mensen tegelijk iets willen opzoeken. Zolang het nu gevolgde systeem niet dreigt vast te lopen zal er weinig aanleiding zijn op iets anders over te gaan. De toegang bestaat nu uit een aantal indices waar een historicus zich gelukkig hij voelt: boekjes die men in de hand kan nemen, klappers die men kan doorbladeren, kaartsystemen, enzovoort. Topografische index Er zijn nu drie indices op de inhoud van de verslagen: één topografische, één op personen en één op onderwerpen. Over de eerste kan ik kort zijn: die is momenteel vastgelopen. Men heeft te veel geluisterd naar de toponymici, die elke plaatsnaam uit elke inventaris opgenomen wensten. Er wordt nu niet aan gewerkt, maar in de toekomst hoopt men het werk te hervatten, rekening houdend met de veranderde omstandigheden. Er zijn nu immers veel plaatselijke record offices, waar de streek- historici inlichtingen kunnen vragen. In verband hiermee lijkt het nuttig om extra aandacht te besteden aan 'uitheemse' bronnen, d.w.z. groepen van archivalia die elders zijn dan men verwacht. Personen index De personen index is selectief. Deze vermeldt namelijk alleen de bronnen voor 'belangrijke' personen, maar is daar dan ook zeer volledig in. 'Belangrijke' personen zijn diegenen die in de National Dictionary of Biography vermeld zijn of daarmee gelijk staan. Bronnen over personen kunnen echter ook in de onderwerpen index vermeld worden, bijvoorbeeld onder 'personal papers' of onder het beroep dat zij uitoefenden. Deze personen index neemt verrassend weinig ruimte in en is bijzonder gemakke lijk te raadplegen. Men gebruikt hiervoor een vlakliggend kaartsysteem. De kaarten liggen dakpansgewijs, zodat de namen te zien zijn. Op elke kaart kan een groot aantal kleine kaartjes geschoven worden met informatie over de bronnen. Zo krijgt men snel een overzicht over al het op het NRA bekende materiaal. Ook mondelinge informatie, of gegevens uit de literatuur vinden hun weg naar deze index. Onderwerpen index De index op onderwerpen heeft waarschijnlijk meer hoofdbrekens gekost. Hij moest enige malen gewijzigd worden voordat men kwam tot de tegenwoordige indeling. Er is geen bestaand systeem voor gekozen; uitgaand van het materiaal vond men een indeling in categorieën die niet te veel aanleiding gaf tot onderver delingen. Dat voldoet nu al jaren lang goed. De ingang op deze index (een boek van momenteel 45 bladzijden) geeft een idee van de wijze van indeling (bijlage 1). Het is natuurlijk niet eenvoudig om uit een verslag op te maken wat wel en wat niet in de index moet. Het vraagt voortdurend beslissingen en het resultaat is nooit [176] volmaakt Toch geeft het voldoening dat allerlei documenten nu veel beter tot hun recht komen dan toen zij schuil gingen in een collectie waar zij eigenlijk niet in hoorden. Daarom wordt er bij het indiceren speciaal aandacht geschonken aan de 'corpora aliena'. De informatie zelf wordt op losse blaadjes getikt (bijlage 2). Deze blaadjes worden bewaard in kleine ordners, zodat een aantal gemakkelijk hanteerbare boekjes ont staat. Men vergelijke de klappers in sommige van onze archiefdépots of de catalogi in bibliotheken. Het is dan ook de bedoeling dat de onderzoekers er zelf de weg in kunnen vinden, al zal het soms nodig blijken een lid van de staf om raad te vragen. In verband hiermee is een aanstaande verbouwing van belang; men wil een muur doorbreken, zodat verslagen en indices samen in één grotere studiezaal (Search-room) bijeengebracht kunnen worden. Momenteel zijn zij nog over enkele kamers verspreid. Correspondentie Over de correspondentie van het NRA kon ik mij een oordeel vormen doordat elke middag een map met ingekomen en uitgaande post circuleert. Alle stafleden blijven zo op de hoogte van de lopende zaken. Deze map kwam ook bij mij terecht. Bovendien kreeg ik later gelegenheid om oudere dossiers in te zien, die mij een beeld gaven van de contacten met plaatselijke comité's en met archiefeigenaren. Uit de bemiddeling tussen deze laatsten en tussen onderzoekers kon soms vrij veel correspondentie ontstaan; het maken van afspraken voor de bezichtiging was wel eens moeilijk. Ook waren enkele onderzoekers te veel geneigd de inzage bij de eigenaren als een recht te beschouwen inplaats van als een gunst. Veel van de tegenwoordige correspondentie bestaat uit schriftelijke vragen van mensen die niet naar Tonden kunnen komen om zelf het register te raadplegen. Veelal blijkt het door de indicering dan mogelijk hen de weg te wijzen naar de bronnen; in andere gevallen kan de vraag een aanleiding vormen om het systeem van indiceren te verbeteren. Publicaties De belangrijkste publicaties zijn le: het Bulletin, dat op ongeregelde tijden ver schijnt en dat archiefcollecties bespreekt die door toedoen van het NRA zijn ge ïnventariseerd, of waarin het NRA op andere wijze een zijzonder aandeel in heeft gehad. 2e: de List of Accessions. Dit is een lijst van aanwinsten, samengesteld uit de opgaven van praktisch alle belangrijke bibliotheken en archiefbewaarplaatsen in Engeland, Schotland, Wales en Noord Ierland. Aanvankelijk (vanaf 1923) nam het Institute of Historica! Research deze lijsten in zijn Bulletin op, maar door de hierboven geschetste ontwikkeling in het Engelse archiefwezen werden de lijsten te omvangrijk. Vanaf 1954 kregen zij daarom een plaats in het Bulletin van het NRA en vanaf 1957 werden zij apart uitgegeven onder de naam 'List of Accessions to Repositories'. De laatste, over 1964, beslaat 77 bladzijden en geeft de aanwinsten 177]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1966 | | pagina 3