't Hoff, de toenmalige Rijksarchivaris van de Derde Afdeling (archieven van
Holland) van het Algemeen Rijksarchief, laat ruimte voor die veronderstel
ling33. Over het werk in BG, dat Van Riemsdijk wel gezien moet hebben, spreekt
hij niet. Maar hier was Van Limburg Brouwer op een in de ogen van een mo
derne archivaris wel zeer onorthodoxe manier te werk gegaan.
Als vanzelf komen we hiermee op wat er in het memoriale na de voltooiing
bijgeschreven is. In de 15de eeuw werd, zoals reeds opgemerkt, een eerste
paginering in Romeinse cijfers aangelegd die loopt van I-CXXI in de volgorde,
waarin de bladen destijds gebonden waren (a-b-c). Verder zijn er nog op zijn
minst twee 17de eeuwse handen in BG bezig geweest. Eén (of meer) heeft een
groot aantal aantekeningen van opschriften voorzien. Overigens zijn er ook
nogal wat eigentijdse opschriften in het memoriale31. Een andere hand uit
de 17de eeuw heeft een korte inhoudsopgave van het memoriale verzorgd,
die nu op f. lllv is opgeplakt. Van dergelijke inhoudsopgaven geschreven door
de zelfde hand zijn ook de latere memorialen voorzien. Daar zijn ze echter
veel langer.
De belangrijkste hand is in de 19de eeuw in BG bezig geweest. Waarschijnlijk
behoorde hij toe aan Van Limburg Brouwer, want het is de hand die de
inhoudsopgave geschreven heeft. De archiefambtenaar bracht een foliëring
aan in Arabische cijfers in de volgorde b-c-a-c, want de katerns lagen inmid
dels anders. De foliëring loopt van 1-111. Telkens, wanneer er in BG naar de
hofstijl een nieuw jaar begon, tekende Van Limburg Brouwer dit aan. Hij gaat
hierbij zeer voorzichtig te werk. Alleen wanneer direct uit de tekst blijkt, dat een
handeling in een bepaald jaar plaats had, maakte hij zijn aantekening en soms35
is hij te laat. Ook bij opgeplakte stukken werd een jaartal geschreven.
De laatste hand die we hier te noemen hebben, is die van een 20ste eeuwse
anonymus die met potlood de katerns van BG genummerd heeft.
Dit brengt ons automatisch op het volgende onderwerp, de katernering van
BG. Het gedeelte b omvat het katern 1, c de katerns 2-6 en 8-10, het gedeelte
a tenslotte vormt het katern 7. De katerns 4 en 10 hebben een oneven aantal
folia. Misschien zijn daar één of meer bladen zoek geraakt. Dan zijn achter in
het memoriale de folia 113 en 114 gebonden. Omdat zij aan elkaar vastzitten
en ook inhoudelijk opvallen, zullen ze eertijds wel een onafhankelijk katern
gevormd hebben tussen 9 en 10. Het zelfde is minder waarschijnlijk voor de
zoekgeraakte bladen 65-68, want de aantekeningen aan het begin van het vol
gende katern (6) sluiten chronologisch bepaald slecht aan. Er is een gaping van
twee jaar (1384-1386). De mogelijkheid bestaat, dat er aan 65-68 nog bladen
hebben vast gezeten die achter het katern 6 lagen. Weliswaar is daar chronolo
gisch gezien weinig ruimte, maar er kunnen natuurlijk onbeschreven bladen ge
weest zijn. In dat laatste geval hebben we een aanwijzing te meer, dat hel
gedeelte c minder homogeen geweest is dan Van Riemsdijk aanneemt. Maar al
33 vLB, titelblad.
34 Zie resp. BG, f. 30v (17de eeuws) en 95v (eigentijds).
35 BG, bijvoorbeeld f. 118v.
[30]
met al is het niet minder waarschijnlijk, dat 65-68 toch één katern gevormd
hebben. Voor een concordans van paginering en katernering zie men Bijlage B.
Wat de foliëringen betreft, zij nog het volgende opgemerkt. Behalve dat de
Romeinse loopt van a-b-c- en de Arabische van b-c-a-c zijn er nog andere
verschillen. Voor een concordans zie men Bijlage A.
2. Het memoriale en zijn notities,
a. Algemene opmerkingen.
Laten we dan nu eindelijk de betekenis van het woord memoriale eens wat na
der onder de loupe nemen. In het Middelnederlands betekent het kladboek, aan
tekenboek of handboek38. De archivalische term memoriaal werd gebruikt voor
een eerste ontwikkelingsstadium van resoluties of notulen van een vergadering.
Het zijn die aantekeningen die tijdens een vergadering zijn gemaakt. De uitge
werkte heten dan concept, de goedgekeurde minuut. Een ander woord voor
memoriaal is klad. Dit wordt tegenwoordig aanbevolen, de term memoriaal blijkt
in onbruik te zijn geraakt37 en niet ten onrechte, zoals uit het volgende mag
blijken.
In BG zijn in totaal 370 aantekeningen gemaakt over zaken die in de grafelijke
raad ter sprake zijn gekomen. In zijn commentaar op het memoriale BD schrijft
Van Riemsdijk, dat dit behalve acten en beschikkingen over rechts- en staats
zaken die hij ook in BG geconstateerd had, afschriften van 'open brieven' (de
moderne archiefterminologie gebruikt hier het woord acten) die slechts van
tijdelijk belang waren bevat. De afschriften in de registers zijn van blijvend
belang38. Van Riemsdijk zegt niets directelijks over het karakter (al dan niet
van tijdelijk belang) van de aantekeningen in BG, maar het is duidelijk, dat
er weinig ruimte voor verrassingen blijft. Bij nader onderzoek blijken 344 van de
370 aantekeningen in BG van tijdelijk belang te zijn. Een overgrote meerder
heid dus, maar geen uniformiteit. Gemakkelijk is het niet om criteria aan te
geven door de kwalificaties 'tijdelijk' en 'niet-tijdelijk'. We kunnen ze misschien
het beste doen blijken uit de voorbeelden in het volgende exposé.
Vaak staat genoteerd, dat er op een genoemde datum een dagvaart van de raad
zal zijn, soms wordt zelfs de agenda van die dagvaart vermeld39. Ook wordt er
veel aangekondigd, dat de leden van de raad een opdracht moeten vervullen of
dat partijen worden opgeroepen, wanneer hun geschil door de raad behandeld
wordt40.
36 E. Verwijs en J. Verdam, Middelnederlands Woordenboek, 11 dln, 's-Gravenhage,
1885-1941. (hierna geciteerd als: Verwijs-Verdam). Zie deel IV, k. 1368.
37 Handleiding voor het ordenen en beschrijven van archieven (door S. Muller Fz., J.
A. Feith en R. Fruin Th. Az.), Groningen, 19202, 89, p. 145; Nederlandse Archief-
terminologie (door J. L. van der Gouw, H. Hardenberg, W. J. van Hoboken en
G. W. A. Panhuysen), Zwolle, 1962 (hierna geciteerd als: NAT), nr. 37, p. 13.
38 vR„ p. 526, 643.
38 BG, f. 87v, 26r.
40 BG, resp. f. 35v, 5lr.
[31]