dossiers van het Referat IV E van de Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des SD betreffende vreemdelingen van verschillende nationaliteiten in Nederland, alsmede negen portefeuilles uit de nalatenschap van prof. mr. J. Eggens, met o.m. stukken over de Londense Studiegroep voor de reconstructieproblemen en de Com missie herstel rechtsverkeer. Buitenlandse contacten waren er met de justitie in West-Duitsland en Oostenrijk, door bezoeken van medewerkers van het instituut aan conferenties van historici in Parijs en Milaan,4) en door relaties met zusterinstellingen in Praag, Jeruzalem, Parijs, Londen en New York. Ook was het instituut vertegenwoordigd bij de opening van een tentoonstellingshal op het terrein van het voormalige concentra tiekamp Bergen Belsen. M.i.v. 1 januari 1967 is het instituut, dat sedert zijn oprichting in mei 1945 onder de minister c.q. de staatssecretaris van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen res sorteerde, komen te ressorteren onder de minister van Onderwijs en Wetenschap pen. Toen in april 1965 het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk werd opgericht, werd de afdeling Oudheidkunde en Natuurbescherming van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, die steeds het directe toezicht op het instituut uitgeoefend had, in het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschap pelijk Werk ingevoegd. Door de op 1 januari 1967 van kracht geworden indeling werd de band tussen instituut en afdeling verbroken. J. H. v. d. HO. Buitenlandse archivistische literatuur Archives et Bibliothèques de Belgique - Archief en Bibliotheekwezen in België ver meldt in de eerste aflevering van 1966 de ontdekking van gedeelten van een ma nuscript van de Roman d'Alexandre als band van een financiëel register uit het kerkarchief van Leefdaal, een dorpje ten westen van Leuven. E. Persoons deed deze vondst en heeft de fragmenten beschreven; W. van Hoecke heeft de tekst gepubliceerd. De tweede bijdrage is van Albert Delahaye, streekarchivaris van Nassau-Brabant, en bestaat uit de tekst van zijn lezing op de 7e Brabantse Archi- varissendag te Lier op 2 oktober 1965 gehouden over de goederen, die Sint Wille- brord aan Echternach schonk. Voor een samenvatting kan worden verwezen naar de blz. 223-224 van het Nederlands Archievenblad van 1965, waar de heer J. M. F. IJsseling van die dag in de Sint Gummarusstad verslag gedaan heeft.' W. Lourdaux en E. Persoons schreven een bibliografische inleiding over bibliotheken en scrip toria van de Zuidnederlandse kloosters van het kapittel van Windesheim. G. Wy- mans behandelt manuscripten uit de 12e en de 13e eeuw, die behoord hebben aan 4 Verslagen van dr. L. de Jong en de heer Ed. G. Groeneveld, bijlagen II en III van het jaarverslag. 1 Zie ook de blz. 95-99 dezer aflevering van Archives et Bibliothèques. [146] het klooster Roeulx in Henegouwen. Uit de vaste rubrieken noemen wij alleen het bericht over de nieuwe archiefbewaarplaats te Huy, de bespreking van het Lexicon of Archive Terminology door R. Wellens en van de jaargang 1964 van het Neder lands Archievenblad door L. Bril en tenslotte het In Memoriam Dr. Arnold Schillings, oud-conservator aan het Algemeen Rijksarchief te Brussel, door M. van Haegendoren. De tweede aflevering bevat twee bijdragen op bibliotheekgebied en twee op ar- chiefgebied. Van eerstbedoelde geven we alleen de titels: F. Remy, La Bibliothèque Royale de Belgique et l'Ancien Palais de l'Industrie en B. Huys, Belgische en buitenlandse muziekbibliotheken. Op de andere gaan we iets uitvoeriger in. G. Wymans behandelt het in 1964 opgerichte rijksarchief te Doornik en knoopt er een beschouwing aan vast over het rijksarchief dat aldaar bestond van 1834 tot 1895 onder de archivarissen F. Hennebert, H. Vandenbroeck en P. Macquest. Een overzicht van de te Doornik berustende archieffondsen en verzamelingen is aan het artikel toegevoegd. R. Wellens publiceert een lijst van de retroacta van de burgerlijke stand in Henegouwen, die op 1 juli 1966 naar het rijksarchief te Bergen waren overgebracht. Die daar reeds op 1 december 1947 aanwezig waren, werden opgenomen in een gedrukte inventaris door M. A. Arnould. Onder de Mengelin gen trof ons wat E. Persoons schreef over de bedrijfsarchieven onder verwijzing naar de artikelen van prof. E. Sabbe in de jaargang 1934 van ons Belgisch zuster- orgaan en in The American Archivist van 1955. Hij pleit voor het voeren van propaganda opdat de bedrijfsarchieven bewaard blijven en dan bij voorkeur in een openbare archiefbewaarplaats, voor het opmaken van een lijst van de nog bestaande bedrijfsarchieven en voor het samenstellen van een bibliografie over dit onderwerp. J. H. v. d. HO. Band 62 (1966) van de Archivalische Zeitschrift vangt aan met een artikel van Wolfgang Leesch, Archivbau in Vergangenheit und Gegenwart, een typisch Duits artikel. Eerst worden in het algemeen de archiefgebouwen naar hun ontstaan in gedeeld in 'Zweckbauten', 'zweckfremden Bauten' en 'zweckveranderten Bauten', vervolgens worden verschillende systemen onderscheiden: 'Arbeitsraumsystem', 'Einzelraumsystem', 'Zentralraumsystem', 'Magazin- oder Speichersystem' 'Pavil- lonsystem' enz. Aan het slot worden de Duitse en Oostenrijkse staatsarchieven individueel behandeld. Rudolf Schatz, Niemandsland zwischen Behörden und Archiven. Schrijver vergelijkt de toestanden in Engeland, Frankrijk en Duitsland en komt tot de conclusie, dat Engeland de beste oplossingen heeft gevonden. Daar kent men twee stadia van vernietiging. De eerste revisie vindt plaats, wanneer de stukken twee a drie jaar oud zijn. Dit geschiedt door de departemental record of ficers waarvan er één is bij elk departement. Hierbij gelden alleen administratieve [147]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1967 | | pagina 24