boekbespreking CHAPTER XI Transitional and Final Provisions Section 64. The lists of records considered for destruction as drawn up under the Royal Decree of 7 October 1919 (Staatsblad No. 596) as amended by Our Decree of 13 July 1949 (Staatsblad J 322) shall remain in force until such time as they have been replaced by lists drawn up in accordance with paragraph 3 of Section 3 of the present Decree. Section 65. 1 Any person who has passed a doctoral examination referred to in Section 2 of the Royal Decree of 2 September 1919 (Staatsblad No. 551) as amended by Our Decree of 5 May 1949 (Staatsblad J 193) and the examination referred to in Sec tion 4 of that Decree shall posses the qualification of senior archivist referred to in Section 9 of the Act. 2 Any person who has passed the examination referred to in Section 5 of the Decree named in the preceding paragraph shall possess the qualification of middle-grade archivist referred to in Section 9 of the Act. 3 Any person who can prove to the satisfaction of the examining board referred to in paragraph 3 of Section 34 that he was studying for one of the examinations referred to in Sections 4 and 5 of the Decree named in paragraph 1 on the date of the entry into force of the present Decree may take such examination within three or two years respectively of that date. Section 66. A State Archivist entrusted with the inspection of the records of munici palities, Water Boards, Fenland Boards, and Fenland Polders under Section 1 of the Royal Decree of 6 September 1919 (Staatsblad No. 557) as amended by the Royal Decree of 15 August 1936 (Staatsblad No. 370) and who has received on that account a remuneration from the Provincial Government concerned, shall continue to be char ged with the inspection referred to in Section 55 of the present Decree. The situation can be changed only with authorization from Our Minister after the State Archivist concerned has been heard. Section 67. This Decree may be cited as the Archives Decree. Section 68. This Decree shall enter into force on the date of the entry into force of th& Act Our Minister for Cultural Affairs, Recreation and Social Work shall be charged with the implementation of this Decree, which, together with its Explanatory Note, shall be published in the 'Staatsblad'. A copy of the Decree shall be sent to the Council of State. Soestdiik, 26 March 1968. JULIANA. The Minister for Cultural Affairs, Recreation and Social Work, M. Klompé. 208 J Drs. J. A. K. Haas, Inventaris van het archief van het Kapittel van Sint Pieter te Sittard. Maastricht 1970. Het Rijksarchief in Limburg heeft een begin gemaakt met het publiceren van een serie inventarissen van archieven, die in deze archiefbewaarplaats berusten. Van de hand van de heer Haas, chartermeester bij dit Rijksarchief, verscheen als eerste inventaris in deze serie die van het archief van het kapittel van St. Pie ter te Sittard (intussen werd door de heer Haas in 1971 ook reeds de later te tespreken Inventaris van de archieven van het Kapittel van Sint Salvator te Susteren op gelijke wijze uitgegeven). Op de omslag van deze goed verzorgde uitgave in offsetdruk staat, evenals bij de andere delen van de serie, de Min- ierbroederskerk, waarin het Rijksarchief te Maastricht is gehuisvest, afgebeeld, terwijl na de titelpagina een fraaie prent van de St. Petruskerk te Sittard is afge takt. In de Inleiding beschrijft drs. Haas in het kort het ontstaan, de statuten tn de eigendommen van het kapittel. Op verzoek van Walram van Valkenburg, ieer van Born en Sittard, werd door de bisschop van Luik de kerk van Sittard 1299 tot collegiale kerk verheven. De twaalf kanunniken werden benoemd ioor de landsvorst, de heren van Valkenburg, later de hertogen van Gulik. In .802 werd het kapittel opgeheven en werden de eigendommen met het archief ioor de Franse staat in beslag genomen. De archiefbescheiden kwamen later, tezamen met vele andere archieven van kerkelijke instellingen uit het departe- «ent van de Roer, in het Staatsarchief te Düsseldorf terecht, waarvandaan ze tl 1926 door een archiefruil naar Maastricht werden overgebracht. Wie over een a ander méér wil weten, wordt door de heer Haas goed geholpen door zijn uitvoerige litteratuuropgave. In de inleiding wordt voorts nog een uiteenzetting «even over twee nummers uit de bijlage, n.l. over het proces-verbaal van de uonfiscatie van 1802 en over een dossier betreffende het onderzoek door de vre- ierechter van Sittard, begonnen in 1806, naar een verduistering van kapittel goederen door een ontvanger. Het archief bevat thans veel minder stukken dan in 1802 blijkens een toen ver- «rdigde inventaris werd geconfisqueerd. In 1904 werd een nieuwe inventaris sa mengesteld, die thans niet meer voldoet. De 136 nummers van de nieuwste in- Waris zijn verdeeld in stukken van algemene aard (4 delen resoluties) en stuk en betreffende bijzondere onderwerpen, n.l. de inrichting, de bezittingen en [209]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1971 | | pagina 25