zal niemand voor contemporain houden: de eerste helft van de zestiende eeuw
ligt naar de letter te oordelen het meest voor de hand. Ze pasten ook in de geest
van die tijd.
Soms ook moet men halverwege blijven staan. Van de gedenksteen voor Graaf
Willem I en gravin Aleida in de Kerk van Rijnsburg (afb. 5) zal niemand de
inscriptie anders dateren dan in de eerste helft van de zestiende eeuw, maar waar
komen die twee archaïsche koppen vandaan? Maar dat is geen vraag voor de
paleograaf13.
Verbetering en beschadiging
Het verknoeien van inscripties vindt niet zelden plaats met de bedoeling van
onderhoud of restauratie. Men kan zeggen dat opgeschilderde uitgehakte letters
meer van het schilderen lijden, dan met verf ingevulde ingehakte letters, omdat
dan niet zo gemakkelijk buiten de contour wordt geverfd, maar dat in het laatste
geval de schilder gemakkelijker 'verbeteringen' kan aanbrengen met verf, zonder
dat men op een foto van het monument altijd kan zien, dat er iets mis is. Van de
Majestas Domini (tympanon) in de kruisgang van St. Servaas te Maastricht is
door schilderen (en restaureren?) de inscriptie niet betrouwbaar meer14.
Teksten op gerestaureerde schilderijen komen er wat de inhoud betreft, meestal
wel zonder ongelukken af, maar de vrijmoedigheid waarmee de lettervormen zijn
behandeld, is soms om bij te huilen of te lachen15. Wij herinneren hier aan de
kritiek op de wijze, waarop de koperen memorietafel in de Rooms-Katholieke
kerk te Zevenaar is gerestaureerd16.
Het aanvullen van de tekst van een beschadigde middeleeuwse inscriptie is,
zoals het om meer gaat dan om 'hier leyt begraven', moeilijker dan bij een klas
sieke inscriptie, omdat het vergelijkingsmateriaal zo gebrekkig toegankelijk is17.
13 E. H. ter Kuile, De Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst. VII
1 Leiden en Westelijk Rijnland ('s-Gravenhage 1944) blz. 192.
14 Ligtenberg (blz. 25-28). De voor de tijd om 1200 zo karakteristieke minuskel-b
temidden van kapitale en unciale lettervormen (in de 2e regel het woord subeas) is
zeker verbeterd tot B en ook op enige andere plaatsen is er reden voor wantrouwen.
15 De afbeeldingen 15 en 19 geven voorbeelden, die er maar het schijnt nogal
goed zijn afgekomen.
16 Vogelsang in: Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond 1906,
blz. 35 en 38).
17 Voor enige jaren werd bij de restauratie van de kerk te Beerta Gr. een steen ge
vonden, waarvan een voortreffelijke foto ons te lezen geeft: DO MEn SCREFF MCCCC
VI DO/WERT LECHT ERSTE STEIN UP/ (SUN?)DACH NA SUNTE MARCUS.
Van deze inscriptie zijn volgens het verslag (L.P. de Vrieze in Groninger Volksalmanak
1963) de letters verguld, terwijl in hetzelfde verslag een onvolledige lezing van de
tekst voorkomt. Van de lettergreep SUN is op die steen geen spoor meer: hoezeer
deze oplossing voor de hand ligt, het blijft een conjectuur. Zie ook de onvolledige
transscriptie van afb. 14 hierachter, waar in de rand door beschadiging een woord
verdween.
[86]
Soms moet het probleem onopgelost blijven. De mogelijkheid tot aanvulling van
de tekst met behulp van archivalia behoort tot de zeldzaamheden18.
T echniek
Men spreekt van inscriptie, omdat eeuwenlang het schrift in steen is ingehakt19,
in hout of ivoor is ingesneden, in metaal is gegraveerd. Behalve de breedte der
groeve en de afwisseling daarin, is ook de helling van de groeve van betekenis
voor de stijl; bij de ingehakte gotische minuskel schijnt een voorkeur voor onge
lijke helling het couliseachtig effect te versterken. De opbouw van deze minuskel
uit vlakken maakte uithakken mogelijk (afb. 14); men hakte dan het materiaal
weg rondom de letterfiguur, die daardoor dus een zekere dikte moet hebben.
Hetzelfde geldt voor de in de zestiende eeuw terugkerende kapitaal (afb. 17).
Het gebruik door de steenhouwers en klokgieters van lettermallen maakte, dat
een letter omgekeerd of op de kop kwam te staan; de mogelijkheid om de mal
anders te leggen doet soms dezelfde mal voor verschillende letters gebruiken20.
Het door elkaar staan van gotische majuskels en minuskels op klokranden, of
de vermenging van boekminuskels met cursieven wijst er op dat de mallen van
twee alfabetten door elkaar lagen (afb. 8).
De ruimten tussen de woorden in de gotiek opgevuld met een rozet wor
den soms verkeerd geplaatst, hetgeen met de afkortingen en ligaturen de zonder
lingste leesproblemen kan opleveren21.
Taal
De taal der inscripties blijft terwijl in Duitsland in de dertiende eeuw de
volkstaal al begint door te dringen in ons land tot de vijftiende eeuw het latijn,
met in de spelling de bekende afwijkingen, die dit hier en passant opgemerkt
bijna zonder uitzondering reeds in vulgair-latijnse teksten voorkomen22.
18 De tekst van een zwaar beschadigde memorietafel (na 1479) in de St. Jacobskerk te
Utrecht kon door mr. J. W. C. van Campen voor een deel worden gecompleteerd met
behulp van charters uit het archief van die kerk. Als voorbeeld van een oorkonde, die ook
vrijwel geheel compleet als inscriptie is overgeleverd: zie afb. 20.
19 Voor de materialen: J. A. L. Bom, Middelen ter conservering en behoud van his
torische grafzerken, in: Nieuws-Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheid
kundige Bond 1955, kol. 83-92.
20 Zo op de votiefsteen uit de kerk te Kornwerd afd. 14 dezelfde mal voor P, H en Y.
21 De vreemde verdeling van de letters in het laatste deel van het randschrift van de
klok van Meerland Gr. (zie afb. 7) heeft Lambertus van Bolhuis (Tweetal van plegtige
redevoeringen. Gron. 1778, blz. 74) aanleiding gegeven tot de oplossing: O rex glorie
Criste veni C(onsecrata) V(irgini) M(ariae) MCC. Men hield daarom deze klok voor de
oudste van Groningen. De letter van de inscriptie maakte datering in 1200 onmogelijk.
In werkelijkheid staat er: (-veni) cum pace (A. Pathuis en M. A. de Visser, Berede
neerde lijst van torenklokken in de provincie Groningen. 1945 no. 248). Ik dank dit
voorbeeld aan collega Pathuis.
22 De spellingsafwijking, die Otte, Handbuch (zie noot 4) opsomt voor het latijn der
middeleeuwse inscripties, vindt men alle in F. Slotty, Vulgarlateinisches Ubungsbuch
(Kleine Texte herausgeg. von Hans Lietzmann 143). Berlin 1929.
[87]