Aanleiding tot dit artikel is een stuk in De Tijd van 3 mei 1969 van de hand van de heer M. van Tijn getiteld 'In Wormer leeft herinnering aan vernietiging joodse archieven' met o.a. als ondertitel 'SS-ers met geweer in de aanslag rond de papier molens'5. Uit dit artikel blijkt, dat de 700 tot 800 ton papier die gedurende de herfst 1942 en de winter 1943 bij de papierfabriek Van Gelder werd vermalen, voornamelijk bestond uit archief- en bibliotheekbestanddelen van joodse particu lieren, waarvan sommige stukken, o.a. enige brieven gericht aan de gebroeders Lehrenr>, door toeval werden gespaard. De vraag rijst nu: wat is er gebeurd met de archieven van de joodse gemeenten gedurende de tweede wereldoorlog? Officiële maatregelen voor de vernietiging ervan zijn, voor zover bekend, door de Duitsers niet genomen7, maar toch zijn vele archivalia verloren gegaan, daar de synagogen, waarin de archieven veelal werden bewaard, sedert 1942/43 systematisch werden leeggehaald. Een grote concentratie van archieven bevond zich in de gebouwen van de Nederlands-Israëlietische gemeente te Amsterdam, waarheen 'op instigatie van hogerhand' talrijke archivalia vanuit de provincies ter bewaring waren gezon den8. Deze stukken werden in één van de bijgebouwen ingemetseld. In oktober 1943 is dit echter ontdekt. De Duitsers hebben toen alles te voorschijn gehaald en geselecteerd. De waardevolle bestanddelen werden in een schuit naar Frankfurt ge bracht en het overige is in de papiermolen verdwenen. Uit Frankfurt is na de oor log niets teruggekomen, daar de inhoud van de schuit op 23 maart 1944 bij een bomaanval in vlammen is opgegaan. Niet alle joodse kerkbesturen hebben echter gevolg gegeven aan de aanzegging hun archieven naar Amsterdam over te zenden. In Utrecht zijn de door Zwarts ge- inventariseerde archieven ter plaatse gebleven. Zij zijn weliswaar door de Duit sers in archiefkasten verzegeld, maar nooit weggehaald. Ook de joodse gemeente te Assen heeft nog brokstukken van het archief onder zich9. Bij het bombarde ment van Rotterdam in 1940 is behalve de bibliotheek van de joodse gemeente, ook een groot deel van het archief verloren gegaan. Onder het gedeelte dat is ge red, bevindt zich een bijna complete reeks kerkeraadsverslagen van de vorige eeuw vanaf 181510. Sommige archieven, zoals die van de gemeente Harlingen en Gorredijk bevinden zich nog in handen van particulieren. Vele archieven zijn terecht gekomen bij de rijks- en gemeentearchiefbewaarplaat sen. Behalve de reeds genoemde archieven van Middelburg, Goes en Zierikzee, worden thans ook die van 's-Hertogenbosch, Maarssen en Kampen in de desbe- 5 De heer Mr. J. W. C. van Campen te Utrecht zond dit artikel aan de redacteur, die het op zijn beurt aan mij doorgaf. 6 De bankiers Lehren, Hirsch (1784—1853), Meir (1793—1861) en Akiba (1795—1876) speelden een voorname rol in de Amsterdamsjoodse gemeenschap. Zie Nieuw Neder- landsch biografisch woordenboek VI, p. 926, 927. 7 Mededeling van de heer Mr. A. J. van der Leeuw van het Rijksinstituut voor Oor logsdocumentatie te Amsterdam. 8 Bericht hierover van de gemeente te Pekela b.v. in J. Presser, De ondergang, 's-Gra- venhage 1965, deel I t.g.o. p. 401. 9 J. Meijer, op. cit. p. 33. 10 D. Hausdorff, De Rotterdamse Kehilla in het tweede kwart van de 19e eeuw, Stadia Rosenthaliana III (1969) p. 62. [216] treffende rijksarchieven aangetroffen. Ook de gemeentearchieven van Amsterdam, 's-Gravenhage en Sittard11 ontfermden zich over de archieven van de joodse ge meenten. Toen het archief van de Nederlands-Israëlietische gemeente te 's-Gra venhage in de oorlog bij het gemeentearchief werd gedeponeerd, ontbraken vele nummers van de door de heer Frank gemaakte inventaris. Deze stukken zijn nooit meer te voorschijn gekomen. In deze bewaarplaats bevindt zich ook het archief van de Portugees-Israëlietische gemeente, waarvan onlangs door mejuf frouw Drs. A. M. J. de Haan een voorlopige inventaris werd vervaardigd. Het archief van de Portugese gemeente te Amsterdam bevindt zich sedert de oorlog eveneens in het gemeentearchief12. Bij dit archief werden ook stukken aange troffen van de Portugese gemeenten te Middelburg, Naarden en in Brazilië13. Het archief van de Portugese gemeente van Rotterdam schijnt verloren te zijn ge gaan. Behalve het bovenvermelde archief van de Portugese gemeente berusten in het gemeentearchief van Amsterdam nog gedeelten van de archieven van de vol gende Nederlands-Israëlietische gemeenten: Amsterdam, Appingedam, Meerssen, Oldenzaal en Zwolle. Van al deze archieven zijn voorlopige inventarissen aan wezig. Ook het archief van Leeuwarden zal naar dit depot worden overgebracht. In het Algemeen Rijksarchief bevinden zich de archieven van de negentiende eeuwse Opperrabbijn Franzie Berenstein en van enige overkoepelende joodse or ganen, zoals het Opperconsistorie en de Hoofdcommissie tot de Zaken der Israë lieten14. Het Opperconsistorie was in het leven geroepen gedurende de Franse tijd, toen werd getracht het Portugees- en het Nederlands-Israëlietische kerkgenoot schap te verenigen. Verder dan een gemengd Opperconsistorie is het echter niet gekomen. De onderlinge verhouding van beide kerkgenootschappen werd geregeld in het Concordaat van 1810. Op 26 februari 1814 werd een Consulerende Com missie benoemd onder voorzitterschap van de Commissaris-Generaal voor Binnen landse Zaken, waarin vertegenwoordigers van de Portugese en de Hoogduitse ge meenten zitting hadden. In datzelfde jaar was een souverein besluit tot stand ge komen, waarbij het Opperconsistorie werd vervangen door de Hoofdcommissie tot de Zaken der Israëlieten. In 1850 heeft de Minister van Justitie nog eens gepoogd 11 Zie voor de geschiedenis van de joodse gemeenten in Limburg de volgende artikelen in het Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond, jrg. 66 (1967) p. 57—96: H. Beem en R. C. Hekker, De Joden in Limburg van de dertiende tot de negen tiende eeuw, p. 5769; J. L. Offermans en H. van der Wal, Huissynagogen uit de acht tiende eeuw in Sittard en Eijsden, p. 6976; J. J. F. W. van Agt, De synagoge van Maastricht en de synagogen elders in Limburg, p. 7796. Uit deze artikelen blijkt, dat ook het archief van de joodse gemeente te Maastricht nog intact is. 12 W. Chr. Pieterse, Inventaris van de archieven der Portugees-Israëlietische gemeente te Amsterdam, 16141870, Amsterdam 1964. 13 Het archief van de Portugees-Israëlietische gemeente in Suriname bevindt zich op het Algemeen Rijksarchief en werd reeds in 1919 geïnventariseerd. R. Bijlsma, Het ar chief der Nederlandsch Portugeesch-Israëlietische gemeente in Suriname tot omstreeks 1864, Verslagen omtrent 's Rijks Oude Archieven XLII (1919), I p. 297336. 14 H. Bonder, Inventarissen van de Departementsarchieven betreffende Eerediensten 1805—1870, Inventarissen van Rijks- en andere archieven van Rijkswege uitgegeven, III (1930) p. 128—146. [217]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1970 | | pagina 29