Kroniek
Buitenlandse archivistische literatuur.
Prologue, the Journal of the National Archives, is het nieuwe Amerikaanse ar
chieftijdschrift, dat drie maal per jaar zal verschijnen. Het eerste nummer kwam
uit in mei 1969. De redactie streeft ernaar door de publicatie van artikelen, do
cumenten en berichten, die gebaseerd zijn op of ontleend aan de inhoud van
de 21 grote archiefbewaarplaatsen in de Verenigde Staten, zowel Federal Records
Centers als Presidential Libraries, de archieven grotere bekendheid te geven. De
naam is afgeleid van de woorden van Antonio in Shakespeare's The Tempest:
What is past is prologue1, die zijn aangebracht bij de ingang van het National
Archives Building aan Pennsylvania Avenue in Washington2. Blijkens het voor
woord van James B. Rhoads, Archivist of the United States, wil men door deze
publicaties tevens de kloof overbruggen, die er in 35 jaar van het bestaan van de
National Archives is ontstaan tussen de archivarissen en de wetenschappelijke
wereld.
In het eerste nummer zijn drie artikelen opgenomen. A. Philip Muntz geeft een
overzicht van de Federal Cartographic Archives. Herman R. Friis publiceert een
uitvoerige en doorwrochte studie over The David Dale Owen Map of South
western Wisconsin met talrijke illustraties, waarbij enige in kleur. Jane F. Smith
zet uiteen hoe de Federal Records gebruikt kunnen worden bij het schrijven van
plaatselijke geschiedenis. Zij neemt daartoe als voorbeeld Linden Township in
Wisconsin en illustreert haar betoog met kaarten en tabellen. News and Notices,
Accessions of the National Archives and Records Service, National Archives
Publications en Book Notes zijn de vaste rubrieken van Prologue. Bij de aan
winsten de brief van Mary Todd Lincoln, waarin zij als weduwe van de ver
moorde president aan het Huis van Afgevaardigden om pensioen vraagt en de
tekst van president Truman's rede bij de spoorwegstaking van 24 mei 1946 met
persoonlijk aangebrachte veranderingen in handschrift. Een korte biografie van de
schrijvers der bijdragen besluit de aflevering.
De najaarsaflevering 1969 opent met een artikel van Mary W. Livingston over een
in fascimile gereproduceerde brief van Gandhi aan president Roosevelt in 1942.
Met deze bijdrage wordt tevens herdacht dat Gandhi honderd jaar geleden ge
boren werd. S. P. Hays wijst op het nut van archieven voor historisch statistisch
onderzoek. L. Pfaller vertelt het verhaal van het opperhoofd der Teton Sioux
1 Act II, scene I. 'Waarvan 't verleden de proloog, de rest ons beider rol is" (ver
taling M. Nijhoff).
2 Over dit gebouw, zijn inrichting en andere opschriften op de muren schreef mr. J. W.
C. van Campen in Ned. Archievenblad 1965, blz. 3443.
238
Sitting Bull en Buffalo Bill, die officieel William F. Cody heette en als showman
beroemd werd door zijn Wild West vertoningen. Unieke foto's illustreren dit
artikel. De directeur van de Dwight D. Eisenhower Library, J. E. Wickman,
doet verslag van de door zijn instituut georganiseerde herdenking van de gealli
eerde landing in Normandië op 6 juni 1944. Ook in deze aflevering News and
Notices, Accessions of the National Archives and Records Service, waarbij pa
pieren van de Poolonderzoeker admiraal Robert E. Peary, potloodtekeningen door
Eskimo kinderen gemaakt in 1929 en constructietekeningen van een machine voor
het ontkorrelen van katoen uit 1804, National Archives Publications, Book Notes
en korte biografieën van de medewerkers.
De winteraflevering 1969 wordt door R. L. Kunzig ingeleid met Keeping the
Nation's Records waarin de schrijver het belang uitdrukt dat hij als Administrator
of General Services stelt in een goed functioneren van de National Archives and
Records Service. P. C. Brooks leverde een uitvoerige met fraaie foto's ge-
illustreerde bijdrage over de Harry S. Truman Library. Over Franklin D. Roose
velt als verzamelaar schreven W. J. Stewart en Ch. C. Pollard. Ook dit artikel
is van talrijke illustraties voorzien, waarbij facsimile's van correspondentie tussen
de president en de toen negen jaar oude Robert F. Kennedy. M. H. Fabian be
studeerde de chronologische volgorde van een schilderij, een daguerreotype en
een gravure van president William Henry Harrison. Alle drie zijn bij zijn studie
gereproduceerd. Een beknopt verslag van de werkzaamheden van de National
Archives and Records Service in het fiscale jaar 19681969 en een beschou
wing van V. C. Purdy over een ernaast gereproduceerde brief van oud-president
Andrew Jackson uit 1845 besluiten de artikelen in dit nummer, dat verder door
News and Notices, verslag van de Conference on the history of the territories of
the United States op 3 en 4 november 1969, herinneringen aan Clarence E.
Carter en de gebruikelijke rubrieken wordt gevuld.
Wij menen, dat de redactie door de keuze van de behandelde onderwerpen zowel
als door de wijze van behandeling en de fraaie illustraties (soms in kleuren) ge
slaagd is in haar opzet belangstelling te wekken voor de archieven en deze gro
tere bekendheid te geven.
J. H. v. d. HO.
Band 65 (1969) van de Archivalische Zeitschrift begint met een artikel van Hans
Goeting, Geschichte des Diplomatischen Apparats der Universitat Göttingen. Wij
lachen wel eens als men diplomatiek verwart met diplomatie, vooral wanneer men
daaruit zonderlinge consequenties trekt, maar vele van deze lachers zullen niet
weten, dat tot het begin van de 19e eeuw, zoals de schrijver van dit artikel zegt,
de diplomatiek niet alleen een hulpwetenschap was voor de geschiedenis, maar
ook voor het staatsrecht. Oorkonden waren immers veelal nog geldige rechts
titels, waarvan de echtheid of onechtheid van praktische betekenis kon zijn. Voor
al in het sterk versnipperde Duitsland had men grote belangstelling voor het
baanbrekende werk van Mabillon en zo kwam in de 18e eeuw aan de Duitse
universiteiten de diplomatiek tot grote bloei. In Göttingen, waar hij sinds 1759
doceerde, was Gatterer op dit gebied de pionier. Hij verdeelde naar het voorbeeld
239