luchtbehandelingsinstallatie Gemeentearchief Leiden filters. De bedoeling daarvan is de archiefstukken te beschermen tegen de vele chemische ongerechtigheden, die tegenwoordig de gewone lucht voor lang te be waren zaken gevaarlijk maken. Vooral het percentage zwavel in de buitenlucht neemt toe. Leiden wordt daardoor nog niet zo erg geplaagd maar Den Haag had niet lang geleden last van een gaswolk, veroorzaakt door de stookinstallaties der vele kassen in het Westland. Het gasfilter bestaat uit bussen met aktieve kool, waar de lucht doorheen geleid wordt. Periodiek wordt één van deze bussen in de fabriek onderzocht. Blijkt deze zeer vuil te zijn, dan worden de bussen vervangen. De investeringskosten voor deze koolfilter-installatie zijn hoog, ongeveer 1 per kubieke meter lucht, de exploitatie-kosten zijn nog onbekend. Verder wordt er in de depots gewerkt met een temperatuur van 20 gr. C. en een relatieve vochtigheid van 60 In de VS kiest men meestal voor eenzelfde temperatuur benevens een relatieve vochtigheid van maar 45 dit ter voor koming van boekenwurm, die in Nederland weinig optreedt. 60 is 's winters te veel, dan mag de grens tussen 45 en 58 liggen. Het is in het algemeen raadzaam een gebouw zo te construeren, dat het zoveel mogelijk vrij is van beïnvloeding door het weer buiten. Iedereen kan waarnemen, dat de schommelingen in vochtgehalte en temperatuur binnen de wanden van een oud kasteel veel geringer zijn dan tussen de wanden van een modern kantoorge bouw met veel glazen ramen. Het opzetten van een goed luchtverversingssysteem is daarom voor een gebouw van het eerste type veel eenvoudiger dan voor een van de tweede soort. Het is raadzaam tevens de vochtigheidstolerantie wat ruim te nemen, want 1 gr. C. temperatuursverschil geeft al een verschil in vochtigheid van 5 Zou men zijn tolerantie dus bijvoorbeeld op 1 stellen, dan zouden de temperatuurschommelingen maar 0.2 gr. C. mogen bedragen! Dat wordt na tuurlijk moeilijk en maakt de installatie duur'. Met deze interessante raadgevingen besluit ir. Idema Greidanus. De voorzitter bedankt hem voor zijn leerzame voordracht en herinnert eraan, dat het archief wezen nog zeer verdeeld is over de vraag of air-conditioning noodzakelijk is. Het gezelschap bezichtigt vervolgens in vier groepen onder leiding van mej. Ver sprille en de heren mr. W. Downer, drs. B. N. Leverland en C. J. Pelle het archiefgebouw. Bijzondere aandacht wordt tijdens de rondleiding geschonken aan het luchtverversingssysteem voor de archiefdepots, welks werking onder de des kundige uitleg van ir. Idema Greidanus goed zichtbaar wordt, en verder aan de indeling van de leeszaal en de opberging van kaarten en prenten. Deze hangen deels, wat de grootste stukken betreft, in speciale uitschuifkasten en staan verder op karton vastgezet rechtop in hoge laden met vele metalen tussenschotten. Dat laatste om te voorkomen, dat de kaarten en prenten zwaar tegen elkaar aanleunen. Deze rondleiding vormt het besluit van een boeiende en archieftechnisch zeer leerzame dag. 4 De heer Idema Greidanus was zo vriendelijk voor het Archievenblad een korte be schrijving te maken van het in het Leidse gemeentearchief toegepaste luchtbehandelings systeem, zie hierna de blz. 173175. [172] Hieronder volgt een korte beschrijving van het in het Gemeentearchief aan de Boisotkade te Leiden toegepaste luchtbehandelingssysteem ten behoeve van de archiefbewaarplaatsen. Het archiefgebouw bestaat in hoofdzaak uit 3 gedeelten: A. Het oude archiefgebouw dat op de 1ste, 2de en 3de verdieping archiefbewaar plaatsen bevat en verder een leeszaal, een binderij en kantoren. B. Een nieuwbouw depot met 4 verdiepingen gelegen achter het onder A ge noemde gebouw en geheel als archiefbewaarplaats in gebruik. C. Een rechts naast het onder A genoemde gebouw gelegen nieuwbouw waarin een tentoonstellingsruimte en kantoren zijn ondergebracht. In de kelder van het oude archiefgebouw is een ketelhuis ingericht met 2 gas gestookte verwarmingsketels, welke verwarmingswater leveren voor de radiatoren verwarming in de leeszaal, tentoonstellingruimte, kantoren en het nabij gelegen 'Pilgrim Fathers' huis, terwijl op de ketelinstallatie ook nog aangesloten is een luchtverwarmingsbatterij welke ingebouwd is in de hierna genoemde luchtbehan delingsinstallatie. Op de zolderverdieping van het oude archief gebouw is opgesteld een centrale luchtbehandelingsinstallatie welke door middel van een hoge-druk luchtkanalen- systeem is aangesloten op alle archiefbewaarplaatsruimten. In deze ruimten zijn onder de ramen in omkastingen gemonteerd 'inductair' hoge druk units geplaatst waarin de 'primaire' lucht uit de centrale luchtbehandelingsinstallatie onder hoge druk door nozzles ingeblazen wordt, waardoor een meesleepeffect ontstaat zodat 'secundaire' ruimtelucht via een in de unit ingebouwde luchtverwarmingsbatterij wordt aangezogen. Boven de nozzleplaat vermengen de primaire en de secundaire lucht zich en het mengsel wordt door roosters in de vensterbank aan de ruimten toegevoerd. De totale hoeveelheid primaire lucht bedraagt 9500 m:1/h, welke bestaat uit ca. 50 van de retourlucht welke uit de ruimten wordt teruggevoerd naar de lucht behandelingsinstallatie en ca. 50 buitenlucht. Aan de hand van de figuur volgt een korte beschrijving van de installatie. Als warmtebron fungeert verwarmingswater uit de in de kelder opgestelde ketel installatie, als koelmedium wordt gebruik gemaakt van koud water afkomstig van een naast de luchtbehandelingskast op de zolder opgestelde koude generator waar in het cirkulerende water wordt gekoeld tot ca. 4° C. De retourlucht uit de bewaarplaatsruimten wordt via roosters en een luchtkana- lensysteem afgezogen door een in de luchtbehandelingskast gemonteerde afzuig- 173

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1970 | | pagina 7