MCMMNaaÉMBHMNMMBBHHj
gedachte, temeer daar allerwege met contributieverhogingen wordt gewerkt, waar
aan toch ergen een grens behoort te zijn. Uiteraard is als middel van redres ook
het woord fusie gevallen, waarvoor verschillende naast en om ons liggende ge
bieden aangewezen schijnen. Toetst men dit nader dan komt men, tenzij wij ons
vergissen, altijd weer tot de gedachten dat het de voorkeur verdient wat front te
verkorten en zelfstandig te blijven, dan om straks onherkenbaar te worden in een
sterk gemêleerde club. Wellicht is de meest gunstige taktiek welke wij kunnen
voeren en hierbij zou een redactiecommissie, mits goed functionerend kunnen
helpen de volgende:
Het Archievenblad zou met weglating van uitvoerige notulen, kronieken, overzich
ten zich kunnen gaan specialiseren op de voor vakgenoten en historici belangrijke
gebieden van institutionele aard en dat der hulpwetenschappen wat de oude ar
chieven aangaat, en voor de nieuwe en nieuwste archieven op moderne onderzoek
methoden en technische middelen. De uitgave van 'Septet' heeft namelijk bewezen
dat er buiten onze strikte vakgenoten voldoende belangstelling bestaat. Dit'opge
teld bij een nu vrijkomend aanbod van bijdragen b.v. op het gebied van kerkelijke
institutionele geschiedenis en op het terrein van oud vaderlands recht, dat der
hulpwetenschappen als palaeografie, diplomatiek, chronologie, sphragistiek en
heraldiek met daarnaast het brede terrein der archivistiek, moet er op de duur een
te exploiteren tijdschrift mogelijk en gewenst zijn. Voeg ik daarbij, nu wij in de
periode van nieuwbouw zijn aangeland, de mogelijkheid om de advertentieinkom
sten te doen oplopen, dan is er wellicht een overbrugging mogelijk naar welvaren
der verten.
Nu wij het toch over verten hebben: al bleef uw voorzitter dicht bij huis, de ver
eniging werd dankzij het inspringen van dr. Formsma toch tussen 9-14 mei
in Washington vertegenwoordigd op de Conseil International des Archives. Van
zijn observaties zult u verslag vinden in de komende aflevering van het Archie
venblad. Mijn voornemen om gevolg te geven aan de uitvoering van de Duitse
zustervereniging tot het bijwonen van de 43e Deutscher Archivtag in Coburg van
8-11 september 1966, werd niet verwezenlijkt door een misverstand inzake de
verlening van toestemming door het ministerie. Om niet de schijn te wekken dat
ik mij aan alle representatieve verplichtingen of verlokkingen onttrek, wil ik erop
wijzen, dat ik begin april zal deelnemen aan de vergadering van onze Engelse col
lega s in Carlisle, en wel als de 'eerste Europeaan' zoals zij in hun uitnodiging zeg
gen, die deze invitatie ten deel valt. Vermoedelijk houdt dit tevens een persoonlijke
erkenning in, omdat een der te behandelen punten is de verbeterde charterberging
op basis van Melinex. Hiervoor blijkt vooral in Engeland grote belangstelling te
bestaan. Nadat in het tijdschrift Plastics today een exposé met gekleurde illustraties
was verschenen in een Engelse, Franse en Duitse editie met samenvattingen in het
Italiaans, Spaans, Portugees en Russisch, heeft het Britse Museum in samenwer
king met de Public Record Office door het Utrechtse Rijksarchief een aantal char
ters tot een modelcollectie doen vervaardigen. Zij met het oog op de internationale
betrekkingen vermeld, dat op instignatie van collega Oosterbaan de Vereniging
telegrafisch medeleven betuigde met de ramp in Florence.
[110]
I
Ten besluite mag ik dan summier enkele personalia noemen in de wetenschap
dat in dit opzicht ook mijn voorgangers niet naar volledigheid konden streven
mede omdat de tijd dringt en omdat onderscheidene zaken of door het Archieven
blad of anderzins al U ter kennis kwamen. Ik memoreer het afscheid van mr. H.
Hardenberg op 1 september als algemeen rijksarchivaris en wel daar ziekte mij
toen verhinderde aanwezig te zijn mijnerzijds nog eens te onderstrepen de goe
de betrekkingen tussen hem en de Vereniging in de periode met name waar de
samenwerking (denk slechts aan het novum van de Archiefdagen) sterker was dan
ooit te voren. Namens de vereniging wil ik hiervoor en voor andere goede dien
sten de dank nog eens uitspreken. De benoeming van de opvolger per 1 september
brengt ongetwijfeld mede, dat die banden niet alleen zullen blijven bestaan, maar
dat gezien het aandeel dat dr. Van der Gouw in het verleden in het verenigings
leven reeds nam, en als een der vaste medewerkers (mag ik wel zeggen) van het
Archievenflad gedurende vele jaren had. dat zij juist omdat de tijden moeilijk
en de overgangen groot zijn verstevigd zullen worden.
Als voorzitter kan ik met trots gewagen onder aanbieding van de gelukwensen
der vereniging van de volgende serie jonge doctores: de collegae Scherft, Schim
mel, Hovy en Van der Gouw. Moge het anderen inspireren hun voetstappen te
volgen.
Geluk wensen wij ook oud-collega Beyerman, die bij zijn ambtelijk afscheid op 12
juli werd onderscheiden met de benoeming tot ridder in de Orde van Oranje
Nassau.
Niet afzonderlijk bij naam, maar met niet minder oprechte gelijkwensen, feliciteer
ik allen, die promotie maakten in de dienst of zich aan het archiefwezen zagen
verbonden. Mogen zij in zich versterken dat gevoel van dienstbaarheid eerste
vereiste voor de goede archivaris allereerst tegenover de instantie, die zij dienen
en tegenover de gemeenschap, die op hun kundigheden en vaardigheden een be
roep doet. Laten wij blijven om het bijbels uit te drukken 'Heeren' (en
dames, doch dit laatste niet volgens Matthaeus XIII 52) 'des huys, die uyt synen
schat nieuwe en oude dingen voortbrengt'.
Op het punt mijn taak van voorzitter der vereniging neer te leggen, een taak die
ik slechts een jaar behoefde te vervullen, een jaar dat echter zijn eigen moeilijk
heden had, dank ik allereerst mijn medeleden van het bestuur, nooit onwillig om
snel de gewenste beslissingen te nemen en bereid improvisaties aan te gaan. Ook
leden dank ik, die mij tweemaal sinds de oorlog het vertrouwen schonken een
bestuursperiode te vervullen. Uiteraard ben ik de mij opgedragen verplichtingen
more meo nagekomen, gezien dit jaaroverzicht meer achtslaande op de grote lijn
dan met zorg voor alle détails. Als u daarbij de overtuiging heeft opgedaan dat ik
alles steeds met grote liefde voor de vereniging deed dan weet ik dat ook mij veel
zal vergeven worden, omdat ik veel heb liefgehad.
[111]