Stichting Tehuis voor Archiefambtenaren Na rijp beraad besloten Regenten van de Morrenstichting vorig jaar tot verkoop van het bijna negentig jaar oude pand Celebesstraat nr. 76 te 's Gravenhage, dat eertijds tot woning diende van Theodoras Morren en diens moeder en de volgen de vijftig jaar tot 'Tehuis' voor vele archivarissen. De te hoge exploitatiekosten dwongen het college van Regenten een stap te doen, die reeds door vele directies van Haagse hotels en pensions was gezet. Het was wel mogelijk om nog enige jaren voort te gaan met het aanspreken van het stichtingskapitaal voor voorzie ningen aan het gebouw en de elk jaar hoger wordende personeels- en andere kos ten, maar dat zou er op de duur toe leiden, dat aan de doelstelling van de stichter: het scheppen van een logeergelegenheid voor archivarissen te 's-Gravenhage, niet meer zou kunnen worden voldaan. Hogere pensionkosten zouden het verblijf in de sterk achteruitgaande 'Indische buurt' voor de collega's archivarissen zeker niet aantrekkelijker maken. Ook de Vereniging van Archivarissen in Nederland, hoewel van goede wil blijkens het artikel, waarin zij haar grote bezorgdheid uit spreekt over de financiële positie van de Stichting, zou geen kans zien één a an derhalve ton bijeen te brengen voor de exploitatie van een nieuw Archivarissen- tehuis. Een inzameling onder de leden van de Vereniging tot verruiming van de geldmiddelen van de Stichting in de jaren 1954/55 leverde slechts enkele honder den guldens op (zie Ned. Archievenblad 1954, blz. 98; 1969, blz. 64 en 1970 blz. 100—101.) Door Regenten werd vervolgens besloten de opbrengst van het pand toe te voe gen aan het stichtingskapitaal en door aanwending van de totale inkomsten daar van op andere wijze te voorzien in de doelstelling van wijlen Theodoras Morren. Inmiddels is het pand verkocht; het geld is belegd; de waardevolle inventaris goederen zijn tijdelijk veilig ondergebracht in een afzonderlijke ruimte in de bun ker te Schaarsbergen. Zodra een nieuwe gemeentelijke archiefbewaarplaats en een nieuwe algemene rijksarchiefbewaarplaats te 's-Gravenhage zullen zijn gebouwd, zal toestemming worden gevraagd tot inrichting van Morrenkamers in genoemde gebouwen. De inventarisgoederen zullen dan over deze kamers worden verdeeld. Met het bestuur van de Vereniging van Archivarissen zal overleg worden ge pleegd over het gebruik van genoemde ruimten als studie- en vergadergelegenheid. Over een nieuwe logeergelegenheid voor de archivarissen is inmiddels onderhan deld met de directie van het Fries Hotel te 's-Gravenhage, welk hotel is gelegen aan de Zwarteweg, tegenover het station Staatsspoor. Regenten hebben tevens besloten om de kosten van logies en ontbijt in dit uit stekende hotel voor rekening te nemen van de Stichting indien hogere en middel bare archiefambtenaren van deze nieuwe logeergelegenheid te 's-Gravenhage ge bruik maken. De kosten voor lunch en diner zijn voor eigen rekening. Ieder die van deze gelegenheid tot logies wenst gebruik te maken kan zich daartoe schrifte lijk wenden tot de directeur onder opgave van het aantal gewenste overnachtingen. H. J. van Meerendonk, direkteur van de Stichting Tehuis voor Archief ambtenaren, Veenendaalkade 610, 's-Gravenhage 176] Rijks archiefschool 1970-1971 Op 11 september 1970 werd het studiejaar 19701971 geopend met een bijeen komst van leerlingen en docenten in 's-Gravenhage, gevolgd door een bezoek aan het algemeen rijksarchief. Tot de opleiding (die wederom te Utrecht gegeven wordt) zijn toegelaten 13 adspirant hogere archiefambtenaren, 28 adspirant mid delbare archiefambtenaren en 2 toehoorders voor enkele vakken van de opleiding middelbaar archiefambtenaar. De deelnemers aan de laatstgenoemde opleiding zijn gesplitst in twee klassen, die beide op vrijdag les hebben; de opleiding hoger archiefambtenaar wordt op maandag gegeven. De leerlingen lopen stage bij: het algemeen rijksarchief (10), de rijksarchieven in Groningen (3), Noord-Brabant, Limburg, Zeeland, Utrecht en Friesland (elk één), de gemeentearchieven te Nijmegen (4), Eindhoven (2), Utrecht (5), Bergen op Zoom, Haarlem, Dordrecht, Venray, Zierikzee en Zwolle (elk één) en onder toezicht van de provinciale inspecteur in Utrecht (1). Voorts vervullen 2 leerlingen onder toezicht van de algemene rijksarchivaris hun stage bij onderscheidenlijk het historisch archief van het ministerie van sociale zaken en volksgezondheid en het bureau van de archivaris van de Nederlandse Hervormde Kerk. Eén adspirant hoger archiefambtenaar heeft de stage reeds vervuld voor het examen middel baar archiefambtenaar. Van de adspirant hogere archiefambtenaren hebben negen het doctoraal geschie denis (Leiden 3, Groningen 3, Utrecht 2, Nijmegen 1), één doctoraal rechten (Leiden), één engels (Nijmegen), één kunstgeschiedenis (Utrecht) en één Neder lands en geschiedenis (Nijmegen). Het leerplan is op een aantal punten gewijzigd: van sommige vakken is het aantal uren gewijzigd, nieuwe vakken zijn toegevoegd (Hoofdlijnen van de geschiedenis en de organisatie van het archiefwezen hoger en middelbaar Hoofdzaken van de geschiedenis van de Nederlandse rechtsinstellingen middelbaar), van enige vakken is de benaming gewijzigd om een verandering van inhoud tot uit drukking te brengen. Het aantal docenten bedraagt thans 22 (vorig jaar 15); van de archiefambtenaren onder hen zijn 8 docenten in gemeentedienst, 10 docenten zijn rijksarchiefambte- naar. Voor alle vakken zal in de loop van het studiejaar aan de leerlingen lesmateriaal, waaronder syllabi, worden uitgereikt. De syllabi worden ook toegezonden aan de archivarissen onder wier toezicht doorgaans stagiaires werkzaam zijn. [177]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1970 | | pagina 9