komst en wordt de archivist van het sociaal-historisch centrum van Limburg, de heer G. W. M. Snakkers met algemene stemmen als lid van de vereniging toege laten. Dr. Scherft, de gastheer, krijgt hierop het woord. Hij dankt voor des voorzitters vriendelijke woorden en voor de grote opkomst. Hij geeft een toelichting op de nieuwbouw, welke als een onderdeel van de restauratie van het abdijcomplex, niet vrij is van compromissen tussen monumentenzorg en de eisen van het archiefbe heer, en geeft een inleiding op de rondleiding door depot, administratie- en ten toonstellingsruimten. Bij de rondvraag neemt de vice-voorzitter mr. Van den Hoek Ostende het woord. Hij memoreert, dat op 4 april 1966 de afdeling Letterkunde van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen drie nieuwe leden koos, wier verkiezing door H.M. de Koningin werd bekrachtigd bij besluit van 29 april: prof. dr. J. Presser, dr. P. J. Meertens en dr. M. P. van Buijtenen. De Akademie is verdeeld in twee afdelin gen. Een voor natuurkunde, die alle b-wetenschappen omvat en 75 gewone leden telt, en een voor letterkunde, waaronder alle humaniora worden begrepen en die thans 60 leden telt. Dat Van Buijtenen onder deze Nederlandse onsterfelijken is opgenomen, is reden tot grote vreugde. Zijn wetenschappelijk werk als kritisch beoefenaar van de oudere friese geschie denis zijn geschiedenis van Hindelopen, de rechtshistorisch-waterstaatkundige verhandeling over De Leppa, zyn in 1953 met prof. Niermeyer als promotor ver dedigd proefschrift over De Grondslag van de Friese Vrijheid en de rechtshistori sche verkenning van het friese dorp in de middeleeuwen, dat ook op litteraire gronden geprezen wordt, zouden reeds voldoende zijn om de keuze te rechtvaar digen. Dat men hem ook als vooraanstaand vertegenwoordiger van het Nederlands archiefwezen, waaraan hy verleden jaar met collega Mey nieuwe wegen ter char terberging wees, heeft willen eren, doet ons nog meer in de hem te beurt gevallen eer verheugen. Niet velen uit de archiefwereld werden tot leden van de Akademie gekozen. R. C. Bakhuizen van den Brink, L. Ph. C. van den Bergh en S. Muller Fzn. van de voorgangers en S. J. Fockema Andreae en B. H. Slicher van Bath onder onze tijdgenoten. In de vergaderzaal van de Koninklijke Akademie bevindt zich een schoorsteenstuk met een slapende Danaë en een slapende Cupido. Spreker is ervan overtuigd, dat zij de enige slapers zullen zijn, wanneer voorzitter Van Buijtenen er op zijn inspi rerende wijze het woord voert. De voorzitter bedankt voor deze hartelijke woorden en voor alle felicitaties, die hij bij de benoeming uit het corps mocht ontvangen. Hij sluit hierop om 11.30 uur de vergadering en geeft de leiding over aan dr. Scherft voor de bezichtiging van het nieuwe rijksarchiefcomplex en de permanente tentoonstelling. Na de bezichtiging van het nieuwe rijksarchief zal er worden geluncht, waarna onder leiding van dr. Scherft en zijn chartermeester jhr. Sandberg een rondleiding zal volgen door de oude stad, met een bezichtiging van het Abdijcomplex, waar de directeur van het Zeeuws museum dr. P. K. van Daalen een toelichting zal geven op de Nehalania-stenen, waarna men om 3 uur met de bus naar Veere zal vertrekken. Na een ontvangst door de burgemeester, de heer A. de Kam, van de nog geen 24 uur oude en nog zonder gemeenteraad zijnde nieuwe gemeente Veere, zullen de oud-burgemeester jhr. I. F. de Beer Poortugaal en de archivaris van Veere mr. L. E. de Brakke een toelichting verzorgen. Verslag van de vergadering in Gouda op vrijdag 3 maart 1967 Aanwezig 75 leden. Om 10.40 uur opende de voorzitter dr. M. P. van Buijtenen de vergadering met het uitspreken van de jaarrede. (zie pag. 105) De secretaris leest de ingekomen berichten van verhindering voor. Met algemene stemmen worden de notulen van de vergadering te Utrecht van 12 januari 1966, zoals afgedrukt in het Ned. Archievenblad 1966 afl. 1 goedgekeurd, met correctie van de foutieve dagdatering. Bij het bespreken van de jaarrekening 1966 deelt de penningmeester mede, dat de uitgaven bijzonder hoog zijn geweest door het verschijnen van het repertorium en de sterk gestegen kosten van het Archievenblad. Enkel dank zij de verhoogde rijks subsidie en de verschillende financiële bijdragen, die ter gelegenheid van het 75- jarig bestaan ten behoeve van de feestbundel Septet zijn ontvangen, sluit de re kening nog met een batig saldo van 190,78. Drs. G. J. W. de Jong en H. W. van Leeuwen hebben als kascommissie de ad ministratie van de penningmeester nagezien en volledig in orde bevonden. Bij monde van drs. De Jong roept de commissie op tot een geregelder contributievol doening. Meerdere leden zijn traag met betalen. Dr. Brekelmans vraagt het financieel jaaroverzicht in de toekomst te voegen bij de convocatie en informeert naar enige cijfers. Zijn voorstel wordt door de meer derheid van de vergadering gesteund. Daar er geen tegencandidaten zijn wordt op voorstel van dr. Van Hoboken de secretaris bij acclamatie tot voorzitter gekozen. Mr. Schaap vraagt of steun aan het voorstel een redactiecommissievoorzitter te benoemen, de vergadering op eni gerlei wijze bindt aan een veranderde opzet van het Archievenblad. Plannen in deze zouden zijns inziens eerst door de vergadering moeten worden besproken en goedgekeurd. Tegen een meer historisch, minder archivistisch inhoudsbeleid koes tert hij bezwaren. Dr. Van Hoboken vraagt of de redactiecommissie niet op de zomervergadering met voorstellen zou kunnen komen. De voorzitter zegt toe, dat hierop bij de re dactiecommissie zal worden aangedrongen. [102] [103]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1967 | | pagina 2