van Linnaeus de oorkonden naar hun kenmerken in regna, classes, ordines en series, onderverdeeld in partitiones, genera en series en genoemd naar bekende ge leerden. De belangstelling voor zijn colleges was zo overweldigend, dat de ge hoorzaal dikwijls de toehoorders niet kon bevatten, die dan buiten op ladders aan de vensters stonden te luisteren. Gatterers verdienste ligt voornamelijk echter hierin, dat hij te Göttingen een diplomatisch apparaat stichte waarin vele oor konden als werkobjecten werden bijeengebracht. Na zijn dood is deze verzame ling voor Göttingen verloren gegaan; zij bevindt zich thans in het staatsarchief te Luzern. Gelukkiger was men met het apparaat van zijn opvolger. Dit bleef voor Göttingen behouden en werd in de loop der jaren sterk uitgebreid. In de tweede wereldoorlog is het onbeschadigd gebleven. Thans worden, zoals de schrijver opmerkt, oorkondenverzamelingen door de archivarissen met wantrouwen bekeken als in strijd met het herkomstbeginsel, maar de kern van het Göttingse apparaat, het oorkondenbezit van het stift Rie- chenberg, is een gesloten bestand. Verder hebben vele 'Splitterprovenienzen' hun behoud te danken aan hun opneming in een dergelijke verzameling. Van onschat bare waarde is, dat men de studenten bij hun studie de originelen in de hand kan geven. Het tweede artikel Aktenbestand, Geschaftsverfahren und Geschaftsgang der 'Deut- schen Verfassungsgebenden Reichsversammlung' (Nationalversammlung) 1848/49 und ihrer Ausschiisse is van de hand van Rüdiger Moldenhauer. De National versammlung constitueerde zich in de Paulskirche te Frankfort op 18 mei 1848, Bij besluit van de radikale meerderheid van 30 mei 1849 vertrok de linkerzijde als rompparlement naar Stuttgart. Dit werd 18 juni 1849 door de Württembergse regering ontbonden. Het grootste deel van het archief van het presidium werd van Frankfort naar Stuttgart, vervolgens naar Liestal bij Basel en tenslotte naar Bern overgebracht. Sinds 1852 is het verdwenen. Het in Frankfort achtergebleven gedeelte van het archief werd in 1851 aan het archief van de Deutsche Bundesver- sammlung overgegeven. Het wordt thans bewaard in de Aussenstelle Frankfurt des Bundesarchivs. Bekend is welke stukken naar Stuttgart zijn overgebracht. In het artikel wordt het technisch apparaat van de Nationalversammlung en zijn funkties beschreven. Zeer nuttig voor degenen die het archief willen raadplegen, De overige artikelen betreffen buitenlandse archieven. Wolfgang Leesch behan delt Das spanische Archivwesen, een overzicht dat ook voor Nederlanders van belang is, maar zich niet leent voor een korte samenvatting. Roger H. Ellis be schrijft The Royal Commission on Historical Manuscripts, a short account of its constitution and present functions. Voor deze instelling kan ik verwijzen naar het Nederlands archievenblad 1970 blz. 69 en 1965 blz. 173. Anton Largiadèr geeft in zijn Neuere Literatur zur Geschichte der Archive in der Schweiz een over zicht van de sinds 1966 in dit land verschenen literatuur. Van meer algemeen be lang onder de besproken boeken en bijdragen is het artikel van Andreas Staehelin, Archive und Geschichtsforschung, in Discordia concors. Festgabe für Edgar Bon jour, B. II Basel 1968, S. 545564. Na de artikelen volgen als gewoonlijk Be- sprechungen en Zeitschriftenbericht. Nederland komt daarbij niet voor. W. J. F, Berichten Gemeente- en waterschapsarchieven. Alkmaar. Op 1 januari 1970 trad de nieuwe archiefverordening, die door de gemeenteraad op 23 oktober 1969 werd vastgesteld, in werking. Het jaar 1969 wordt door de archivaris overigens aangemerkt als een jaar zonder schokkende gebeurtenissen, waarin gestaag werd gewerkt aan de verdere uitbouw en toe- gankelijkmaking van het archief. Het oudste gedeelte van het stadsarchief (1254 1815) werd in een concept-inventaris beschreven. Vele in de vorige eeuw uit dit archief naar andere archieven en collecties overgebrachte stukken moeten naar hun plaats van herkomst worden terug gebracht, zodat de definitieve inventaris van het stadsarchief nog wel enige tijd op zich zal laten wachten. De collecties Hand schriften, Personalia, Omgeving Alkmaar en Familiepapieren werden samenge voegd tot een collectie Aanwinsten en beschreven in een systematische en een alfabetische inventaris. Van de collectie Van Foreest kwam een inventaris in concept nagenoeg gereed. Tot de aanwinsten van 1969 behoorden het archief van het Hof van Sonoy 17441964 en het archief van het waterschap de Schermeer 17341968. Het aantal archiefbezoekers bedroeg 240 (v.j. 287), die 1040 (v.j. 1060) bezoeken brachten. Amersfoort. In 1969 werkte de archivaris aan de samenstelling van de inven taris van het oud-archief tot 1813, terwijl de beschrijving der stukken van het aanhangsel van het oud-archief werd voltooid. Door de scriptie van J. G. Smit over de betrekkingen van Amersfoort met de bisschoppen van Utrecht, de stad Utrecht, de graven van Holland en de hertogen van Gelre van het eind der veertiende tot het eind der vijftiende eeuw, werden talrijke tot dusver onbekende gegevens omtrent de stadsgeschiedenis in genoemd tijdvak, vooral uit het Algemeen Rijks archief en het Rijksarchief in Utrecht, aan het licht gebracht. Over de vroegste bestuursgeschiedenis van Amersfoort en de stadsrechtverlening van 1259 schreef de archivaris een verhandeling in Spiegel der Historie. Het aantal bezoekers bedroeg 62 (v.j. 113), die 126 (v.j. 160) bezoeken aflegden. Amsterdam. De belangrijkste gebeurtenis van 1969 was de voltooiing van de tweede fase van de uitbreiding en verbetering van het gebouwencomplex Amstel- dijk: de nieuwe werkvleugel aan het hoofdgebouw kon na een bouwperiode van [241] [240]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1970 | | pagina 41