lingen, opgenomen in de gemeentelijke archiefbewaarplaats, zijn de beperkende
bepalingen t.a.v. de openbaarheid en uitlening verduidelijkt. Het vervaardigen
van reproducties van bepaalde onderdelen der verzamelingen b.v. kostbare teke
ningen, films en geluidsbanden, kan niet ongelimiteerd worden toegestaan; het
risico moet vermeden worden dat zij die met minder geschikte apparatuur ge
wapend naar het archiefgebouw komen om zelf reproducties te vervaardigen,
schade berokkenen. Ook ligt het voor de hand dat speciale vergunning vereist is
voor het verspreiden van gegevens, die ontleend worden aan de historisch-topo-
grafische atlas, de filmverzameling en de geluidsverzameling. Het hek zou van
de dam zijn wanneer een ieder gratis uit de collecties zou kunnen putten en de
gegevens daarna zou kunnen aanwenden om ten eigen bate oplagen te produ
ceren voor de verkoop.
Op grond van de onvervangbaarheid van stukken behorende tot de historisch-
topografische atlas, van films en geluidsbanden moeten aan de uitlening daar
van grenzen gesteld worden.
T.a.v. de openbaarheid en uitlening van archiefbescheiden worden in het Archief-
besluit beperkende bepalingen gesteld.
Als bijlagen zijn hier de nieuwe plaatselijke voorschriften in extenso met de toe
lichtingen op de concepten opgenomen.
R. A. D. Renting.
A rchief verordening
De raad van de gemeente Rotterdam,
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 oktober 1968 (verzameling
gedrukte stukken 1968, volgnr. 293);
gelet op de artikelen 23, 24 en 25, eerste en tweede lid, van de Archiefwet 1962;
gehoord de commissie voor de Archieven;
besluit:
vast te stellen de volgende ARCHIEFVERORDENING.
HOOFDSTUK I
Algemene bepalingen
Artikel 1
1. In deze verordening wordt verstaan onder de wet: de Archiefwet 1962
2. Overeenkomstig artikel 1, eerste lid, sub „b", van de wet worden in deze verordening
onder archiefbescheiden verstaan:
a. bescheiden door de overheidsorganen ontvangen of opgemaakt en naar hun aard
bestemd daaronder te berusten;
b. bescheiden met overeenkomstige bestemming, ontvangen of opgemaakt door in
stellingen of personen, wier rechten of functies op enig overheidsorgaan zijn over
gegaan;
c. bescheiden, welke ingevolge overeenkomsten met of beschikkingen van instellin-
[132]
gen of personen, dan wel uit anderen hoofde in de archiefbewaarplaatsen zijn op
genomen om daar te berusten;
d. fotografische reprodukties, welke bij of krachtens de wet in de plaats zijn gesteld
van de onder a, b of c bedoelde archiefbescheiden of welke op grond van het
bepaalde in artikel 4 van de wet zijn vervaardigd.
HOOFDSTUK II
Zorg van burgemeester en wethouders voor de
archiefbescheiden artikel 23 van de wet).
Artikel 2.
Burgemeester en wethouders dragen zorg voor het inrichten en in stand houden van de
gemeentelijke archiefbewaarplaats, bedoeld in artikel 24 van de wet, alsmede van de
archiefbewaarplaatsen, bestemd voor de bewaring van de archiefbescheiden van de
gemeentelijke organen, voor zover deze bescheiden niet naar de gemeentelijke archief
bewaarplaats zijn overgebracht, een en ander overeenkomstig de daaraan bij of krachtens
de wet gestelde eisen.
Artikel 3.
Burgemeester en wethouders dragen zorg voor het aanwijzen van degenen, die belast zijn
met het beheer van de archiefbescheiden van de gemeentelijke organen, welke nog niet
naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats zijn overgebracht.
Artikel 4.
Burgemeester en wethouders dragen zorg voor het aanstellen van een voldoende aantal
ambtenaren zowel bij de gemeentelijke archiefbewaarplaats als voor het verrichten van
de werkzaamheden, verbonden aan het beheer van de nog niet naar de gemeentelijke
archiefbewaarplaats overgebrachte archiefbescheiden van de gemeentelijke organen.
Artikel 5.
1. Burgemeester en wethouders stellen voor de beheerder van de gemeentelijke archief
bewaarplaats een instructie vast, waarin zij, met inachtneming van hetgeen daarom
trent bij of krachtens de wet is bepaald, voorschriften opnemen omtrent de wijze
waarop de in deze bewaarplaats berustende archiefbescheiden zullen worden be
heerd.
2. Tevens stellen zij, met inachtneming van hetgeen te dier zake bij of krachtens de
wet is bepaald, voorschriften vast voor het beheer van de archiefbescheiden van de
gemeentelijke organen, welke nog niet naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats
zijn overgebracht.
Artikel 6.
De dienst en het gebruik van de in de gemeentelijke archiefbewaarplaats berustende
archiefbescheiden worden door burgemeester en wethouders bij afzonderlijk reglement
geregeld.
Artikel 7.
Burgemeester en wethouders dragen zorg, dat op de ontwerp-begroting van de gemeente
de uitgaven ter bestrijding van de kosten van de zorg voor de archiefbescheiden van de
gemeentelijke organen worden geraamd.
Artikel 8.
Burgemeester en wethouders doen jaarlijks aan de raad verslag omtrent hetgeen door hen
is verricht ter uitvoering van artikel 23 van de wet.
[133]