plaats uitgaan van het onderscheid tussen wel en niet naar de gemeentelijke archiefbe waarplaats overgebrachte archiefbescheiden. Omdat echter de wettelijke opdracht aan de gemeenteraad luidt, regels te stellen ten aanzien van achtereenvolgens de zorg van burgemeester en wethouders voor de archie ven en het toezicht door de gemeentearchivaris op het beheer van de archieven wordt er de voorkeur aan gegeven in eerste instantie van deze onderscheiding uit te gaan. Hier door wordt een zeer duidelijke aansluiting verkregen tussen wet en verordening, zonder dat daarbij tekort behoeft te worden gedaan aan het onderscheid tussen oudere en jongere archieven. 6 Bovendien wordt in dit verband reeds gewezen op artikel 5 van het concept, op grond van welke bepaling burgemeester en wethouders in afzonderlijke besluiten voorschriften zullen moeten vaststellen voor het dagelijks beheer van respectievelijk de oudere en de jongere archieven. Bedoeld onderscheid lijkt dan ook, voor toepassing van het geheel aan voorschriften in de praktijk, voldoende geaccentueerd. Een bezwaar van het (voorlopige) concept van de VNG wordt voorts geacht, dat daarin heel wemig naar voren komt van een regeling van de zorg, waarvan de wet in artikel 23 spreekt. Dit concept geeft, mede gelet op de officiële interpretatie van het begrip „zorg de verantwoordelijkheden van burgemeester en wethouders niet duidelijk en zeker niet volledig weer. Met het vorenstaande moge het vrij sterk afwijken van bijgaand concept van de elders ontworpen concepten, zijn verklaard. Toelichting per artikel Artikel 1, tweede lid. Hoewel niet strikt nodig, is in verband met het veelvuldig voorkomend misverstand als zouden archiefstukken alleen oudere stukken zijn, een herhaling van de door de Archief wet 1962 gegeven definitie van „archiefbescheiden" zeer gewenst. Artikel 2. Dit artikel houdt in dat, zoals ook de Archiefwet 1962 bedoelt, burgemeester en wet- ouders met alleen hebben te zorgen voor een juiste bewaring van de oudere overge- rachte archiefbescheiden, maar ook voor een goede en veilige bewaring van de nog bij de diensten, bedrijven en instellingen berustende archieven. Burgemeester en wethouders zullen er goed aan doen o.m. bij de voorbereiding van plannen voor nieuwe gebouwen voor de diensten, bedrijven en instellingen met deze eisen voor het archief rekening te houden. Artikel 3 en 4. Het ligt voor de hand dat burgemeester en wethouders het beheer opdragen aan de hoofden van dienst, die daarmee voor de goede gang van zaken ten aanzien van hun archieven verantwoordelijk worden gesteld. Het is dus niet de bedoeling, dat burgemeester en wethouders de aan de beheerder ondergeschikte, met archiefwerk belaste ambtenaren aanwijzen. Artikel 4 brengt echter tot uitdrukking, dat burgemeester en wethouders be- dfen^te zorgenanW1JZen beheerders' ook voor een voldoende personeelsbezetting Artikel 5. Zoals hetgeen in de artikelen 2 tot en met 4 is geregeld behoort tot de „zorg van burge meester en wethouders voor de archiefbescheiden", behoort het blijkens "de officiële interpretatie tevens tot de „zorg" van dat college, regels te stellen voor het (dagelijks) „beheer van de archiefbescheiden. ëJJ Voor de archieven, berustende in de gemeentelijke archiefbewaarplaats zijn, wat Rotter- [136] dam betreft, deze regels te vinden in de instructie voor de gemeentearchivaris en in het reglement voor de dienst en het gebruik van de archieven en verzamelingen, opgenomen in de gemeentelijke archiefbewaarplaats. Voor de zgn. lopende archieven zijn voorheen echter nimmer beheersregels vastgesteld. Uitvaardiging van dergelijke regels is voor een juist archiefbeheer evenwel thans ver plicht gesteld. Artikel 6. Een apart reglement als hier bedoeld, naast een instructie voor de archivaris, lijkt nuttig en praktisch. Heeft de instructie het karakter van een interne gemeentelijke regeling, het hier bedoelde reglement heeft hoofdzakelijk tot doel de rechten en verplichtingen van particulieren vast te leggen en aan deze particulieren op aanvraag ter beschikking te wor den gesteld. Artikel 9, tweede lid. De gemeente is wettelijk niet verplicht een archivaris in dienst te hebben. Ontbreekt een archivaris, dan wordt de gemeentelijke archiefbewaarplaats volgens de wet beheerd door de gemeentesecretaris. Het lijkt evenwel nuttig op deze plaats vast te leggen dat de raad van Rotterdam de aanstelling van een archivaris noodzakelijk acht, zodat ingeval van een vacature burge meester en wethouders een voorstel hebben in te dienen tot benoeming van een opvolger. Artikel 10. In afwijking van het (nog niet officiële) concept-VNG, dat geen opleidingseisen stelt ten aanzien van de ambtenaren, waardoor de archivaris zich op het punt van de archief inspectie kan doen vertegenwoordigen, bepaalt het hier voorgestelde artikel dat deze ambtenaren de hoedanigheid van hoger of middelbaar archiefambtenaar moeten bezitten. Voor een gemeente als Rotterdam kan deze eis omtrent de opleiding van bedoelde ambtenaren zeker niet worden gemist. Artikel 13 Een verschil met de tegenwoordige regeling van de inspectie is, dat volgens de voorge stelde regeling de hoofden van dienst in het algemeen sneller op de hoogte zullen zijn van de bevindingen van de gemeentearchivaris. Dit geeft hen gelegenheid zonodig op de be vindingen van de gemeentearchivaris te reageren nog voordat laatstgenoemde verslag aan burgemeester en wethouders uitbrengt. Deze regeling kan een juiste en efficiënte gang van zaken slechts ten goede komen. Verordening op de Commissie voor de Archieven De raad van de gemeente Rotterdam, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 oktober 1968 (verzameling gedrukte stukken 1968, volgnr. 293); gelet op artikel 61 van de Gemeentewet; besluit: vast te stellen de volgende VERORDENING, regelende de werkkring van de vaste commissie, benoemd om burgemeester en wethouders bij te staan in de zorg voor de archiefbescheiden van de gemeentelijke organen en in het beheer van de Gemeentelijke Archiefdienst. Artikel 1. De commissie, genaamd „Commissie voor de Archieven", is geroepen burgemeester en wethouders bij te staan in: a. de zorg voor de archiefbescheiden van de gemeentelijke organen; b. het beheer van de Gemeentelijke Archiefdienst. [137]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1968 | | pagina 72