Mr. H. J. Bernsen had node een uiteenzetting over de geschiedenis van Tilbr gemist. Om deze lacune op te vullen improviseerde hij op zijn geheel eigen n.jiier een verhaal dat leidde tot de conclusie dat Tilburg zich met recht „Hart van Brabant" mag noemen. Drs. H. J. Schurink deelde mee dat het gemeentebestuur aan alle deelnemers een geschenk aanbood, het boekje „Pronte Mensen" met foto's van Henri Bers- senbrugge. 's Middags werd een bezoek gebracht aan het Nederlands Textielmuseum, waar het gezelschap werd rondgeleid door de heren J. C. Sloekers, directeur van het museum en P. van Gorp, directeur van de Textielschool. De tijd was eigenlijk te kort om alles goed in zich op te nemen. In ieder geval is er reden om nog eens terug te gaan. Vervolgens vertrok het gezelschap met de autobus naar Hilvarenbeek. Alvorens Tilburg te verlaten werd nog even langs de „Tongerlose Hoef" gereden, waarvan de restauratie inmiddels zover is gevorderd, dat men goed kan zien wat het gaat worden. In het raadhuis van Hilvarenbeek werden de archivarissen ontvangen door een vertegenwoordiging van de Heemkundige Kring .Johannes Goropius Becanus", die speciaal voor deze gelegenheid een kleine tentoonstelling had ingericht. Na deze te hebben bezichtigd begaf het gezelschap zich naar de St. Petruskerk, waar de voorzitter van de Heemkundige Kring. Dr. H. A. M. Ruhe, aan de hand van een uitgereikte plattegrond een heldere uiteenzetting gaf van de bouwgeschiedenis van deze eeuwenoude kapittelkerk. In de sacristie was verder een kleine expositie van kerkzilver en paramenten te zien. Tenslotte werden de archivarissen ontvangen door het gemeentebestuur. Bur gemeester J. P. M. Meeuwese legde in zijn toespraak de nadruk op de belangrijke maatschappelijke funktie van de archivaris, die als middelaar optreedt tussen het verleden en het thans gevoerde beleid. Hij betreurde het dat zijn gemeente nog steeds geen eigen (streek-) archivaris had. Het was na deze vriendelijke woorden niet moeilijk voor de heer Lohmann om een dankwoord uit te spreken. Tijdens de collatie, bestaande uit worstenbrood met koffie en krentenbrood toe, werd door de heer A. Bousse bekend gemaakt dat de Zuidbrabanders hun Nederlandse collega's volgend jaar graag zullen ontvangen, maar dat nog niet gezegd kon worden of dat in Turnhout of in Herentals zal zijn. I. M. F. IJsseling [158] Nederlands Joods Familiearchief Met een inleiding van Dr. L. Fu'ks Voor de Stichting Nederlands Joods Familiearchief uitgegeven door Scheltema en Holkema N. V. en Polak Van Gennep, Amsterdam, 1967. De Stichting Nederlands Joods Familiarchief heeft ten doel de Joodse genealo gie te bevorderen en de publikatie van bronnen mogelijk te maken. In deze eerste uitgave publiceert zij een alfabetische lijst van al diegenen die tussen 1811 en 1826 voor de burgerlijke stand in Amsterdam verschenen om een familienaam te laten registreren. De oorspronkelijke akten worden bewaard op het gemeentearchief te Amster dam, alwaar ook registers op de akten zijn, waarin het echter moeilijk zoeken is omdat daar de namen alleen op beginletter geordend zijn. Het verband tussen titel en inhoud van deze publikatie wordt duidelijk als men de lijst bekijkt en ziet dat hier voornamelijk joodse namen in voorkomen. Een volledig beeld van de toenmalige joodse bevolking van Amsterdam krijgt men echter niet, daar vele joden (vooral de sephardische joden) reeds een familienaam hadden. Toch kun nen demografen, onomatologen en genealogen (voor wie de publikatie in de eer ste plaats bedoeld is) in deze lijst een aanknopingspunt vinden voor verdere on derzoekingen. In zijn inleiding wijst Dr. Fuks tevens op de waardevolle ge gevens over de jiddische toponymie die in deze bron te vinden zijn. Door deze publikatie heeft de Stichting het bestaan van dit materiaal in wijdere kring bekend gemaakt. E. P. Polak-de Booy. [159]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1968 | | pagina 83