met de nrs. 3695 in LRK 13 (3E), schreef hij niet daarvan over. In nr. 35 (f. 25r) wordt een bedrag in ponden genoemd, den ouden groten coninx Tor. over lós. De schrijver van LRK 13 (f. 27r, nr. 36) had met een heel zinsdeel ook deze woorden overgeslagen; de hand 3D voegde ze later toe maar zonder groten. Noch vóór noch na deze aanvulling (in 1336 of later!) kan LRK 18 hier naar LRK 13 zijn geschreven. In nr. 65 (f. 29v) is sprake van een goed, hem (—Gerard Alewijnsz. ute Leyden) ende sinen nacomelinghen van ons (=de graaf) ende van onsen nacomelinghen in liene te houden; in LRK 13 (f. 32v, nr. 64) ontbreken de woorden van ons ende van onsen nacomelinghen"De meyster Lamme van Vlissinghe onsen knape in nr. 70 (f. 30r) heet in LRK 13 (f. 33r v, nr. 69) slechts meyster Lamme onsen knape4''. In de aanteke ning onder nr. 92 (f. 33v) wordt gesproken van Lambertus antedictus. Dit laatste woord staat niet in LRK 13 (f. 40r, nr. 89). Ook de nrs. 99114, korresponderende met de nrs. 96110 in LRK 13 schreef 3A niet naar die bron. In nr. 101 (f. 35r) wordt aan Jan en Wouter van Brigdamme een uit doodslag voortvloeiende schuld kwijtgescholden also verre als si ons betoghen moghen met ons rentemeisters brieve voirss dit laatste woord staat niet in LRK 13 (f. 43r, nr. 97). Bij nr. 112 (f. 36v—37r) staat in de marge Per dominum comitem, dominum de Cruninghe et alios; dit et alios ontbreekt in LRK 13 (f. 45v, nr. 108). De hand 3B schreef in LRK 18 de nrs. 115208, waarvan de nrs. 115142 niet naar de ermee korresponderende nrs. 1 lObis137 van LRK 13. Bij de nrs. 116—119, 122 135 en 137142 staan in de marge notities betreffende de bij de uitvaardiging dier oorkonden betrokken personen. Deze notities ontbreken in LRK 13, nrs. 111—114, 118—131 en 133—137«. Bij nr. 120 (f. 38v) staat zon marginale aantekening, die uitvoeriger is dan die bij LRK 13, nr. 115 (f. 47r). In nr. 137 (f. 40v) loste de kopist de afkorting voirs. op tot voirseyd terwijl de schrijver van LRK 13 (f. 49v, nr. 133) daar voerscreven van maakte! Behalve dit gaven we hiervóór p. 55 nóg een voorbeeld (f. 41 r, nr 14^ korrespon derende met LRK 13 f. 50r v, nr. 137) van uiteenlopende lezingen van een zelfde zinswending, die alleen te verklaren zijn uit een onafhankelijk van el- kaar afschrijven naar één bron. Het tweede gedeelte (nrs. 143-208) van zijn reeks schreef 3B evenmin naar de ermee korresponderende reeks in LRK 13 (nrs. 138—204, door 3G). In nr. 143 (f. 41r. v) wordt vermeld, dat onse (='s graafs) watermolen tote Zeerixee ende onse score tuschen Adelsoirde ende Mosselzee, die vroeger door enige lieden van de graaf in leen werden gehouden, thans weer aan de graaf zijn gekomen. In LRK 13 (f. 5lr, nr. 138) ontbreekt het woord onse vóór score. (Men krijgt de in druk dat Score in LRK 13 met een hoofdletter is geschreven en dus als plaats naam is bedoeld). In nr. 200 (f. 49v) wordt bepaald, dat het huis te Kruiningen s graven ledich open huys (sal) wesen, op ende of te vaerne, onse luden daer op 48 w8!' Y,an R'emsdijk< Gerard Alewijnsz., p. 160 (37), n. 2. worden vcrmeldCmSdl]k' V' 6°3' a'Waar de nummers niet ëoheel nauwkeurig [56] te doene ende 't huys daermede te besetten. In LRK 13 (f. 61 rv, nr. 197) ont breekt het woord daer. Deze oorkonde werd door de burggraaf van Zeeland medebezegeld mit onsen seghel mit onsen lieven here den grave voerscr., hetgeen in LRK 13 luidt met onsen zeghele met onzen lieven here voir- noemd. De slotsom van dit onderzoek naar de onderlinge verhouding der twee registers Zeeland is, dat de eerste reeks van het kleine exemplaar (nrs. 131) naar de ermee korresponderende reeks van het grote exemplaar (nrs. 130, zonder nr. 24) kan zijn geschreven; maar dat de nrs. 36204 van het kleine en de ermee korresponderende nrs. 35208 van het grote, bevattende de afschriften van in de jaren 1319 tot 1323 uitgevaardigde oorkonden in ieder geval onafhankelijk van elkaar tot stand zijn gekomen. De registers Zuid-Holland LRK 7 klein; LRK 22 groot De hand 3B schreef in LRK 7 de nrs. 166 en het begin van nr. 67 niet over van de korresponderende nrs. 166 van LRK 22 (3A). Bij nr. 28 (f. 28) staat in de marge Per dominos Suden', Sy de Benth., Ge. Raph' et alios. Dit et alios ontbreekt in LRK 22 (f. 4v, nr. 28). Nr. 38 (f. 8v9r) is een oorkonde, waarbij de graaf aan Hugo van Zottegem grond in de Riederwaard verkoopt, die hij hem zegt te waren voir ons ende voir onse nacomelinghe; in LRK 22 (f. 6r, nr. 38) luidt het: te waren voor ons onse nacomelingher. De nr. 67156, korresponderende met LRK 22, nrs. 66156, werden geschre ven door 3H. Van Riemsdijk wees er reeds op, dat onderaan het laatste blad van het tweede katern (f. 16v) staat heer Hoeghestrate habet, hetgeen kennelijk slaat op het derde katern; en dat in LRK 22 op de overeenkomstige plaats van het eerste katern (f. 8v) deze zelfde aantekening voorkomt49. Deze heer Hoeghe strate is 3H, die LRK 22 hier dus als voorbeeld voor het door hem geschreven gedeelte van LRK 7 zou hebben gebruikt. Deze indruk wordt door enkele ken merken van het schrift van 3H bevestigd. In LRK 7 hebben tussen het schrijven der nrs. 93 en 94, tussen dat der nrs. 116 en 117, en tussen dat der nrs. 146 en 147 duidelijk zekere tijdsruimten gezeten. Deze cesuren korresponderen met de scheidingen in LRK 22 tussen het tweede en het derde katern, resp. het derde en het vierde katern, resp. de door 3E en 3B geschreven gedeelten. Van het kleine register Zuid-Holland werd de eerste reeks dus niet naar het kor responderende deel van het grote gekopieerd. De tweede reeks echter (nrs. 67 156) is een afschrift van de nrs. 66152 van LRK 22. Waarschijnlijk was de hand 3B enige jaren na 3A werkzaam. Voor alle zeker heid bezien we de door 3A geschreven beginreeks van LRK 22 en de door 3B geschreven beginreeks van LRK 7 echter ook nog met het oog op mogelijke aan- wijzigingen dat het grote register hier een kopie is van het kleine, of juist on mogelijk daarvan een kopie kan zijn. 49 Van Riemsdijk, Tresorie, p. 604; vgl. Van Riemsdijk, Gerard Alewijnsz., p. 158 (35), n. 1 en p. 159 (36), n. 1. [57]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1968 | | pagina 32