Bij het afscheid van Th. P. H. Wortel Op 30 augustus 1968 nam collega Th. P. H. Wortel afscheid als gemeentearchi varis van Alkmaar. Hij had al tegen 1 maart 1968 zijn ontslag uit de gemeente lijke dienst gevraagd wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, maar op die datum ging slechts de leiding van het Stedelijk Museum aan de nieuwbenoemde directeur over. Als „tijdelijk archivaris" bleef Wortel in funktie totdat over zijn opvolging zou zijn beslist. Wortel is een geboren Alkmaarder, die zijn vaderstad nimmer metterwoon ver laten heeft en ook zelden het verlangen heeft gekoesterd dit te doen. Zijn car rière is typisch „vooroorlogs". Na zijn H.B.S.-tijd werd hij in 1921 op 18-jarige leeftijd „klerk ten gemeentearchieve" met een gedeeltelijke dagtaak en een sala ris van ƒ1000,— per jaar. Daarnaast studeerde hij voor de akte MO Nederlands, met de bedoeling leraar te worden. Toen hij de akte behaald had bleek niemand een leraar nodig te hebben. In 1937 deed hij archiefexamen en enige maanden later overleed de gemeentearchivaris N. J. M. Dresch. De sdjunkt-archivaris ds. H. Makkink had inmiddels door de bezuiniging het veld moeten ruimen, zodat Wortel de aangewezen opvolger was. Aangezien de gemeentelijke begroting gedurende vijftien jaar een rangsverhoging in de weg had gestaan, maakte hij de sprong van klerk tot archivaris in één keer. Tevens werd hij museumdirecteur, een funktie die in de loop der jaren steeds meer inhoud kreeg. Archief en museum vormden bij zijn ambtsaanvaarding een nogal rommelige combinatie en slechts een zeer nauwgezet beschouwer was het gegeven te ontdekken waar het archief ophield en het museum begon, en andersom. Het is Wortel gelukt orde te schep pen en van zijn rariteitenkabinet een ambtelijke dienst te maken. Door talrijke aankopen na de oorlog, alsmede door een krachtig tentoonstellingsbeleid werd het duidelijk, dat een nieuw museumgebouw niet langer gemist kon worden. Tevens groeide het inzicht, dat archief en museum gescheiden behoorden te worden. Deze ontwikkeling werd versneld doordat het stadhuis in de Langestraat aan uitbreiding toe was. Enige jaren geleden werd het archief ondergebracht in het gerestaureerd patriciërshuis Oudegracht 247, waaraan een modern archief depot van vier verdiepingen werd gebouwd. Het museum kreeg de beschikking over de gerestaureerde Nieuwe Doelen. Het heeft collega Wortel niet aan eerbewijzen ontbroken. Bij zijn 25-jarig ambts jubileum ontving hij de zilveren erepenning van de gemeente Alkmaar, bij zijn afscheid als museumdirecteur op 1 maart jl. werd hij ridder in de orde van Oran- je-Nassau wegens zijn verdiensten voor het culturele leven in stad en gewest en bij zijn afscheid als archivaris op 30 augustus werd hem de gouden erepenning [152] der gemeente overhandigd. Uit de toespraken van vele sprekers werd duidelijk, dat een gewaardeerd en populair man de actieve dienst heeft verlaten. f. In memoriam J. Geesink 1 februari 187628 mei 1968 Op 28 mei jl. is te Zwolle op 92-jarige leeftijd overleden de heer J. Geesink, die van 1898 tot 1932 werkzaam is geweest aan het rijksarchief in Overijssel. Hij is in laatstgenoemd jaar gepensioneerd als hoofdcommies, en kort daarna benoemd tot gemeente-archivaris van Zwolle, een funktie die hij tot zijn dood toe vervuld heeft. Hij is verder secretaris geweest van de Vereeniging t.b.v. Overijsselsch Regt en Geschiedenis, en directeur van het Overijsselsch Museum te Zwolle. Dat zijn in vloed echter verder reikte, kwam niet in het minst door zijn gave om tegenstel lingen en tegengestelde meningen met elkaar te kunnen verzoenen, en hoevelen zullen er niet zijn die, gelijk de schrijver van deze regels, in hem een vaderlijke vriend verloren hebben. Zwolle G. J. ter Kuile [153]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1968 | | pagina 80