Bijlage I
Overzicht van het papieren cartularium (LRK la)
en voorts in codices die behalve oorkondeteksten nog tal van andere optekenin
gen bevatten™. Op dergelijke wijze zijn de opgave der grafelijke lenen van ca.
1283—85 en het Hollandse cartularium van 1299 nog wel voor registratiedoel
einden gebruikt. Uit 1307 en volgende jaren dateren enige fragmenten van een
register met vooral gerechtelijke stukken van bisschop Gwijde van Utrecht77.
Van aartsbisschop Boudewijn van Trier is een register over de jaren 1311 tot
1313 voorhanden7S. Niet zozeer hetgeen Pieter van Leiden in 1316 instelde,
de registratie, was nieuw, als wel de grootscheepse en systematische manier waar
op die registratie in de Hollandse kanselarij werd toegepast. In dit opzicht is Pie
ter van Leiden een man van een nieuwe periode.
70 Marinette Bruwier, a.w. (zie hiervóór, p. 39, n. 26), p. 186194, nrs. 37. Deze
codices vormen tezamen geenszins een samenhangend geheel. Slechts het registergedeelte
van het oudste Henegouwse cartularium (Bruwier, nr. 1) en het „derde Henegouwse car
tularium" (Bruwier, nr. 6) zijn enigszins systematisch ingedeeld.
y7 J. W. Berkelbach van der Sprenkel, „De kanselarij van bisschop Gui van Avesnes",
in Tijdschrift voor geschiedenis, 49 (1934), p. 416423.
78 H. Bresslau, Handbuch der Urkundenlehre für Deutschland und Italiën, 1. Bd 2
AufL, Leipzig 1912 3. Aufl., Berlin 1958, p. 142143.
[68]
In het op de volgende pagina's afgedrukte overzicht van de inhoud van het
papieren cartularium worden de afschriften weergegeven in de volgorde waarin
ze daar staan. Ter vergelijking worden ook de nummers waaronder de teksten in
de twee kopiëen LRK 40 en LRK 24 zijn opgenomen vermeldt. Aan het slot volgt
op p. 8485 een vergelijkende staat van de nummering der teksten in LRK 40
met die in LRK la.
Er is naar gestreefd onder „Uitgave" steeds te verwijzen naar drukken, die de
teksten in extenso weergeven. Uitgaven in regest zijn met een asterisk aange
geven.
De voorhanden originelen bevinden zich alle in het Algemeen Rijksarchief, ar
chief grafelijkheid van Holland, charters vóór 1300.
Om dit toch al omvangrijke overzicht niet groter te maken dan strikt noodzakelijk
is, wordt de inhoud der teksten slechts summier aangeduid. Met ,de graaf' wordt
de graaf van Holland bedoeld, met ,de bisschop' of ,de elekt' de Utrechtse pre
laat.
[69]