criteria. De tweede revisie geschiedt na 25 jaar. Hierbij werken departemental record officer en inspecting officer samen. De laatste is verbonden aan het Public Record Office. Nu worden ook historische criteria in acht genomen. Tussen eerste en tweede revisie blijven de stukken onder toezicht van de administratie. Ze zijn voor een groot gedeelte geborgen in een groot limbo, een voormalige munitie fabriek, bij Hayes, 35 km noordwestelijk van Londen, dat 350 strekkende km archivalia kan bevatten. Daar worden ze klaar gemaakt voor het Public Record Office. Het systeem werkt goed dank zij de hoge kwaliteit van de registratuur. De toestand in Frankrijk is veel slechter. Er zijn geen behoorlijke registratuur plannen en er is geen systeem in de overbrenging. Chaotische toestanden ontstaan. Overwogen wordt een cité interministerielle d'archives te bouwen, waarin elk ministerie zijn eigen tussenarchief zal hebben (plan Yves Pérotin) met revisie naar Engels voorbeeld. Duitsland: In de D.D.R. zijn Verwaltungsarchive tussen admi nistratie en 'Endarchiv' onder leiding van daarvoor opgeleide Verwaltungsarchi- vare, die de archieven klaar maken voor het 'Endarchiv'. In de Bondsrepubliek bestaat sinds 1965 een tussenarchief in Bad Godesberg. Bij de administratie is evenwel geen eenheid in registratuurmethoden, waardoor chaotische toestanden ontstaan. Er zijn wel voorstellen tot verbetering, maar de administratie houdt zich er niet meer mee bezig en de archiefdienst nog niet. Fritz Zimmerman, Die Stellung der Archive innerhalb eines Systems der Dokumentation. Schrijver geeft een schematisch overzicht van de documentatie in het algemeen en de plaats daarin van de archiefdienst. Hij onderzoekt de mogelijkheden van de 'archivische' documentatie en betoogt, dat de rechtmatigheid van de archiefdienst op documen tatie tegenover soortgelijke tendensen van b.v. bibliotheken en musea hierop be rust, dat en voor zover het gaat om aanvulling van reeds aanwezige officiële bronnen, dat een archiefdienst een bepaald territoir bestrijkt en dat het ook gaat om materiaal, dat de geschiedvorsing in het algemeen betreft. Klaus Frhr. v. Andrian-Werburg vestigt in zijn artikel Ornamente auf Siegelschalen de aan dacht op ornamenten die op de rugzijde van enige kloosterzegels in het Beierse Hauptstaatsarchiv voorkomen. Hij meent ze alleen te kunnen verklaren uit 'Freude am Formenspiel'. Terecht, m.i., men moet niet overal iets diepzinnings achter zoeken. Luise Krempl-Lamprecht, Pergament und Papier als Trager verschie- dener Mikroorganismengesellschaften. Deze titel is een fraai voorbeeld van Duitse woordsmeedkunst. Richtlinien für die Regestierung von Urkunden herausgege- ben vom Arbeitskreis für Editionsgrundsatze. Het is inderdaad nuttig richtlijnen op te stellen voor hetgeen een regest moet en mag bevatten. Ivan Borsa, Die Geschichte des Hunyadi-Brandenburgischen Familienarchivs. Wolfgang Leesch, American State Archives zum gleichnamigen Werk Ernst Posners. Sebastian Hiereth, Der Wiederaufbau des Staatsarchivs Landshut. Betreft het inrichten van moderne magazijnen in een historisch bouwwerk. Eberhard Crusius, Der Um- und Erweiterungsbau des Niedersachsisches Staatsarchivs in Oldenburg. Na deze artikelen, die 189 bladzijden beslaan en met fraaie foto's versierd zijn, volgen nog 100 bladzijden besprekingen en aankondigingen. W. J.F. [148] The American Archivist van januari 1966 begint met het presidential address van dr. W. Kaye Lamb, Dominion Archivist of Canada. Hij spreekt ons onmiddellijk aan, want ook wij kennen 'the visitor who assumes that we are familiar with all past events since creation, down to the last detail of local or family history'. En ook bij ons is de positie van de archivaris van die van een passief bewaarder in die van een actief strijder voor het behoud van zoveel mogelijk waardevolle archiefstukken veranderd. Waarbij juist om deze stukken goed en toegankelijk te kunnen bewaren, de vernietiging van dat wat niet van blijvende waarde is een grote rol speelt. De verdere aflevering is grotendeels gewijd aan bedrijfsarchie ven, o.a. van de Boeing vliegtuigfabrieken, The Bank of America, Du Pont de Nemours, The Western Electric en Rockefeller. Een bijdrage behandelt hetgeen op dit gebied in Denemarken wordt gedaan in het in 1948 te Aarhus gestichte Erhvervsarkivet. Ook het Nederlandsch Economisch-Historisch Archief wordt even genoemd. Uit de bladvullingen achten we opmerkelijk de brandveiligheidsinspec teur in Leeds, die een folder over het historisch belang van bedrijfsarchieven uit reikt aan firma's die brandgevaarlijke hoeveelheden oud papier in hun fabriek hebben staan, en de vroegere keizer van China en Mantsjoerije, die nu een rustig baantje heeft in het archief te Peking, alwaar hij de bezoekers getoond wordt als levend bewijs van de communistische clementie. De aflevering van april geeft een overzicht van in de Verenigde Staten actuele archiefproblemen, zoals: de opleiding van de wetenschappelijke staf; de bewaring en het beheer van archieven van geleerde genootschappen en maatschappijen; ont vreemding en diefstal uit archieven; de wetgeving op het auteursrecht en moderne methoden van archief ordening. Tenslotte volgt een spannend verhaal van H. D. Langley over het opsporen door Angus Ward, een Amerikaans diplomaat, van het archief van de Amerikaanse gezant in St. Petersburg vóór 1917 in het tot kantoor van een fabriek van dynamo's en generatoren verbouwde gezantschapsgebouw. Het lukte en de stukken werden in 1935 in de National Archives opgenomen. In het juli-nummer kon een foto worden geplaatst van de bijeenkomst van de Internationale Archiefraad in mei in Washington. Het eerste artikel, The Scholar's One World door L. H. Butterfield, bevat de tekst van een op de openingszitting gehouden voordracht. Onder de News Notes vinden we bovendien een verslag van het congres van ruim acht pagina's. Aan het Caribische Archiefcongres, van 20 tot 27 september 1965 in Mona op Jamaica gehouden, wijdt T. R. Schellenberg een bijdrage. Voor de Nederlandse Antillen en Suriname was mevrouw dr. M. A. P. Meilink-Roelofsz daar aanwezig. De archieven van deze Rijksdelen van vóór 1845 berusten in het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage, die van na dat jaar bij het Gouvernements Archief in Curafao of de Landsarchiefdienst in Paramaribo. Uit deze aflevering noemen wij ook nog de belangrijke uit het Frans vertaalde bijdrage van Yves Pérotin, Administration and the 'Three Ages' of Archives, die in oktober 1961 verscheen in het tijdschrift Seine et Paris. De schrijver is directeur des Services d'Archives de la Seine et de la Ville de Paris en was als afgevaardigde van Frankrijk in mei 1966 in Washington aanwezig. Zijn artikel behandelt de gang van het archiefstuk van zijn ontstaan of ontvangst bij de administratie via het [149]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1967 | | pagina 25