We hebben in het voorbijgaan enige tegenstellingen genoemd tussen BG en het
Liber: tijdelijk-blijvend belang; weinig afschriften-veel afschriften; papier-perka
ment. De eerste tegenstelling lijkt me de belangrijkste in de rij. Nadrukkelijk
dient hier te worden vastgesteld, dat het hier niet gaat om een deel voor werk
zaamheden van de ene en een deel voor activiteiten van een andere groep van
de raad, het bestuur was nog te weinig gedifferentieerd108. Het gaat hier om
twee verschillende wijzen van administreren door één en het zelfde bestuurs
lichaam, corresponderend met twee verschillende soorten van handelingen10"
(met tijdelijk dan wel blijvend belang).
Dan zullen we nu aandacht besteden aan de betrekkingen van BG met twee
door Van Riemsdijk in navolging van Oem memoriale genoemde archiefbestand
delen. Zij staan los van de serie waarvan BG de eerste is. Van Limburg Brouwer
vermeldt hun bestaan niet. Deze twee memorialen zijn extra interressant, om
dat ze gelijktijdig met BG gehouden zijn.
Het eerste draagt tevens de naam EL 9no en is tegelijk met twee registers in
één band gebonden111. Het is in 1381 buiten Holland gehouden. Er komen
aantekeningen in voor over handelingen gesteld in Zeeland, Henegouwen en
Bergen op Zoom112. Van Riemsdijk meent, dat dit memoriale niet in BG op
genomen kan zijn geweest, omdat het ook aantekeningen bevat die in het Liber
thuis hoorden113. Men kan dit alleen maar beamen en er aan toevoegen, dat
er eveneens notities in staan van het soort dat in het memoriaal van schulden
en recessen voorkomt114.
De innerlijke overeenkomst tussen sommige aantekeningen in EL 9 en die in
BG die Van Riemsdijk signaleerde, is met name op één bladzijde opvallend en
slechts bij een kleine minderheid van de notities waar te nemen. Verder moet
er aan herinnerd worden, dat er bijna geen aantekeningen uit 1381 in BG zijn
of zijn overgebleven. De term memoriale is hier terecht gebruikt, maar de in
houd is meer pluriform dan die van BG. EL 9 zal een reismemoriaaltje ge
weest zijn om aantekeningen te maken die men anders in de drie bovenge
noemde archiefbestanddelen noteerde. Het is slechts vier bladen groot. Het lijkt
niet uitgesloten, dat er nog meer reismemoriaaltjes bestaan hebben (waarschijn
lijk het gedeelte a van BG); iets dergelijks raakt natuurlijk gemakkelijk verloren.
Het is veel moeilijker te doorgronden, waarom het memoriale anno 89 EL 7
werd bijgehouden115. Volgens Van Riemsdijk bestaat het uit twee gedeelten,
a en b. Voor zover kon worden nagegaan zijn de twee gedeelten, hoewel ver-
108 RAN, p. 71.
109 Pitz, o.c., p. 22.
110 LRK, inv. nr. 323; vR., nr. 50, p. 526, 642.
111 vR., nr. 103 en een memorie over tienden in Leckerland, vR., p. 527.
112 vR., p. 642; register EL 9, f. lr, 4v, lv.
113 vR., p. 642; EL 9, bijvoorbeeld f. lr, lv.
114 Bijvoorbeeld EL 9, f. 3r. Memoriaal van schulden en recessen tijdens Hertog
Albrecht: LRK, inv. nr. 56B; vR., nr. 87, p. 557, 655-6.
115 LRK, inv. nr. 33; vR., nr. 51, p. 527, 643.
[44]
schillend van karakter, steeds bij elkaar gebonden geweest110. Ze zijn thans sa
men met twee registers in één band117. Terwijl het gedeelte a sterk aan het
memoriale BG doet denken wat de inhoud betreft, is het gedeelte b, 't After-
stal van der Zijp' geheten, een zeven folia lange lijst van achterstallige beta
lers aan de afdamming van de Zijpe in 1388 over de plannen waartoe vele
notities in BG staan118, toch wel iets anders. Het is een typisch gelegenheids
stuk dat bij toeval steeds samen met het gedeelte a ingebonden is. De woor
den van Oem die van een 'quoyer' spreekt dat achter het memoriale ingebonden
is (thans vóór), 'int lesten vanden voorsz. register'119, duiden mijns inziens al
op een tweeheid. Zo voldoet de behandeling door Van Riemsdijk van de twee
gedeelten onder één nummer niet bijzonder. Zijn benaming 'memoriale' voor
het geheel misstaat zeker niet, waarschijnlijk is 't Afterstal als reismemo
riaaltje gebruikt, toen men het memoriaal van schulden en recessen niet bij
zich had.
De oudste gedateerde aantekening van het memoriale EL 7a is van 12 de
cember 1389, de jongste van 3 september 1390120. Hiervóór werd al betoogd,
dat de eenheid van het gedeelte c van BG zeer twijfelachtig was. We zullen zien,
dat het laatste katern (10) dat Van Riemsdijk bij c rekent een eigen plaats heeft
ingenomen. Dit katern begint op f. 115 nadat het vorige met een leeg, later vol
geplakt blad is geëindigd. Het is bijgehouden van 8 december 1389 tot 19 sep
tember 1390121, in dezelfde tijd dus als EL 7a. De conclusie dat men gedurende
deze maanden twee aparte memorialen heeft gehouden dringt zich op.
Voor zover we kunnen nagaan zijn de handelingen waarvan de neerslag in
het zes folia tellende EL 7a te vinden is alle te Den Haag geschied. Maar voor
de handelingen waarvan sprake is in het laatste katern van BG geldt op twee
uitzonderingen na het zelfde122. Bij nadere beschouwing van de inhoud der
beide archiefbestanddelen valt het op, dat er enige notities van geheel of vrij
wel identieke redactie in de beide memorialen voorkomen. Bij vergelijking van
deze notities en enige aantekeningen die in elk van beide memorialen een andere
fase van een zelfde zaak meedelen123 blijkt niet dat het ene memoriale belang
rijker was dan het andere of dat EL 7a het klad was van BG's laatste katern of
omgekeerd. Vele aantekeningen staan slechts in één van beiden. In elk geval is
vast te stellen dat de beide memorialen naast elkaar werden bijgehouden en dat
dit grotendeels in de zelfde plaats gebeurde. Kennelijk wilde men in december
116 LRK, inv. nr. 409 (Oem), f. 17r; Suys, f. 227v.
117 EL 7 in één band met: register EL 35, (vR. nr. 38, p. 516, 629) en register
EL 36 (vR., nr. 80, p. 553, 653).
118 BG, f. 86v-87r, 93r.
119 LRK, inv. nr. 409 (Oem), f. 17r.
120 EL 7a, f. 3r-v, 6v.
121 BG, f. 112 (laatste blad katern 9); 115r, 121v (data handelingen).
122 BG, f. 117r, 120v.
123 Bijvoorbeeld (geheel of bijna geheel identiek) BG, f. 118v-EL 7a, f. 5v; (fasen
van zelfde zaak); BG, f. 115r-EL 7a, f. 3r; BG, f. 110v-EL 7a, f. 2r-3v (RGH, dl.
III, p. 38-42).
[45]