fotografeerd weergegeven als palaeografisch oefenmateriaal. Dan volgt de trans
scriptie van het hele stuk en wordt deze tekst besproken. Op zeer heldere wijze
geeft collega Poelstra daarbij eerst een algemene karakterisering, waarna hij
ingaat op de tekstgedeelten, die om toelichting vragen en tenslotte wijst hij de
punten aan die het stuk belangrijk maken en geeft hij aan wat de onderzoeker er
mee kan doen. Zo passeren achtereenvolgens de revue: doopakten, ondertrouw
en huwelijksakten, begraafadministratie, akten van poorterseed, testament, akte
van huwelijkse voorwaarden, akte van getuigenverklaring, akte van koop en ver
koop van een huis, akte van volmacht, akte van compagnieschap, charterpartij,
vroedschapsresolutiën, thesauriersrekening, brief (van Willem van Oranje), oor
konde met enkele privileges, oorkonde met een vergunning aan de stad1, request,
strafvonnis van schepenen, akte van transport en akte van hypothecatie. Deze
volgorde is min of meer die van de frequentie waarmee de stukken door de be
zoekers worden geraadpleegd. Hierdoor kwamen de akten van koop en verkoop
en van transport van een huis ver van elkaar te staan, maar door verwijzing in
de toelichtende tekst is het verband duidelijk. Het slothoofdstuk, getiteld: een
archiefonderzoek, met een moraal, beschrijft een niet te groot onderzoek, dat
enkele jaren geleden in het Rotterdamse archief werd ingesteld. Het geeft een
bijzonder goede kijk in de keuken, waarin de archiefambtenaar kok is.
Aan de uitgave van Een Hollands Stadsarchief is alle zorg besteed. Het kartonnen
omslag ziet er fleurig uit met een gedeelte van een Rotterdamse plattegrond met
de Leuvehaven. Jammer is, dat nergens is aangegeven van welke plattegrond dit
fragment afkomstig is. Wij wensen de Rotterdamse Gemeentelijke Archiefdienst
en collega Poelstra van harte geluk met dit aantrekkelijke boekje, dat zeker in
een behoefte voorziet, en dat wij naast de Gids voor de Nederlandse archieven
van dr. W. J. Formsma, Fibula-Van Dishoeck, Bussum 1967, graag in handen
zagen van alle niet-vakhistorici, die aan een archiefonderzoek van enige impor
tantie beginnen. J. H. van den Hoek Ostende
Drs. E. P. Polak-de Booy, Zorg voor het familie archief, Fibula-van Dis
hoeck N.V. Bussum 1969, prijs 3,95.
De actieve speurster naar en verzorgster van familiearchieven, mevrouw Polak-
de Booy, heeft er een goed werk aan gedaan in een kort bestek en zeer leesbare
vorm het ontstaan, het belang, de ordening en beschrijving alsmede de materiële
verzorging van dergelijke archieven te beschrijven.
Het gaat hier over een categorie van archieven, die door mr. Muller in zijn on
gebreidelde haat tegen genealogen, 'deze hyena's der archieven' (ik weet niet of
Muller wel de uitvinder van deze qualificatie was) een plaats onder de 'echte
archieven' ontzegd werd. Dat de ongelukkige tekst van par. 3, 2de lid van de
Handleiding van Muller, en niet van zijn mede-juristen afkomstig is, meen ik te
1 Deze oorkonden zijn in hun geheel gereproduceerd, waardoor de letters wel wat
klein zijn uitgevallen.
[142]
hebben aangetoond in mijn lezing over Huis- en Familiearchieven op de Studie
dagen van 1960 (zie Ned. Archievenblad 1960, blz. 152).
In duidelijke bewoordingen, juist voor de niet-vakman bestemd, heeft de schrijf
ster de diverse moeilijkheden, waarvoor de bezitters van familiearchieven komen
te staan, beschreven, en voor de oplossing daarvan nuttige wenken gegeven.
In de titel van het handzame boekje zal het woord 'zorg' wel als een zelfstandig
naamwoord zijn op te vatten, maar men zou het ook als een aanmaning kunnen
beschouwen, gericht tot al degenen, die 'oude paperassen' bezitten.
Van Schilfgaarde
Mr. GJter Kuile, Oorkondenboek van Overijssel. Regesten 7971350.
Ill (1300—1325), IV (1325—1334), V (1334—1345), VI (1345—1350),
N.V. Uitgevers-maatschappij W. E. J. Tjeenk Willink, Zwolle 1966, 1967,
1968 en 1969, prijs gebonden resp. 40,40,40,en 45,
In dit tijdschrift, jrg. 70, blz. 76, besprak ik de twee eerste delen van dit werk,
met welks voltooiing de schrijver van harte gelukgewenst mag worden. Tot 1350
heeft hij niet minder dan 1367 oorkonden in regestvorm voor de beoefenaars van
de Overijsselse geschiedenis toegankelijk gemaakt. De delen II1-VI, in opzet ge
heel gelijk aan I en II, zijn even nauwkeurig en volledig bewerkt; wederom zijn
zij ieder voorzien van een aantal fraaie foto's van charters, afschriften en zegels,
van een lijst van verkort aangehaalde literatuur en een naamregister. Zij bevatten
elk, zoals de schrijver zelf opmerkt, stukken met min of meer een eigen karakter.
In deel III staan o.m. veel stedelijke privileges en oorkonden betreffende het
handelsverkeer van de IJsselsteden, zowel overzee als lokaal. In deel IV treft men
veel stukken aan, die de overheidssfeer raken: in hoofdzaak het gevolg van het
excerperen van het befaamde schuldregister van de bisschoppelijke klerk Hubert
van Budel. Voorts is er belangrijk materiaal inzake het privilegieëren van de
Overijsselse steden. Deel V loopt grotendeels over het tijdvak, waarin vrijwel het
hele Oversticht aan Gelre verpand is (13361346). Veel namen van rechterlijke
ambtenaren worden nu genoemd en wederom komen oorkonden voor inzake de
overzeesche handelsbetrekkingen van Kampen. Deel VI bevat naast documenten
over de afwikkeling van de verpanding o.m. een kleine vijftig charters betreffende
geldleningen van de jood Godschalk van Recklinghausen c.s. (RA. Utrecht, Dom-
archief), belangrijk voor de economische geschiedenis van deze tijd. Het slot van
dit deel bestaat uit aanvullingen op het gehele werk: 23 oorkonden, waarvan er
sommige evenwel reeds vermeld waren met minder volledige gegevens. No. 1539
(157) is behalve in de Nieuwe Drentse Volksalmanak van 1963 ook ten dele af
gebeeld in mijn proefschrift (Facs. 6). F. Ketner
[143]