tie uitdrukte behalve tot het verzamelen van kennis moet de komende generatie van archiefambtenaren bereid zijn tot persoonlijke inzet voor een goed functio nerend archiefwezen binnen de Nederlandse maatschappij. Bestaat er dank zij de toevloed van leerlingen gegronde hoop dat er in de toe komst voldoende gediplomeerde archiefambtenaren zullen zijn om de weten schappelijke achterstand in te lopen, ook het ruimteprobleem is in de laatste jaren wat minder nijpend geworden. Vooral in verscheidene gemeenten is een verheu gende bouwactiviteit waarneembaar. De gemeentearchivarissen van Amsterdam, Leiden, Eindhoven en Zwolle mogen wij gelukwensen met de gereed of bijna gereed gekomen nieuwe gebouwen. Het Haagse Gemeentearchief heeft eindelijk uitzicht gekregen op verwezenlijking van een hoogbouwplan. Het nieuwe Rijks archiefgebouw te Utrecht is in gebruik genomen; in Friesland en Noord-Brabant zijn grondaankopen verricht; voor een nieuw Rijksarchiefgebouw te Zwolle wor den bouwplannen ontworpen; de plannen voor Noord-Holland vonden nog weinig voortgang. De werkcommissie voor de bouw van een nieuwe algemene rijks- archiefbewaarplaats vergaderde op 31 maart 1969 voor de eerste maal. Verwacht wordt dat zij in 1970 klaar zal komen met een programma van eisen. Vast staat dat het nieuwe gebouw aan hoge normen zal moeten voldoen t.a.v. representativi teit, doelmatigheid en efficiënte inrichting. De memorie van toelichting op de begroting voor 1970 van de Rijksarchiefdienst meldt dat er voor het werk van deze dienst groeiende belangstelling te constateren valt; niet slechts in kringen van studerenden maar ook in die van particuliere ge- interesseerden. Bij de plannen voor de bouw van een nieuwe algemene rijks archiefbewaarplaats, zowel als bij de bouwplannen voor de rijksarchiefbewaar plaatsen in een aantal provincies wordt daarom rekening gehouden met vergroting van de voor studie bestemde ruimten en met de instelling van educatieve diensten. Als gevolg van het bij de Rijksarchiefdienst bestaande personeelstekort zal even wel de zo zeer gewenste uitbreiding van de educatieve taken in dit begrotingsjaar nog niet kunnen worden verwezenlijkt. Voor het uitvoeren van onze educatieve taak hebben wij expositieruimten, zalen waar lezingen gehouden en films of dia's vertoond kunnen worden, nodig. Wan neer er dan bovendien personeel is met een bijzondere feeling voor die zijde van onze taak, dan kunnen we aan de slag om werkgroepjes studenten, scholieren in klasseverband en andere groepen jongere of oudere geïnteresseerden niet alleen te ontvangen maar ook ontvankelijk te maken voor wat de archieven te bieden hebben aan boeiend materiaal. Hier en daar worden reeds met succes cursussen oud-schrift en locale historie georganiseerd. Men is gaan ontdekken dat onze archieven bewaard en toegankelijk gemaakt worden voor de gemeenschap en niet voor een selecte kring. 'Archieven: vrije toegang voor iedereen de toekomst van het verleden', dat is de titel van een folder, die uitgegeven is door de voor lichtingsdienst van het ministerie met het doel de archieven te populariseren en te doen leven voor een groter publiek. De werkwijze van de Franse 'Service éducative' wordt bewust of onbewust nagevolgd. In de tentoonstellingszalen van enige archieven worden charters, acten, resolutieboeken, protocollen, kaarten, tekeningen, prenten en oude drukken getoond. Het bestaan daarvan alleen al is vaak een openbaring voor het publiek en de kans is groot dat na elke expositie nieuwelingen de drempel van de studiezaal overschrijden. De gemeentearchieven met hun veelal rijke prentencollecties, die zich zo uitste kend lenen voor bezichtiging, hebben in dit opzicht een langere ervaring dan de rijksarchieven. In de nieuwe rijksarchiefgebouwen in Arnhem en in Middelburg worden de kansen nu ook aangegrepen. Diverse instructieve tentoonstellingen zijn in het afgelopen jaar binnenshuis of buitenshuis ingericht door rijksarchivarissen en gemeentearchivarissen. Als een evenement aanslaat wordt het archief nieuws. 'Archief tot leven gebracht' was een kop in de zo sober opgemaakte Nieuwe Rot terdamse Courant, toen archivaris en adjunct-archivaris van Utrecht een spectacu laire expositie 'Van Romein tot Hoog-Catharijn' gemaakt hadden in een bord papieren kasteel Vredenburg. Er kwamen 10.000 bezoekers. Meer dan 5000 ge- interesseerden kwamen naar de tentoonstelling 'Schrift en beeld uit Groningens historie' in het Groninger Museum. Dat er aan image-verbetering nog wel het een en ander te doen valt, dat het beeld niet steeds overeenstemt met de werkelijkheid, wordt bewezen in het november nummer van het tijdschrift 'Open', waarin de vroegere bedrijfsarchivaris bij het Centraal Laboratorium TNO op de volgende wijze de lezers voorlicht: 'De oudste Nederlandse archieven vindt men in de rijksarchiefbewaarplaatsen. Meer recente overheidsarchieven bewaart men gewoonlijk in departementale, gemeentelijke en andere archief depots. De gemeentelijke zijn gewoonlijk niet voor onderzoek open gesteld. Volgens de laatste archiefwet moeten de archiefbestanddelen ouder dan 50 jaar worden overgebracht naar de rijksarchiefbewaarplaatsen. Alleen de oudere bedrijfsarchieven, ondergebracht in het Nederlands Economisch Historisch Ar chief, zijn voor onderzoek opengesteld 7. Gelukkig bestaan er nog vakgenoten, op wier kompas de mensheid veiliger varen kan. De voornoemde bedrijfsarchivaris zouden wij willen adviseren de onvolpre zen 'Gids voor de Nederlandse archieven' van de hand van onze oud-voorzitter dr. W. J. Formsma te bestuderen voordat hij zich aan het schrijven van een nieuw wetenschappelijk artikel zet. Een goede gids is ook 'Een Hollands Stadsarchief', die door de chef van de studie zaal van het Rotterdamse Gemeentearchief, de heer Th. J. Poelstra, met veel enthousiasme is samengesteld. Op het gebied der publicaties zijn goede prestaties geleverd, die een gelukwens meer dan waard zijn. Menige inventaris zag het licht, waaronder die van het archief van Het Huis ten Donck door drs. B. Woelderink en van het oud-archief van de gemeente Bakel en Milheeze door de heer E. J. Th. A. M. van Emstede. Dat ik niet alle inventarissen noem, is bepaald geen gebrek aan waardering. Elke inventaris, die verschijnt in een tijd van personeelsgebrek, is immers op zichzelf 1 In het nummer van „Open" van januari 1970 werd op de bladzijden 3 en 4 ter rectificatie en aanvulling van de hier geciteerde regels een door de redacteur van het Nederlands Archievenblad ingezonden bijdrage opgenomen. [105] [104]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1970 | | pagina 13