ïïij ontvingen zicht worden deze vermeld met de meest vrij recent gedeponeerde alsnog te in ventariseren archieven. Daarbij aansluitend worden overzichten van de inhoud der andere afdelingen gegeven en van de sedert het Koninklijk Besluit van 21 september 1828 nr. 40 vanwege het Koninklijk Huisarchief verzorgde publi caties. Uit de uitvoerige inleiding blijkt, dat het oudere gedeelte van het Huisarchief naar zijn herkomst in drieën te verdelen is, t.w. de Duitse bestanddelen uit Dil lenburg, de Bredase en Haagse bestanddelen en het Friese bestanddeel. Door de bijzondere positie van de stadhouder waren hofstaat en staatsbestuur bij ons ge scheiden. Na 1813 zag men in, dat de eigenlijke met het landsbestuur samen hangende stukken aan het Algemeen Rijksarchief behoren te komen en de stuk ken, die betrekking hebben op de regeling van rechtsverhoudingen binnen het vorstelijk huis, zoals erf- en huwelijksovereenkomsten, testamenten, nalaten schappen, boedelscheidingen en familiecorrespondentie van niet zakelijke aard alsmede aanstellingen, in het Huisarchief behoren ondergebracht te worden. In feite lagen de stukken echter vaak bij elkaar en de vele verplaatsingen van de archieven in de patriottentijd en de ballingschap hadden de zaak niet over zichtelijker gemaakt. In de eerste helft van de 19de eeuw werd een scheiding tot stand gebracht, maar voor sommige archiefbestanddelen is dit probleem nog actueel. Op instigatie van de directeur van het Koninklijk Huisarchief heeft de Algemene Rijksarchivaris tussen 1967 en 1970 een oriënterend onderzoek in het archief van Prins Willem IV laten instellen. Dit had tot gevolg, dat vanwege het Algemeen Rijksarchief de archieven van de prinsen Willem IV en Willem V zullen worden geïnventariseerd tegelijk met het op het Algemeen Rijksarchief berustende archief van de Stadhouderlijke Secretarie, hetwelk onder meer stuk ken betreffende de prinselijke hofhouding bevat. De wederzijds gewenste uit wisseling van stukken zal dan op grond van deze inventarisatie kunnen ge- schieden. Het is een grote verdienste van de heer Pelinck, dat hij steunend op onderzoe kingen van de heren J. Steur en A. J. Ubels, zowel een overzicht van de door hem beheerde cultuurschatten als een inzicht in de specifieke problema tiek van het Koninklijk Huisarchief aan onderzoekers en andere belangstellenden heeft verschaft. In de blauwe omslag met oranje letters en verlucht met afbeel dingen van de vroegere archiefbewaarplaats te Dillenburg en het daar gebruikte archiefetiket ziet Het Koninklijk Huisarchief er zeer verzorgd uit. Graag had ik ook nog een afbeelding gezien van het huidige 'waarlijk vorstelijk ai chief- en bliotheekgebouw' (blz. 22) uit 1895-1898, ontworpen door jhr. ir. J. P. E. Hoeutt van Velzen, bouwkundig adviseur van het Huis van H. M. de Koningin. J. H. van den Hoek Ostende [212] Inventaris van het archief van de onderafdeling Werkloosheidsverzekering 1914- 1944 van de Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling door F. C. van Proosdij, uitgave van het Ministerie van Sociale Zaken en Volks gezondheid 1970. Inventaris van het archief van het Werkfonds 1934 en de Interdepartementale Commissie Werkloosheidszorg, de Commissie Hacke ('H') door W. Veerman, «itgave van het Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid 1970. Heide inventarissen maken een zeer verzorgde indruk. Op het glanzende pa lier komen de illustraties, bestaande uit portretten en reproducties van archi valia, goed tot hun recht. Duidelijke inleidingen en uitvoerige inhoudsopgaven 'helpen de gebruiker op weg, terwijl aan eerstgenoemde inventaris bovendien een I literatuurlijst van twintig werken op het gebied der werkloosheidsverzekering is toegevoegd. De heer Van Proosdij vermeldt, dat hij deze inventarisatie verricht heeft in het kier van zijn opleiding aan de rijksarchief school. De inventaris valt in twee Men uiteen: 1 archief van de onderafdeling zelf en II archivalia van com- ftissies en raden. Onder I vindt men sub A wettelijke en andere voorschriften m de rijksoverheid en sub B uitvoering van de werkloosheidsverzekering door \meenten, door bonden en verenigingen met een werklozenkas en de werklozen- :org gedurende de bezetting 1940-1945. Over tal van organisaties, waarover el ms waarschijnlijk niets bewaard is gebleven, vindt men hier bijzonderheden. De inventaris telt 1833 nummers. De inventaris van de heer Veerman is veel minder omvangrijk, zij telt 52 num bers. Bij het Werkfonds 1934 stond de bestrijding van de werkloosheid door het \cheppen van werkgelegenheid op de voorgrond. De Commissie Hacke, ge- mmd naar haar voorzitter, de directeur-generaal van de arbeid dr. ir. A. H. If. Hacke, moest de totstandkoming voorbereiden van besluiten met betrek.- 1iing tot voorkomen en bestrijden van werkloosheid. Het is zeer interessant uit m inventaris te vernemen welke werken men toen op het oog heeft gehad. fr zijn restauraties bij, verbouwingen en nieuwbouwmaar ook werken aan hd- en waterwegen en aan de luchthaven Schiphol. hvee archieven, die het naaste verleden kunnen verduidelijken, zijn op alleszins ttpabele wijze toegankelijk gemaakt. Dat er uit vernietigd is wat daarvoor vol- >,ins de geldende normen in aanmerking kwam is verheugend de opgave harvan in de inventaris van de heer Van Pi'oosdij is echter jammer genoeg zon- ler opgave van hoeveelheden en van de jaren per rubriek dat er door oor- Dgshandelingen van beide archieven belangrijke gedeelten verloren gingen is 'ter te betreuren. De dagelijkse zaken van de Leidse Universiteit van 1581 tot 1596, tweede deel [213]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1971 | | pagina 27