zich hierbij telkens voor in hoeverre gevoeligheden, die daarbij kunnen worden
opgewekt, moeten worden ontzien, met name of het niet mogelijk zou zijn een
soort van erecode op te stellen omtrent datgene wat wel en wat niet uit vertrouwe
lijke documenten van de eigen tijd mag gepubliceerd worden. De Commissie
erkent wel dat er normen van kiesheid zijn, maar zij meent toch dat deze niet
onder algemene regels te vangen zijn en dat ieder geval afzonderlijk moet worden
beoordeeld. Illustratief daarbij is het gebeuren rond nr. 100 van de Grote Serie:
Bescheiden betreffende de buitenlandse politiek van Nederland 1899-1903, dat in
juni 1963 verscheen, maar op het titelblad het jaartal 1957 draagt. Prinses Wilhel-
mina had op 17 mei 1957 aan de Commissie doen weten, dat zij er prijs op zou
stellen, de goede gewoonte te handhaven, om geschriften als deze eerst dan te
publiceren als de naastbestaande niet meer in leven is. De bedoelde bescheiden, elf
in getal, hebben betrekking op staats- en volkenrechtelijke kwesties rond haar hu
welijk met prins Hendrik in 1901. Ministeriële toestemming tot hun openbaar
making was vereist, daar ze nog niet naar het Algemeen Rijksarchief waren over
gebracht en de minister van buitenlandse zaken wilde deze niet verlenen zolang
niet vaststond dat prinses Wilhelmina geen bezwaar had. Dat is de achtergrond
van wat dr. E. van Raalte Geschiedverzwijging3 noemde.
Op 1 december 1964 volgde dr. F. B. M. Tangelder dr. A .J. Veenendaal op als
directeur van het Bureau. Na een halve eeuw werd de functie van onderdirecteur
afgeschaft. Voor verdere mutaties in het personeel van Commissie en Bureau raad
plege men de verslagen.
Ook wat de stand der afzonderlijke publicaties betreft menen wij in afwijking van
de door dr. W. S. Unger bij zijn referaten gevolgde werkwijze4 naar de verslagen
zelf te moeten verwijzen. Daar vindt men ook een volledig overzicht van al 's Rijks
Geschiedkundige Publicatiën in de Grote en Kleine Serie, resp. 118 en 35 delen,
alsmede een overzicht van de verzameling fotokopieën, microfilms en afschriften
van buitenlandse archiefstukken, die in bewaring gegeven is aan het Algemeen
Rijksarchief.
J. H. v. d. HO.
Verslagen omtrent 's Rijks oude archieven 1964
Op de titelpagina staat het jaartal 1966. De door de algemene rijksarchivaris
geuite verwachting, dat het Archiefbesluit in 1965 tegelijk met de inwerking
treding van de Archiefwet 1962 het Staatsblad zou bereiken, is dus nu wij haar
gedrukt onder ogen krijgen, reeds door de feiten gelogenstraft. Voorspoediger ging
het met de nog in het najaar van 1963 geheide eerste funderingspaal voor de rijks
archiefbewaarplaats te Middelburg. De meesten onzer zullen het doelmatige, op
3 Nieuwe Rotterdamse Courant van 20 juli 1963.
4 Laatstelijk Ned. Archievenblad 1963, blz. 126-132.
[142]
passende wijze bij het Abdijcomplex aansluitende gebouw al eens hebben bezocht,
hetzij bij de opening op 26 januari 1966, hetzij bij de vergadering aldaar van onze
vereniging op 1 juli 1966.1 Ook over het werk van mevrouw drs. E. P. Polak- de
Booy voor de familiearchieven, Elseviers Lexicon of Archive Terminology en het
vijfde internationale archiefcongres in Brussel werd reeds in het Nederlands Ar
chievenblad bericht.- Mevrouw dr. M. A. P. Meilink-Roelofsz heeft de deelnemers
aan de archiefstudiedagen 1966 op 14 oktober in Pulchri Studio verteld van de
internationale conferentie over Aziatische Geschiedenis, waaraan zij in september
1964 deelnam. Wij willen uit het verslag over het archiefwezen in het algemeen
tenslotte nog enige gebeurtenissen aanstippen, die in ons orgaan minder aandacht
kregen, te weten het zevende internationale congres voor genealogie en heraldiek,
dat opgeluisterd werd met een expositie in de nieuwe tentoonstellingszaal van het
Algemeen Rijksarchief en waar mr. H. Hardenberg een voordracht hield over
Les immigrants savants aux Pays-Bas vers la fin du XVIIe siècle; de bijeenkomst
van het door de Internationale Archiefraad ingestelde technische comité ter voor
bereiding van een gids voor de Afrikaanse geschiedbronnen van 8 tot 10 juni te
's-Gravenhage en de vergadering van de Beneluxcommissie voor de uitgave en
bewerking van gemeenschappelijk historisch bronnenmateriaal op 21 en 22 januari
te Brugge.
De vier en vijftigste bijeenkomst van rijksarchivarissen werd op 24 november 1964
in het Algemeen Rijksarchief gehouden. Op de agenda stonden o.a. bescherming
van archieven in oorlogstijd, nieuwe wijze van opbergen van charters,3 gebruik
van houtvrij papier voor de berging van archiefbescheiden, verzorging en toegan
kelijkheid van de correspondentie bij de rijksarchieven, wenselijkheid om de nieuwe
archieven ouder dan vijftig jaar voor overneming geschikt te maken en de wijze
waarop en het personeel waardoor dit eventueel dient te geschieden, taak van de
inspectie op de bevolkingsregisters, bekendmaking van de lijsten van voor vernie
tiging in aanmerking komende archiefbescheiden, hulpverlening aan de uitgave
van Belgische zijde van alle middelnederlandse teksten van vóór 1301, heruitgave
van de lijst van voormalige leenhoven, mogelijkheid van een eigen rubriek in het
Mededelingenblad van het Ministerie van O, K en W betreffende het archief
wezen, aanschaffing van een offsetinrichting voor de rijksarchiefdienst.
De verslagen van de elf Rijksarchieven geven zoals gewoonlijk een gedetailleerd
overzicht van de wederwaardigheden van het personeel, de toestand van het ge
bouw, de materiële toestand der verzamelingen, de voortgang der inventarisatie,
aanwinsten en verliezen, gebruik der verzamelingen en bemoeiingen met gemeente-,
waterschaps- en andere archieven in de provincie. Door het maken van een uit
treksel uit deze samenvattingen zouden we aan het werk van vele collega's te kort
doen. Wij willen slechts ons respect tot uiting brengen voor het vele werk dat
door de ambtenaren van de rijksarchiefdienst in 1964 is verricht. Wij denken
daarbij aan de inventarissen, die tot stand kwamen; de aanwinsten, die vaak ten
1 Ned. Archievenblad 1966, blz. 21-30.
2 Jaargang 1966, blz. 7-11; jaargang 1965, blz. 52-54 en jaargang 1964, blz. 115-125.
3 Ned. Archievenblad 1965, blz. 85113.
[143]