plaats. De grootste zorg is nu hoe men een te veel aan record offices moet voor kómen. Het NRA kon zich in de jaren vijftig beter gaan concentreren op de eigenlijke taak: registratie van archieven. Opsporing en beschrijving kunnen nu voor een deel aan de plaatselijke record offices worden overgelaten; ook propaganda staat niet meer zo in het middelpunt en tenslotte neemt de bemiddeling tussen onderzoekers en archiefeigenaren minder tijd in beslag naarmate meer archieven in openbare bewaarplaatsen zijn ondergebracht. Deze registratie nu omvat veel meer dan men op het eerste gezicht zou denken. Het aantekenen van naam, grootte en verblijfplaats van een archiefcollectie is niet voldoende; er moet ook een registratie zijn van de inhoud. Tienduizend inventaris sen betekenen onvoldoende toegankelijkheid wanneer een verdere gids ontbreekt. Omdat men dit van het begin af besefte, beschikt men nu in Engeland over een enorm apparaat: een repertorium voor anders onvindbare geschiedbronnen. Ik kwam naar Engeland in verband met het kort geleden opgerichte Centraal Register van Familiearchieven, dat een soortgelijke doelstelling heeft, al is deze uiteraard veel beperkter. In ons land worden de publiekrechterlijke archieven reeds lang op daartoe geëigende plaatsen bewaard en een registratie of indicering daar van is nauwelijks nodig. Maar voor de particuliere archieven en collecties ligt het anders. Deze worden niet door een archiefwet beschermd en voor zover ze in be waring gegeven zijn, zijn zij toch dikwijls moeilijk te vinden. De heterogeniteit van hun samenstelling doet bovendien verlangen naar een ingang op hun inhoud. Hoe veel kostbaar materiaal sluimert er niet in de catalogi van de handschriftenver zamelingen van onze archiefbewaarplaatsen en bibliotheken, of in de niet-gepubli- ceerde inventarissen van archiefcollecties? En wie verzamelt de gegevens over de lijsten van aanwinsten uit tientallen jaarverslagen? Het is niet nodig hier nu verder op in te gaan. Liever wil ik beschrijven wat er tegenwoordig in Engeland gebeurt met een nieuw ontdekte verzameling of archief. In sommige gevallen kan het NRA zich belasten met de beschrijving van archi valia die bij de eigenaar blijven; de ervaring leert dat dergelijke eenmaal be schreven verzamelingen later dikwijls toch de weg vinden naar openbare be waarplaatsen. Op de locale record offices is echter voorlopig geen tijd voor dit altruïstische werk. Anders wordt het wanneer het archief in bewaring gegeven wordt. Op de des betreffende archiefbewaarplaats zorgt men voor een beschrijving, die tegenwoordig veel lijkt op onze inventarissen. Alleen in de beginjaren moest men zich tevreden stellen met zeer summiere 'reports', die niet veel meer deden dan een archief daar en daar signaleren. Die worden nu langzamerhand door meer uitgebreide 'reports' (men blijft ze zo noemen) vervangen. Het verslag wordt dan op speciaal papier getypt, waardoor het geschikt is als 'master copy' voor de volautomatische foto printer (Van der Grinten model 150 combine printer) die in 1954 door het NRA is aangeschaft (snelheid tot 1400 afdrukken per uur). De 'master' komt in een kluis op het NRA nadat er zoveel afdrukken van gemaakt zijn als nodig is. Een aantal daarvan gaat naar de inzender, een aantal naar een (beperkt) aantal bibliotheken [174] en andere instellingen waar men belangstelling voor deze inventaris verwacht. Eén komt terecht in de 'Report-room van het NRA en kan daar door het publiek wor den geraadpleegd. Deze verslagen komen niet in de handel maar kunnen wel op verzoek ergens ter raadpleging gedeponeerd worden. Kwaliteitsnormen worden niet aangelegd: elk verslag wordt vermenigvuldigd. De instellingen waar de inventaris gemaakt is behoeven dus niet zelf voor ver menigvuldiging en verzending zorg te dragen. Main Index De op het NRA bewaarde verslagen zijn doorlopend genummerd en hebben elk een eigen (korte) titel. Omdat het ongewenst is dat eenzelfde titel in de registratie van het NRA tweemaal voorkomt, is het niet altijd mogelijk de titel over te nemen waaronder een collectie elders bekend is, maar deze moeilijkheid is met verwijzin gen meestal wel op te vangen. De titels zijn alfabetisch gerangschikt in een adres molen met vermelding van 'report' nummer en bewaarplaats. Dit is de main index, de sleutel tot de verzameling inventarissen. Voor intern gebruik zijn er nog twee kaartsystemen met dezelfde informatie: één topografisch en één numeriek ge ordend. Report-room De verslagen zelf worden bewaard in de 'Report-room'. Op het tijdstip van mijn bezoek september 1965 stonden daar 10305 verslagen, keurig in 'Kalamazoo' ordners gerangschikt op rijen in een aantal metalen kasten. Toen men eenmaal beseft had dat de onderzoekers zelf de inventarissen wilden inzien, zijn er maatregelen genomen om aan deze vraag tegemoet te komen. Van daar de aanschaf van de fotoprinter, waardoor het ook mogelijk werd oudere inventarissen te vermenigvuldigen indien daar behoefte aan bleek te bestaan. Hier door zijn de handschriftencollecties van diverse bibliotheken en colleges veel toe gankelijker geworden dan vroeger. Gedrukte inventarissen zijn natuurlijk niet op deze wijze vermenigvuldigd; zij hebben echter wel een nummer en titel gekregen en staan op een aparte plank in de Report-room. Indices Hoe vinden wij nu de weg in de inhoud van tienduizend inventarissen. Ik was be nieuwd naar het half automatische sorteerapparaat (randponskaarten), waarover in een van de eerste bulletins van het NRA geschreven was. Inderdaad heeft men een tijd getracht met een dergelijk apparaat te werken, maar het was geen succes. Het was alweer zo lang geleden, dat de tegenwoordige staf mij weinig kon ver tellen over dit apparaat en de redenen waarom het niet beviel. Ik begreep er uit, dat het niet mogelijk was de genuanceerde inhoud van een archief op kaarten vast te leggen. Bovendien nam het raadplegen veel tijd; men bedenke dat soms vele [175]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1966 | | pagina 2