Wij ontvingen
Financiële steun bij deze uitgave werd verleend door de Organisatie voor Zuiver
Wetenschappelijk Onderzoek (Z.W.O.), de Portugees Israëlietische Gemeente van
Amsterdam en de Bibliotheca Rosenthaliana, die een afdeling is van de Universi
teitsbibliotheek van Amsterdam.
J. H. van den Hoek Ostende.
Inventaris van het archief van de Vereeniging Oud-Dordrecht door A. J. Busch,
Gemeentelijke Archiefdienst Dordrecht, 19701.
De vereniging, waarvan het archief in 1967 aan de gemeentearchivaris werd over
gedragen, bestond van 1892 tot 1949. Zij was oprichtster van het Museum van
Oudheden2, het tegenwoordig door de gemeente Dordrecht beheerde Museum Mr.
Simon van Gijn, genoemd naar een der oprichters van de vereniging, voorzitter
van 1892 tot 1911. Zij waakte ook voor het behoud van historische panden, welke
taak door de huidige Vereniging Oud- Dordrecht, die op 16 november 1950 werd
opgericht, werd overgenomen.
De inventaris telt 26 bladzijden, waarvan de helft wordt ingenomen door de in
leiding, die een zeer goed beeld geeft van de geschiedenis der Vereeniging en de
lotgevallen van haat archief, waarin wegens de nevenwerkzaamheden van de
conservator ook stukken berusten betreffende de Commissie ter inventarisering
van kunstschatten der gemeente, de Commissie Monumentenverordening, de
Museumdeskundige ingevolge de verordening betreffende de inlevering van meta
len en de Districtsinspecteur van de Stichting Nederlandsch Kunstbezit.
Inventarissen der archieven van de Academie Minerva en van de instellingen,
waaruit zij is voortgekomen, en van het Kunstlievend Genootschap Pictura te
Groningen, door R. J. Jansen, Gemeentearchief Groningen, 1970.
In 1797 werd opgericht de academie van teeken-, bouw-, en zeevaartkunde. In
1820 kwam het kunstlievend genootschap ter aanmoediging en bevordering van
teeken-, schilder-, graveer- en beeldhouwkunde tot stand. In 1830 gingen beide
instellingen samen, waardoor de academie van teeken-, bouw-, toegepaste werk
tuig- en zeevaartkunde, alsmede ter aanmoediging der beeldende kunsten onder
de naam Minerva ontstond. In 1922 nam de gemeentelijke M.T.S. de taak van
1 Dit jaartal staat op het titelblad, op het omslag staat 1969.
2 Een afbeelding van de 17e eeuwse Hollandse Kamer uit Museum 'Oud-Dordrecht' is
als illustratie opgenomen.
[226]
de academie over. Aan de gemeentelijke inrichtingen voor nijverheidsonderwijs
werd de naam Minerva in 1951 en 1953 weer verbonden. Zij bestaan thans uit
een Hogere Technische School, een Hogere Zeevaartschool en een Academie
voor Beeldende Kunsten. Bij de archieven bevinden zich de archieven van de
commissie tot het examineren van varenslieden (18561877), van de commissie
van oppertoezicht op de kweekschool voor de zeevaart (18581861), van de
commissie ter bevordering van het tentoonstellingsbezoek (1883 en 1885) en van
de commissie ter behartiging van de belangen van de weduwe van de kunstschil
der Hendricus Boss (19021903). Het Kunstlievend Genootschap Pictura werd in
1831 opgericht door oud-leden van het in 1830 in Minerva opgegane genootschap
van gelijke strekking. Pictura bestaat nog steeds en heeft een tentoonstellingsge
bouw op de hoek van het Martinikerkhof en de St. Walburgstraat.
De samenhang tussen de door hem beschreven archivalia is door de bewerker
van de inventaris in de inleiding en in noten bij de verschillende afdelingen zeer
duidelijk aangegeven.
Inventaris van het archief van het Oude en Nieuwe Gasthuis te Delft door
J. W. A. Gouweleeuw, Gemeentearchief 19693.
De geschiedenis van deze instelling is uitvoerig behandeld door dr. D. P. Ooster-
baan in Zeven Eeuwen, Geschiedenis van het Oude en Nieuwe Gasthuis te Delft,
Delft 1954. Over de Middeleeuwse periode zijn betrekkelijk weinig archiefstuk
ken bewaard gebleven, wat voor een deel te wijten is aan de stadsbrand van 1536,
waarbij ook het Gasthuis een prooi der vlammen werd. Belangrijk zijn de be
waard gebleven charters en registers betreffende de in 1564 gehouden loterij ten
behoeve van de financiën van het Gasthuis. De rekeningen van de rentmeester zijn
bewaard van 1530 af, de serie resoluties en notulen van regenten begint in 1562.
Hierop zijn indices gemaakt, behalve over de periode 17991863. Van 1671 da
teert het eerste register van huishoudelijke uitgaven. De verpleegregisters beginnen
in 1736 en sedert het begin der 19e eeuw zijn de boekhoudkundige registers be
waard gebleven. Oudere delen zijn waarschijnlijk in 1825 aan een op onoordeel
kundige wijze verrichte opruiming ten offer gevallen.
Inventaris van de archieven der opgeheven waterschappen in de gemeente
Etten-Leur, thans behorend tot het waterschap De Laakse Vaart (1550)1963,
door J. Vriens, Streekarchivariaat De Markkant, 1969.
De waterschappen, die hier aan de orde komen zijn: het polderke van de Achter-
boerkens (17531852), de polder van de Hoge en Lage Hillekens (16131874),
het waterschap de Hillekens en Achterboerkens (18831941), de polder van
Krijtenberg (15631941), de Westpolder (15501941), de samenwerkende water
schappen de Westpolder en de polder van Krijtenburg (18411939), de commissie
3 Dit jaartal staat op het titelblad, op het omslag staat 1970.
[227]