waarbij gemeenten zijn opgeheven en nieuwe gemeenten zijn gevormd en, in ver
band daarmee, grenzen van gemeenten zijn gewijzigd.
Bij de wet van 15 januari 1970 (Stb. 68) is de gemeentelijke indeling van het
eiland van Dordrecht herzien: de gemeente Dubbeldam is opgeheven en het ge
bied dier gemeente met een gedeelte van de gemeente Sliedrecht toegevoegd aan
de gemeente Dordrecht.
Bij de wet van 4 februari 1970 (Stb. 67) is het gebied der gemeente Maastricht
uitgebreid, gepaard gaande met de opheffing van de gemeenten Amby, Borgharen
en Itteren en met wijziging van de grenzen der gemeenten Bemelen, Cadier en
Keer, Gronsveld en Meerssen.
Een viertal wetten van 4 februari 1970 (Stb. 123—128) heeft de gemeentelijke in
deling in Noord-Holland nogal gewijzigd: een vijftiental gemeenten is opgeheven,
vijf nieuwe gemeenten zijn gevormd (Zeevang, Barsingerhorn, Graft-De Rijp,
Schermer en Venhuizen).
Voorts is bij wet van 1 mei 1970 (Stb. 193) de gemeente Oudewater na uitbreiding
met gedeelten van de gemeenten Driebruggen en Haastrecht en met het gehele ge
bied van de gemeente Hoenkoop (welke is opgeheven) overgegaan van de pro
vincie Zuid-Holland naar de provincie Utrecht.
In deze wetten is (evenals in de hier buiten beschouwing gelaten wetten die uit
sluitend grenswijziging beogen: Stb. 1970 30, 208, 274276) o.m. bepaald dat
de archieven der opgeheven gemeenten met ingang van de datum van herindeling
c.q. grenswijziging overgaan naar de gemeente waartoe het gebied der opgeheven
gemeente voortaan behoort. Voorts is bepaald dat de besturen der gemeenten aan
welke gebied wordt toegevoegd enerzijds en de besturen der gemeenten waarvan
dat gebied wordt afgescheiden anderzijds, het recht hebben te allen tijde kosteloos
inzage te nemen van elkanders archieven en op kosten hunner gemeente afschrif
ten of uittreksels van de zich in die archieven bevindende stukken te vorderen,
voorzover deze mede betrekking hebben op overgaande gebieden.
Een afzonderlijke bepaling is gewijd aan de persoons- en woningregisters die
betrekking hebben op de personen en woningen die op de datum van herindeling
c.q. grenswijziging in een andere gemeente gevestigd of gelegen zijn. Burgemees
ter en wethouders van de 'oude' gemeente zenden deze gedeelten van het bevol
kingsregister aan de nieuwe gemeente toe. Binnen drie weken wordt het gedeelte
van het woningregister, nadat daarvan een afschrift is gemaakt, weer teruggezon
den. Dit gedeelte wordt in de gemeente van oorsprong gescheiden van het woning-
register bewaard.
De wet waarbij de gemeente Oudewater naar de provincie Utrecht is overgegaan,
bevat nog een belangrijke bepaling met betrekking tot de bevoegdheid van de
kantongerechten te Gouda en te Utrecht: Oudewater valt nu onder het laatst
genoemde kantongerecht. Gegevens met betrekking tot Oudewater zal men in de
toekomst dus kunnen zoeken in de archieven van zowel de kantonrechter te Gouda
als die te Utrecht voorzover althans deze archieven niet later vernietigd worden.
Met de wijziging in rechterlijke indeling hangt samen de bepaling met betrekking
tot de bevoegdheid van de notaris te Oudewater, benoemd vóór de datum van
[230]
inwerkingtreding van de wet. Deze was bevoegd in het arrondissement Rotterdam,
doch wordt nu tevens bevoegd zijn ambtsbediening uit te oefenen in het arron
dissement Utrecht.
Het archief van de notaris te Oudewater zal t.z.t. moeten worden overgebracht
naar het rijksarchief te Utrecht, hoewel zich in dat archief stukken met betrekking
tot Zuid-Holland zullen bevinden.
Gemeenschappelijke regelingen.
Op grond van het bepaalde in artikel 37 van de Archiefwet 1962 dient een rege
ling als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen tevens in te houden
een voorziening omtrent de zorg, de bewaring en het beheer der archiefbescheiden
van bij die regeling ingestelde organen, alsmede omtrent het toezicht daarop. De
Archief raad constateerde dat deze bepaling slecht werd nageleefd (zie het in
oktober 1970 te publiceren verslag 1969 van de Raad). De minister van cul
tuur, recreatie en maatschappelijk werk werd geadviseerd zich terzake tot haar
ambtgenoot van binnenlandse zaken te wenden (advies nr. 6). Deze laatste heeft
de colleges van gedeputeerde staten bij brief van 23 juli 1969 uitgenodigd erop toe
te zien dat in voorkomende gevallen aan het gestelde in artikel 37 der Archiefwet
1962 de hand wordt gehouden.
Desondanks bevatten lang niet alle sedertdien gepubliceerde gemeenschappelijke
regelingen de bedoelde voorziening.
Wel komt in een aantal regelingen een bepaling voor als 'hij [de secretaris] is belast
met het beheer van het archief' (bv. Cultureel centrum Oost-Groningen te Win
schoten, Stcrt. 197044) of 'de administratie alsmede het beheer van de in
komsten en uitgaven worden gevoerd door de gemeente Hoogezand-Sappe-
meer. In het bijzonder belast zij zich metb. het bewaren van het archief' (ge
meenschappelijke regeling van de raden der gemeenten Hoogezand-Sappemeer,
Oosterbroek en Slochteren tot het doen geven en verkrijgen van buitengewoon
lager onderwijs in een school gevestigd te Hoogezand-Sappemeer, Stcrt. 197064).
Deze summiere bepalingen kunnen echter nauwelijks beschouwd worden als de
door de Archiefwet 1962 voorgeschreven voorziening omtrent de zorg, de bewa
ring en het beheer der archiefbescheiden van bij een gemeenschappelijke regeling
ingestelde organen, alsmede omtrent het toezicht daarop! In dit verband dient
erop gewezen dat een dergelijke voorziening in elke gemeenschappelijke regeling
getroffen moet worden, ook als geen rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam
(maar bv. alleen een bestuurscommissie zoals in het hiervoor genoemde geval te
Hoogezand-Sappemeer) wordt ingesteld.
De in artikel 37 van de wet bedoelde voorziening komt wel in de volgende gemeen
schappelijke regelingen voor (in volgorde van publikatie in de Nederlandse
Staatcourant):
1. openbaar lichaam crematoria Twente te Enschede (Stcrt. 196961) art. 19;
2. afvalwaterzuivering Noord-Oost Veluwe te Apeldoorn (Stcrt. 1969136) art. 28;
3. centrum voor automatisering Amhem-Nijmegen te Arnhem (Stcrt. 1969222)
art. 34;
[231