Ook de graven en kleinere heren beschikten, gedeeltelijk ten minste, over een soms betrekkelijk omvangrijk bezit en een leenhof, maar ook hiervan zijn tot dusverre maar kleinere lijsten en registers gedrukt. Ik herinner aan het beroemde register van het bezit van de graaf van Dale uit 1188 ff.9, aan de leenprotocollen van de graaf von der Mark uit de 13de en 14de eeuw, waarvan een nieuwe uitgave in bewerking is. Van het leenregister van de heer van Solms-Ottenstein, uit de tijd om 1400, bereidt collega Schilfgaarde, in samenwerking met Dr. Kohl een nieuwe uitgave voor in de 'Westfalische Tors- schugen'. Het origineel berust tegenwoordig in het archief van de R.K. kerk in Freckenhorst. Er komen, als ik het goed heb, vrij veel Nederlandse goederen in voor. Niet te vergeten zijn de al door Döhmann in 1906 gepubliceerde leenboeken van de heren von Steinfurt, die al in 1280 beginnen, en het leenboek van graaf Otto van Bentheim uit het midden van de 14de eeuw, dat ik in 1940 in de 'Osnabriicker Mitteilungen' na een 17de eeuws afschrift mocht bekend maken. Beide brengen ook materiaal over bezit der genoemde heren in Nederland. Van het Gelderse bezit van het verre klooster Abdinghof heb ik al kort gewag gemaakt. Kollega Wartena van het rijksarchief in Arnhem heeft in het afgelopen jaar het rijke archiefmateriaal in Münster daarvoor als aanvulling voor het in Arnhem berustende archief der kelnerij Putten grondig onderzocht. Al deze registers enz. worden aangevuld door talloze dossiers over afzonderlijke verslagen uit de 16de, 17de en 18de eeuw. Sinds Kain en Abel is er op aarde twist en strijd geweest over recht en bezit. Haast in ieder archief zijn daarover speciale archivalia te vinden. Het meest indrukwekkend is de lange reeks van ruim 6400 processen, die vanuit Westfalen tot aan het hoogste gerecht in het rijk, bij het zogenaamde Reichskammergericht in Wetzlar in beroep gingen. Het archief van het RKG werd in de 19de eeuw en dat in Pruisen in 1925 over de staatsarchieven des lands verdeeld, waar het betreffende proces in de laatste voorinstantie was gevoerd. Wie rechten en bezittingen in het grensgebied tussen Nederland en Westfalen wil bestuderen, zal altijd goed doen, een blik in het omvangrijke repertorium van dit archief te werpen. Het eerste deel ervan wordt door collega Dr. Aders in druk gebracht. Het zal in het komende jaar worden uitgegeven. Het in de 18de-eeuwse verzameling van Kindlinger verdwaald geraakte schattings register van Twente uit 1475, uitgegeven door A. L. Hulshoff, is een even zeld zame bron voor de Nederlandse geschiedvorsing als de voor conceptpapier mis bruikte bladen van een Friese nekroloog uit het eind van de 15de eeuw in het archief van het sticht Paderborn. 9 Bijdragen en mededelingen van het Historisch genootschap (te Utrecht) 25 1904 blz. 365ff. J0 Karl Georg Döhmann, Das alteste Lehenbuch der Herrschaft Steinfurt 12801439, Beitrage zur Geschichte der Stadt und Grafschaft Steinfurt, 3, 1906. 11 Joseph Prinz, Das Lehnregister des Grafen Otto von Bentheim (134664) Osnabriicker Mitteilungen 60, 1940, S. 1132. [48] Van bijzonder gewicht voor de Nederlandse geschiedvorsing is de archivalische overlevering over het kerkelijk gezag van de bisschop van Münster over de Gelderse Achterhoek en over delen van Friesland. De overlevering is voor beide delen in gelijke mate slecht. Het weinige, wat over het Friese aandeel van de diocees Münster in het staats archief Münster tot dusverre kon worden opgespoord, is collega Formsma al lang bekend. Het beperkt zich, daargelaten een dertigtal charters uit de 15de en 16de eeuw, tot enkele correspondenties van de Friese officiaal van de bisschop van Münster met enkele hovelingen en proosten in Friesland en het een en ander over visitaties van dit gebied, dat in 1559 voor goed voor de bisschop van Münster verloren ging. Een kleine aanvulling bieden enkele charters over het bezit van het al genoemde stift Überwasser in Münster in Friesland uit de 14de en 15de eeuw. Ze zijn, als ik het goed zie, niet alle in het oorkondenboek van Groningen en Friesland gedrukt. Twee belangrijke registers van Überwasser uit de 15de eeuw, waarin ook uit voerig over de bezittingen in Friesland wordt gehandeld, zijn in de laatste oorlog jammer genoeg met de bibliotheek van de universiteit Münster verbrand. Het zijn de twee enige delen, die nu in een in het eind van de 14de eeuw beginnende lange rij in het staatsarchief Münster ontbreken. De lijst van de Friese inkomsten van het sticht was jammer genoeg alleen in een van de nu verbrande delen aan wezig. Tot dusverre in Nederland nog onbekend gebleven blijken de in het archief van het huis van de Duitse Orde in Mülheim berustende archivalia over het huis van dezelfde orde in Ootmarsum, uit de 16de en 17de eeuw, met charters sinds 1375, te zijn! Het een en ander over het kerkelijk gezag van de bisschop van Münster over de Gelderse Achterhoek bevindt zich nog in het fonds van het Landesarchiv Münster. Het meeste, afkomstig uit het oude archief van de generaalvicaris, be vindt zich tegenwoordig in het bisschoppelijk Diöcesanarchief, van betekenis alleen voor de 16de en 17de eeuw, vooral voor de collaties der parochiekerken enz. Mij rest nog een woord over de archivalia in het staatsarchief Münster, van belang voor de geschiedenis van handel en verkeer tussen Nederland en Westfalen. Uit de middeleeuwen komen hiervoor, behalve dan enkele ittissiven en charters, eigenlijk alleen de rekeningen in aanmerking. Uit de literatuur, vooral uit de publikaties en opstellen van Jappe Albers, weet u, dat het met de overlevering van stadsrekeningen in Westfalen heel veel slechter gesteld is dan in Nederland. In plaats van de lange en vroege, tot in de 14de eeuw terugreikende reeksen van stadsrekeningen als b.v. in Arnhem, in Deventer enz., vindt u bij ons nauwelijks hier en daar een enkele rekening uit de 15de eeuw, zoals b.v. uit Münster, die Jappe-Albers in zijn Fontes Minores, deel 1in 1960 uitgegeven heeft. In het staatsarchief bevinden zich in de hier gedeponeerde stadsarchieven ook wel het een of ander soortgelijk stuk. Over de betekenis van deze rekeningen voor handel en verkeer hoef ik na de luisterrijke Nederlandse publikaties op dit gebied niets te zeggen. [49]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1966 | | pagina 28