bijlagen bescheiden bewaard worden niet alleen ten behoeve van de overheid zelf maat ook voor historici van velerlei kaliber alsmede voor particulieren, die rechten willen onderzoeken of bewijzen, wel zo algemeen aanvaard wordt als de commis sie stelt? Dr. Van Hoboken antwoordt, dat er inderdaad enkele bezwaren tegen een dergelijke ruime formulering zijn geuit, o.a. op grond van de overweging, dat krachtdadige vernietiging van moderne archieven noodzakelijk is wegens hun grote omvang. Aangezien niemand verder het woord verlangt staat dr. Van Hoboken de leiding van de vergadering weer af aan drs. Renting, die vraagt of men er mee instemt, dat de door de commissie opgestelde nota van wijzigingen, nadat daarin de ver anderingen, waartoe deze middag besloten is, zijn verwerkt, wordt toegezonden aan de Algemene Rijksarchivaris met het verzoek daar ter bestemder plaatse rekening mee te houden. Die toestemming wordt onder applaus verleend, waarop de voorzitter de commissie bedankt voor de snelle en grondige manier, waarop zij haar taak heeft volbracht, en in het bijzonder dr. Van Hoboken voor de wijze waarop hij de discussie deze middag heeft geleid. Het spijt hem bijzonder, dat het commissie-lid mr. Bernsen vandaag om gezondheidsredenen niet aanwezig kon zijn en hij wenst hem namens de vergadering het goede toe. Hij vindt het bijzonder verheugend, dat de Algemene Rijksarchivaris aan de vereniging de ge legenheid heeft geboden haar mening over de schets kenbaar te maken.* Bij de rondvraag informeert dr. F. A. Brekelmans of het juist is, dat het Tehuis van Archivarissen in 's Gravenhage zal worden gesloten. Mogelijk kan collega Van Meerendonk daar iets over zeggen? Deze antwoordt, dat dit natuurlijk een zaak van regenten van de Morrenstichting is. Er is geen sprake van likwidatie van de stichting, zoals hij wel heeft horen zeggen, maar wel zal de exploitatie van het Tehuis worden gestaakt. De kosten van personeel en onderhoud van het ge bouw werden te hoog. Regenten zoeken naar een mogelijkheid het doel van de stichting overeenkomstig de eisen van de tijd nog beter te realiseren. De voorzitter verklaart, dat het hem bekend is, dat een aantal leden, die aan hun verblijf in het Tehuis prettige herinneringen hebben, de sluiting daarvan ter harte gaat. Hij stelt voor, dat het bestuur schriftelijk inlichtingen inwint bij de regenten van de stichting en desgewenst overleg pleegt over mogelijkheden tot behoud van het Tehuis ofwel over andere wegen waarlangs de doelstellingen van de stichting verwerkelijkt kunnen worden. Aldus wordt besloten, waarop de vergadering ge sloten wordt. Voor het adres van de Studiekring voor documentatie en administratieve organisatie der Overheid (de S.o.d.) inzake de Schets algemene richtlijnen voor de vaststelling van lijsten van voor vernietiging in aanmerking komende stukken raadplege men het maart nummer 1970 van Overheidsdocumentatie, blz. 252. [84] I. Schets van de Algemene Rijksarchivaris. Algemene Richtlijnen welke in acht genomen worden bij het vaststellen van lijsten van voor vernietiging in aanmerking komende archiefbescheiden, (art. 3, eerste lid van het archiefbesluit). INLEIDING Artikel 2 van de archiefwet 1962 verplicht de overheidsorganen de onder hen berus tende archiefbescheiden in goede en geordende staat te bewaren. Aan deze verplichting kan geen gevolg worden gegeven zonder een doelmatig gebruik van de bevoegdheid tot het vernietigen van die papieren „waarvan men nagenoeg met zekerheid kan aan nemen, dat zij door de administratie zelf nimmer meer geraadpleegd behoeven te worden en ook voor de historie zonder betekenis zijn" (Nota van toelichting op het archiefbesluit ad artt. 2 en 3; Bijlagen Handelingen Tweede Kamer 1956-7, 4549 nr. 4 pag. 3). Selectie en vernietiging zijn niet alleen gewenst voor het beheer en het gebruik van de stukken door de administratie, maar ook het historisch onderzoek is ermede gebaat, dat ballast verdwijnt en dat de belangrijke bescheiden in goede orde toegankelijk zijn: men „dient de verwijdering van overtollige bestanddelen te aanvaarden als een onmisbaar bestanddeel der bruikbaarmaking van nieuwe archieven" (Nederlands Ar chievenblad LIT 1947, p. 137). In de commissie ter voorbereiding van het archiefbe sluit was men dan ook van mening dat „vernietiging een kwestie is van zijn of niet zijn van de archieven. Om te kunnen bewaren moet er vernietigd worden" (Notulen commissie archiefbesluit 9 okt. 1961 p. 2). Artikel 3, eerste lid, van het archiefbesluit spreekt van algemene richtlijnen welke bij het vaststellen van lijsten van voor vernietiging in aanmerking komende archiefbe scheiden in acht moeten worden genomen. Deze richtlijnen geven de principes aan, waarvan de lijsten het uitvloeisel zijn. Zij moeten door de samenstellers van de lijsten in acht worden genomen en kunnen daarnaast dienen bij het toetsen van de ontwerp- lijsten. De hierna volgende richtlijnen regelen de wijze van samenstellen van de lijsten en geven de algemene criteria van vernietigbaarheid. De lijsten van voor vernietiging in aanmerking komende archiefbescheiden moeten immers het resultaat zijn van over leg tussen de administratie die tot vernietiging wil overgaan en de archivaris die de te bewaren stukken op de duur zal moeten overnemen. Daarnaast vormen de betrek kelijke onbelangrijkheid van het archiefvormend orgaan of functie, het al dan niet verwerkt zijn en het zich repeteren van vele zaken op verschillende hiërarchieke niveau's algemene criteria. SCHETS van regelen ter uitvoering van artikel 3, eerste lid van het archiefbesluit (algemene richtlijnen welke in acht genomen moeten worden bij het vaststellen van lijsten van voor vernietiging in aanmerking komende archiefbescheiden). Gelet op artikel 3, eerste lid van het archiefbesluit en de in de daarbij behorende nota gegeven toelichting op dit artikel: Artikel 1 Dit besluit verstaat onder: a. Onze Ministers: Onze krachtens het bepaalde in artikel 3, derde lid van het Archief besluit bij het vaststellen van de lijst betrokken Ministers b. de lijst: de lijst van voor vernietiging in aanmerking komende archiefbescheiden. Artikel 2 Indien de lijst betrekking heeft op archiefbescheiden van één overheidsorgaan moet [85]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1970 | | pagina 3