Dat de adviezen van de Archiefraad wellicht gepubliceerd zullen worden zien wij als een heugelijke ontwikkeling. Nu de in de gemeentehuizen berustende registers van de Burgerlijke Stand, die ouder zijn dan 100 jaar, naar de gemeentelijke archiefbewaarplaatsen moeten worden overgebracht, is als consequentie van art. 15 van de Archiefwet 1962 de situatie ontstaan, dat wel de beheerders van de rijksarchiefbewaarplaatsen, waar heen registers van de Burgerlijke Stand zijn overgebracht, belast zijn met de bewaring in de zin van de vierde titel van het eerste boek van het Burgerlijk Wetboek, maar niet de beheerders van de gemeentelijke archiefbewaarplaatsen. De laatsten zouden derhalve niet gemachtigd zijn tot het afgeven van afschriften van en uittreksels uit die registers, zoals bedoeld in art. 28 van het eerste boek van het Burgerlijk Wetboek. Om uit de impasse te geraken heeft het bestuur na ruggespraak met de Vereniging van ambtenaren van de Burgerlijke Stand, de minister verzocht te willen bevorderen, dat door middel van een wetstoevoeging ook de beheerders van de gemeentelijke archiefbewaarplaatsen, met name de gemeentearchivarissen, aangewezen worden als bewaarders in de zin van het Burgerlijk Wetboek. Geen bemoeienis heeft de Vereniging gehad met de tot stand koming van de in het Archiefbesluit voorgeschreven beschikking inzake de aanwijzing van archief bewaarplaatsen, bibliotheken en andere instellingen, waarheen op verzoek archief bescheiden uitgeleend moeten worden, van de regeling toezicht en werkwijze curatorium Rijksarchiefschool en van het reglement der Rijksarchiefschool. Ons medelid, drs. G. J. Mentink, heeft het bestuur verzocht te willen mede werken aan het welslagen van een enquete ten behoeve van twee wetenschappe lijke onderzoekers, prof. dr. H. F. J. M. van den Eerenbeemt en dr. Th. P. M. de Jong, die studies voorbereiden in het kader van een in 1971 te houden con ferentie 'maatschappijgeschiedenis'. Het bestuur is van oordeel, dat het niet slechts aanbeveling verdient, maar tot de ereplicht van de archivaris gerekend moet wor den dergelijke enquêtes zo volledig mogelijk te beantwoorden. Hoewel beseffen de, dat bij een zwakke bezetting der archiefdiensten de aan de beantwoording verbonden werkzaamheden als een bezwaar gevoeld kunnen worden, wil ik graag alle collega's opwekken de gevraagde gegevens tijdig in te zenden. Bij de opening van het gemeentearchief, waar wij thans te gast zijn, heeft de minister erop gewezen, dat dienstbetoon in veel ruimere zin dan voorheen tot de taak van de archivaris is gaan behoren: het Leidse archief met zijn cursussen, lezingen, tentoonstellingen, gidsen stelde zij ten voorbeeld. Met de waarde, die de archieven voor de gemeenschap en niet slechts voor de individuele personen hebben, is in het verleden bitter weinig rekening gehouden. Geen wonder, dat die gemeenschap een vertrokken beeld van ons vak heeft gekregen. Op het Haagse Documentatiecongres van 7 nov. 1969 is door mr. A. Seret centraal ge steld, dat wij ter verbetering van het 'beeld van ons vak' een stelselmatige en deskundige voorlichting moeten gaan bedrijven, met gebruikmaking van het com municatiemedium televisie. Als archivarissen zullen wij alleen dan door de ge meenschap gerespecteerd worden wanneer wij in staat zijn het nut van ons be- [164] roep ten opzichte van de gemeenschap te bewijzen, aldus Hans Booms op de Duitse Archivtag van 1969. De openbare mening moet ervan doordrongen wor den, dat de door de archivarissen beheerde archieven en collecties openstaan voor iedereen, en dat een ieder daaruit zeer veel kennis kan putten. Het werken voor een groot publiek in educatieve zin is het verlengstuk van het werken in wetenschappelijke zin in de studiezaal. Het bestuur streeft ernaar ter realisatie van deze gedachten op korte termijn een presentatie van het Nederlandse archiefwezen voor de televisie te brengen. De werkgroep-TELEAC, waarin zitting hebben de heren Pirenne, Mentink, Roes- singh, Punt en Poelstra, heeft in de laatste maanden hard gewerkt en een aan trekkelijk concept-draaiboek samengesteld voor een aantal programma's, die naast de taak en werkzaamheden van de archivaris vooral ook de mogelijkheden, die het archiefonderzoek aan de gebruikers biedt, zichtbaar moeten maken. Het is de bedoeling, dat die programma's in opzet aan de Stichting TELEAC voorge legd worden ter beoordeling. Wanneer alles meezit zal de nadere uitwerking toch nog wel zoveel tijd vergen, dat we blij mogen zijn als deze presentatie in 1971 tot stand komt. Zij nog vermeld, dat wij er ons over verheugen, dat de archiefrestaurateurs op een vergadering te Utrecht tot een hechtere organisatievorm zijn gekomen en dat het er nu ook op gaat lijken, dat de pogingen tot reactivering van de slui merende vereniging 'De topografische-historische atlas' succes zullen gaan heb ben1. Wij hopen op een voortdurende goede samenwerking met beide organisa ties. Hoewel ik op de laatste jaarvergadering reeds een felicitatie gericht heb aan het adres van de gastvrouw van vandaag in verband met het gereed komen van het Leidse archiefgebouw, wil ik deze vandaag hier ter plaatse graag herhalen en er tevens aan toevoegen, dat haar benoeming tot officier in de orde van Oranie- Nassau ons allen grote voldoening gegeven heeft! De milde lintjesregen ter gelegenheid van de verjaardag van H.M. de Koningin heeft ons corps nóg een officier rijker doen worden, de rijksarchivaris in Noord- Holland, mr. J. W. Groesbeek, terwijl van de aan de heer mr. drs. R. Hotke, hoofd van de directie oudheidkunde en natuurbescherming van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, toegekende onderscheiding eveneens gezegd mag worden, dat zij een waardering inhoudt van verdiensten op ons vakgebied. Wij verheugen ons dan ook met hen om de glans, die afstraalt van deze ereteken! Het lijkt mij passend hiermee onze ledenvergadering voor geopend te verklaren. Na aldus de vergadering geopend te hebben stelt de voorzitter de notulen aan de orde van de ledenvergadering, die op 10 september 1969 te Amersfoort is gehouden, zoals deze zijn gepubliceerd in het Nederlands Archievenblad, jaar gang 1969, blz. 57 v. Hemzelf komt het voor, dat er op blz. 61, midden, voor 1 Deze vereniging is thans inderdaad weer aktief geworden onder leiding van een nieuw gevormd bestuur, zie blz. 255. [165]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1970 | | pagina 3