Ontleend aan: Cobouw van 27 augustus 1968.
Heerlen wil thermen 'overkappen'
Uit een gesprek met drs. L. van Hommerich, directeur van het Historisch Archief
en Museum te Heerlen (L.), is duidelijk vast te stellen, dat het Heerlense gemeente
bestuur nog steeds alles op alles zet om de realisering van het plan tot overkap
ping van het oude Romeinse badhuiscomplex, de thermen aan de Coriovallum-
straat-Kruisstraat-Deken Nicolayestraat in het hart van Heerlen - zo spoe
dig mogelijk te realiseren.
De overblijfselen uit de Romeinse tijd liggen nu nog om verder verval te voor
komen bedolven onder een flinke laag zilverzand.
De bedoeling is om de waardevolle bewijzen van het Romeinse verleden geheel
uit te graven en te overkappen en in het nieuwe complex dan tevens het Historisch
Archief en Museum onder te brengen.
De oorspronkelijke plannen voorzagen tevens ter plaatse in de bouw van een
Openbare Leeszaal en mogelijk Muziekschool.
Voor het laatste wordt momenteel echter gedacht aan het zogenaamde vrij nieu
we en moderne 'beddenhuis' van het vroegere ziekenhuis in Heerlens centrum,
met welk miljoenencomplex het gemeentebestuur van Heerlen nog steeds lelijk
in de maag zit.
Van gemeentezijde wordt thans getracht bij het ministerie van economische zaken
een financiële bijdrage los te peuteren voor de nieuwbouw Thermen als 'toeris
tisch object', daar de verwachting bestaat, dat bij realisatie van het Thermenplan
jaarlijkse vele tienduizenden uit binnen- en buitenland een bezoek aan deze bij
zondere bezienswaardigheid zullen brengen. Ook bij de dienst aanvullende cultuur
technische werken te 's-Hertogenbosch heeft het gemeentebestuur voor een subsi
die in de bouw van het thermenproject aangeklopt.
Drs. F. J. W. Gijzeis, Heerlens burgemeester, die niets nalaat om voldoende fi
nanciële steun voor het thermenproject dat hij uit historisch oogpunt maar
óók als architectonische aanwinst voor de verfraaiing van Heerlens binnenstad
bijzonder belangrijk vindt acht het mogelijk met de bouw te beginnen als de
gemeente Heerlen voor tien procent van de kosten beraamd op 2% miljoen
op moet komen. De plannen zijn van het Architectenbur. ir. Peutz. uit Heerlen.
Wederrechtelijke vernietiging van archiefstukken van de
polder Over-Heicop
Elke archivaris zal wederrechtelijke vernietiging van archiefstukken een ernstige
zaak achten. Aan dit vergrijp heeft de secretaris-penningmeester van de polder
Over-Heicop zich schuldig gemaakt. Wie de moeite neemt te bevoegder plaatse
naar de feitelijke gang van zaken te informeren, krijgt een relaas te horen, dat aan
duidelijkheid niets te wensen overlaat.
Omstreeks 1950 werd het archief van de polder Over-Heicop bewaard in een
oude kast in een café te Schoonrewoerd, waar het polderbestuur en de ingelanden
plachten te vergaderen. Toen de caféhouder niet langer gastvrijheid aan het archief
kon of wilde verlenen, verhuisde het naar een door de secretaris-penningmeester
bewoonde boerderij. Daar kwam het in een stalen kast, die het polderbestuur
zich voor dit doel aanschafte op verlangen van Gedeputeerde Staten van Zuid-
Holland. Gedeputeerde Staten plegen in dergelijke zaken te handelen dit is in
onze kringen maar al te goed bekend -op advies van de provinciale inspecteur
der gemeente- en waterschapsarchieven.
De bewaring van een polderarchief bij de secretaris thuis is volkomen normaal.
Afgezien van de bepalingen van de Archiefwet 1918 belast het Algemeen Polder
reglement van Zuid-Holland de secretaris met het bewaren van het archief en het
bijhouden van de inventaris. De secretaris draagt ten deze een verantwoordelijk
heid, waaraan hij zich niet kan onttrekken en die hij niet op een ander kan af
schuiven.
De huidige provinciale inspecteur der gemeente- en waterschapsarchieven in
Zuid-Holland dr. J. L. van der Gouw trof het archief van de polder Over-Heicop
in 1957 in gemelde kast aan in ongeordende staat, zonder inventaris, maar hij
beschikte wel over aantekeningen van zijn voorganger mr. H. L. Hommes om
trent de aanwezigheid van notulen, rekeningen en andere belangrijke bestand
delen.
Natuurlijk is de bewaring van een polderarchief bij de secretaris op een boerderij
niet ideaal. Het beleid van de provinciale inspecteur is er op gericht deze archie
ven onder te brengen bij de hoofdwaterschappen, waaronder de betrokken pol
ders ressorteren: Rijnland, Delfland, Schieland enz. Zo'n bewaargeving geschiedt
op basis van vrijwilligheid en binnen het kader van de bestaande mogelijkheden,
die van geval tot geval verschillen1. Het is dus alleszins begrijpelijk, dat ondanks
1 J. L. van der Gouw 'Concentratie van polderarchieven in Zuid-Holland' in 'Neder
lands Archievenblad' 68ste jrg. 1964, blz. 149-152.
[22]
[23]