Artikel 3.
Nasporingen ten behoeve der gemeente worden verricht door de gemeentearchivaris of
onder zijn verantwoordelijkheid door de onder hem werkzaam gestelde ambtenaren.
Artikel 4.
1. Een ieder is bevoegd, behoudens de beperkingen welke bij of krachtens de wet en in
het tweede lid van dit artikel worden gesteld, alsmede voor zover de voorwaarden bij
de opneming in de bewaarplaats gesteld, zich daartegen niet verzetten, de in de ge
meentelijke archiefbewaarplaats ondergebrachte archieven en verzamelingen koste
loos te raadplegen en daarvan of daaruit afbeeldingen, afschriften, reprodukties of uit
treksels te maken of op zijn kosten te doen maken. Ten aanzien van de vervaardiging
van afbeeldingen enz. van onderdelen van de verzamelingen, is de gemeentearchivaris
bevoegd beperkingen te stellen, van wiens beslissing beroep op burgemeester en wet
houders open staat.
2. Van de gemeentelijke archiefstukken, die van jongere datum zijn dan het 31e jaar
vóór dat van de lopende dienst, mag de gemeentearchivaris geen inzage verlenen of
afbeeldingen, afschriften, reprodukties of uittreksels verstrekken dan met machtiging
van burgemeester en wethouders. Het vorenstaande geldt niet voor functionarissen
van de diensten, bedrijven en instellingen van welke de stukken afkomstig zijn en die
daarvan ambtshalve wensen kennis te nemen.
Artikel 5.
Voor het in het voorgaande artikel bedoelde gebruik der archieven en verzamelingen
gelden, behalve hetgeen bij of krachtens de wet en bij de opneming in de archiefbewaar
plaats is bepaald, de volgende regels:
a. vóór de aanvang van het onderzoek vermeldt de bezoeker op de daarvoor vastge
stelde wijze zijn naam, woonplaats, kwaliteit en het onderwerp van zijn nasporingen;
b. het raadplegen van de door de bezoeker aangevraagde of voor zijn doel hem aan
bevolen stukken, geschiedt onder toezicht van een daarvoor aangewezen ambtenaar,
in de door de gemeentearchivaris aan te wijzen lokaliteit;
c. de bezoeker mag in de door hem geraadpleegde stukken geen aantekeningen maken,
tekens plaatsen, vouwen leggen of op andere wijze beschadigingen aanbrengen. Hij
moet zorg dragen dat de volgorde der losse stukken bewaard blijft. Het calqueren
of doortrekken is hem verboden, tenzij hij daartoe vergunning van de gemeente
archivaris heeft gekregen;
d. indien blijkt, dat de bezoeker tegen het in dit artikel onder „c" bepaalde gehandeld
heeft of dreigt te handelen, kan hem door de gemeentearchivaris de gelegenheid tot
verder onderzoek worden ontzegd, onverminderd zijn verplichtingen om ingeval van
aangebrachte schade een door de gemeentearchivaris vast te stellen vergoeding te
betalen. Van de door de gemeentearchivaris genomen beslissingen staat beroep open
op burgemeester en wethouders.
Artikel 6.
1. Aan een ieder die gegevens aan archiefbescheiden heeft ontleend, staat het vrij, be
houdens hetgeen daaromtrent bij of krachtens de wet of bij de opneming in de be
waarplaats is bepaald, deze gegevens te publiceren, mits hij:
a. zich verantwoordelijk stelt voor het door hem gepubliceerde;
b. een exemplaar van het door hem gepubliceerde aan de gemeente schenkt;
c. er mee instemt dat het recht om het door hem gepubliceerde opnieuw te doen
publiceren, zowel voor de gemeente als voor anderen onverkort blijft.
2' V£°^|het versPreiden van gegevens, ontleend aan andere documenten dan archiefbe
scheiden, gelden dezelfde bepalingen, met dien verstande evenwel dat vergunning
nodig is van de gemeentearchivaris, van wiens beslissing beroep open staat op bur
gemeester en wethouders.
[144]
Artikel 7.
1. Aan verzoeken van particulieren om te hunnen behoeve van ambtswege nasporingen
in de archieven en verzamelingen te doen, wordt door de gemeentearchivaris voldaan,
wanneer naar zijn oordeel de dienst zulks toelaat.
2. Voor nasporingen, die niet geacht kunnen worden van algemeen belang te zijn en
voor afbeeldingen, afschriften en reprodukties van en uittreksels uit de archieven en
verzamelingen, worden van de aanvrager leges geheven volgens een door de ge
meenteraad vast te stellen tarief, welk tarief ook voor nasporingen, buiten bureautijd
gedaan en voor afbeeldingen etc. buiten bureautijd vervaardigd, niet mag worden
overschreden.
Artikel 8.
Voor uitlening zoals bedoeld in artikel 25 van het Archiefbesluit, Staatsblad 1968 nr. 200,
van stukken welke ouder zijn dan van het 30e jaar vóór dat van de lopende dienst, is
de toestemming van burgemeester en wethouders vereist, indien de uitlening geschiedt
voor een termijn van langer dan een maand.
Artikel 9.
1. Zij, die overeenkomstig de bepalingen vervat in de artikelen 23, 25 en 26 van het
Archiefbesluit, Staatsblad 1968 nr. 200, stukken tijdelijk in bewaring ontvangen, zijn
voor de ongeschonden bewaring der stukken verantwoordelijk.
2. De gebruikers van deze stukken zijn onderworpen aan de bepalingen, die in artikel 5
van dit reglement ten opzichte van het gebruik der archieven en verzamelingen zijn
vastgesteld, voor zover die op hen kunnen worden toegepast.
Artikel 10.
1. De handschriften worden, wat de uitlening betreft, geheel met archiefstukken gelijk
gesteld.
2. Boekwerken uit de archiefbibliotheek kunnen, voor zover de dienst zulks toelaat en
zij naar het oordeel van de gemeentearchivaris niet tot de zeldzame behoren, worden
uitgeleend.
3. Stukken behorende tot de historisch-topografische atlas kunnen slechts worden uitge
leend ten behoeve van tentoonstellingen.
4. Van films en geluidsbanden kunnen slechts kopieën worden uitgeleend.
5. De gemeentearchivaris is bevoegd om, zo hem dat wenselijk voorkomt, van de lener
een borgstelling te vragen.
6. Zij die de in dit artikel bedoelde stukken tijdelijk in bewaring ontvangen, zijn onder
worpen aan de bepalingen die in artikel 5 van dit reglement ten opzichte van het
gebruik der archieven en verzamelingen zijn vastgesteld, voor zover die op hen
kunnen worden toegepast.
7. Van de beslissingen van de gemeentearchivaris, op grond van dit artikel te nemen,
staat beroep open op burgemeester en wethouders, welk college eveneens kan toestaan
dat andere stukken uit de verzamelingen dan hiervoor genoemd, voor uitlening in
aanmerking komen.
Artikel 11
De uitlening, bedoeld in de artikelen 8 tot en met 10 van dit reglement, geschiedt slechts
voor een bepaalde, ook op het bewijs van ontvangst te vermelden termijn. Op schriftelijke
aanvraag van de belanghebbende kan deze termijn echter verlengd worden.
Artikel 12.
Op aanvraag van de gemeentearchivaris kunnen stukken, behorende tot andere binnen
landse of buitenlandse archieven of bibliotheken, tijdelijk in bewaring worden genomen.
De gebruikers zijn, behalve aan de bijzondere voorschriften, geldende voor de betrok-
[145]