lid, onder e tot en met j en artikel 28, derde lid, onder e en f van het Archiefbesluit), als naar de reden tot vrijstelling (nl. alleen op grond van een met goed gevolg aan een Ne derlandse universiteit of hogeschool afgelegd examen en voor het examen middelbaar archiefambtenaar een der door de minister aan te wijzen examens: M.O. staatsinrichting en geschiedenis). Voor de meest voorkomende gevallen heeft de examencommissie nu een regeling van de vrijstellingen gegeven. Men kan hierin zien welk examen voor welk vak of onderdeel van een vak vrijstel ling geeft. Belangrijk is de bepaling dat overgelegd moet worden een bewijs dat een der genoemde examens met goed gevolg is afgelegd en dat dit exa men heeft omvat het vak of onderdeel van een vak waarvoor vrijstelling wordt [216] verlangd. Dit bewijs, aldus de regeling, kan in bepaalde gevallen het diploma van een met goed gevolg afgelegd examen zijn. Mocht uit zodanig diploma echter niet of niet voldoende duidelijk blijken dat het examen het vak of de vakken heeft omvat waarvoor vrijstelling wordt gevraagd, dan zal een attestatie van de betrokken faculteit nodig zijn. Het moet mij van het hart dat de gehele regeling van opleiding en examens - - nog afgezien van de materiële inhoud thans op wel uiterst subtiele wijze ts verspreid over de wet (artikel 6), hoofdstuk V van het Archiefbesluit, het Regle ment rijks archiefschool, de Regeling toezicht en werkwijze curatorium rijks ar- chiefschool, de Beschikking examens hoger en middelbaar archiefambtenaar en het Reglement examens hoger en middelbaar archiefambtenaar. Van de details der regeling is volstrekt onduidelijk waarom deze in het Archiefbesluit en gene in lagere regelingen zijn neergelegd. Hoofdstuk V van het Archiefbesluit is op een aantal punten te gedetailleerd en te star (bv. de opsomming van de aan de rijks archiefschool te doceren vakken), waardoor ook de bepalingen die achterhaald zijn (met name de eisen voor toe lating tot de school en het examen, waarbij geen rekening is gehouden met Mam moetwet en wijzigingen in het Academisch Statuut) niet gemakkelijk te wijzigen zijn. Deze feiten werken weer door op de lagere reglementen enz. Voor de bij deze materie betrokkenen en zeker voor de adspirant-archiefambtenaren is de gehele regeling zeer moeilijk te doorzien. Nu dit monument van wetstechniek is opgericht, bestaat er m.i. alle aanleiding het zo snel mogelijk tot z'n nor male proporties terug te brengen: enkele hoofdlijnen in de wet of in de al gemene maatregel van bestuur, uitwerking in een of twee ministeriële beschik kingen. In- en uitvoer van archieven De UNESCO heeft op 14 november 1970 aangenomen een 'Convention on the means of prohibiting and preventing the illicit import, export and transfer of ownership of cultural property' (Records of the General Conference, Paris 12 October to 14 November 1970). Resolutions, Vol. I p. 135-141). Onder cultural property vallen die goederen die door de betreffende staat zijn aangemerkt als belangrijk voor archeologie, prehistorie, geschiedenis, literatuur, kunst of we tenschap, en die behoren tot een der in het verdrag opgesomde categorieën. Een van deze categorieën wordt gevormd door archieven, met inbegrip van geluids archieven, fotografische en cinematografische archieven zonder beperking tot overheidsarchieven! In een andere categorie vallen zeldzame manuscripten en in cunabelen, oude boeken, documenten en publikaties van bijzonder belang (ge schiedkundig, kunstzinnig, wetenschapelijk, literair enz.), zowel individueel ais in collecties. Goederen van kunstzinnig belang vallen in een andere categorie. De conventie bevat verscheidene bepalingen over de bescherming van de cultu- [217]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1971 | | pagina 29