de John F. Kennedy Memorial Library bij de Harvard University, en de Harry S. Truman Library in Independence. Afl. 3 wijdt met een artikel van H. D. Williams en twee foto's aandacht aan de brand in de Colgate Universiteit te Hamilton, N. Y., op 27 oktober 1963 en de daarbij genomen maatregelen tot redding en herstel van archiefstukken. Arnold Olsen, lid van het Huis van Afgevaardigden voor Montana, stond de tekst van zijn lezing over The Federal Paperwork Jungle ter publicatie af. Volgens het rap port van de Hoover Commission in 1950 belopen de kosten van de overheids administratie in de Verengde Staten 4 biljoen dollar per jaar, waarvan 30 miljoen voor het bewaren van stukken. Gebrekkige organisatie en leiding brengen onnodige papieren voort, zoals met een aanhaling uit een rapport over de strijd in Vietnam wordt geïllustreerd. John D. Knowlton beschrijft het door Richard Varick geleide copiëren van de Washington papers in 37 folio delen, verricht te Pough- iveepsie N.Y. van 1781 tot 1783. Edwin Schell beschrijft het verloop van een door dc Methodisten in Noord-Virginia in 1958 opgezet plan om in drie delen te behandelen: het Methodisme in Noord-Virginia in het algemeen; de geschiedenis der plaatselijke kerken en een biografie der Methodisten aldaar. Dat archiefstuk ken te voorschijn kwamen, hersteld werden en weer een eervolle plaats kregen onder de kerkelijke bezittingen stemt tot verheugenis. Over het verzamelen van bedrijfsarchieven schrijft J. King. Hij meent, dat de archivarissen en bibliothe carissen daarbij grotere activiteit dan tot nu toe aan de dag zullen moeten leggen in het belang van de economische gescheidenis, en geeft ook enige aanwijzingen in zake mogelijke vernietiging. J. Clark's bijdrage over Current paperwork problems in American industry neemt de wettelijk voorgeschreven bewaarter mijnen onder de loep, vooral in samenhang met de ponskaarten der mechanische administratie. C. K. Shipton, archivaris van de Harvard Universiteit, vertelt een en ander over zijn archief en vooral over het gebruik dat ervan gemaakt wordt. Het laatste artikel is van P. C. Berner en gaat over de National Union Catalog of Manuscript Collections. Bij de technical notes een uitvoerige beschouwing over archiefdozen van een soort board, dat bestand is tegen zuur, schimmel, brand en insecten. All. 4 bevat vijf artikelen over de bouw en dc inrichting van archiefbewaarplaat sen. Victoi GondosJr., Archival Buildings Programing and Planning; Kenneth W. Richards, New Jersey's New Archival Facilities; Robert A. Schoenberner, What the Architect Needs To Know About Archives; N. O. Wright, What the Construction Company Needs To Know About Archives en Mary Givens Bryan, 1 he Georgia Archives Building A Case Study in Promotion. Grotendeels af gestemd op Amerikaanse toestanden, bevatten deze bijdragen toch zeker opmer kingen. waarmee degenen onder ons, die met bouwplannen te maken hebben, hun voordeel kunnen doen. Helaas overleed Mary Givens Bryan, die zo'n belangrijk aandeel had in de totstandkoming van het nieuwe archiefgebouw van Georgia te Atlanta op 28 juli 1964. Haar portret en een In Memoriam vergezellen de artikelen, die werden voorgelezen op de onder haar voorzitterschap gehouden jaarvergade ring van de Society of American Archivists te Raleigh op 4 oktober 1963. Bij [210] de Abstracts of foreign periodicals wordt jaargan 1963 van het Nederlands Ar chievenblad gerefereerd. Uit dc technical notes blijkt o.a. dat The American Archivist te beginnen met deze aflevering op houdbaarder papier wordt gedrukt. Besproken worden de Filmac 400, een nieuw lees- en afdrukapparaat voor micro films; de model 510 C Autoload reader en de Universal Tob-Tronic 575, een op nameapparaat voor microfilm. The Library of Congress gaat zich bezig houden met het opstellen van een lijst van documenten, die gemicroflimd te raadplegen zijn en hoopt zo de verwarring en de duplicering tegen te gaan. Besluiten we met te citeren wat op blz. 490 als bladvulling over microflim te vinden is. Inscrutable A reel of microfilm is inscrutable. It reveals nothing of itself through immediate observation. Unlike books or manuscripts, there is little to be gained by picking it up. There are no apparent content sheets or indexes. You cannot browse through microfilm. Its shape or colour gives no indication of its contents. A register on microfilm loses its identifiable characteristics. It is no longer the large morocco volume at the end of the third shelf. Instead it is a sequence of 120 frames at the 17 foot mark of reel 1789. In short, because of its physical properties, microfilm requires far more detailed finding aids than comparable manuscripts originals. To be used, microfilm must be located, charged out to the research worker and scanned. This scanning process, if the material is not precisely analysed in finding aid, can be a very arduous, wearisome and frustrating task. Especially if the research worker has been given the wrong reel in the first place. And the most frustrating aspect of working with microfilm is that if the reels are not accurately marked, and the contents analysed on a list or finding aid that the user can study, the user may have to go through the whole reel before he realizes he has been given, or what is also more likely, he has asked for the wrong reel. Sam Kula, 'The Preparation of Finding Aids for Manuscript Material on Microfilm', in Canadian Archivist Newsletter, vol. 1, no. 2:7 (1964). J. H. v. d. HO De Archivar 1964 afl. I is gelijk gebruikelijk grotendeels gewijd aan de vooraf gaande Deutsche Archivtag. Deze, de 41ste, werd begin september 1963 in Emden en Aurich gehouden en was gecombineerd met de Hauptversammlung des Ge- samtvereins der deutschen Geschichts-und Altertumsvereine. In de reeds bekende zeven groepen besprak men een aantal onderwerpen, waarover onze voorzitter dr. Formsma, die tot de buitenlandse deelnemers behoorde, in zijn jaaroverzicht 1963 verslag heeft gedaan.1 Kaartsystemen, uniformiteit in het gebruik van afkortingen, 'Zeitgeschichtliche Sammlungen in Stadtarchiven', verfilmen en restaureren kwa men ter sprake. Ook buiten de verslagen van de Archivtag is deze aflevering bij de nieuwste archieven betrokken met artikelen over Sammlung von Gegenwarts- stoff en Verwaltungsprobleme in Pressearchiven. Een geïllustreerde bijdrage van Herbert Stöwer behandelt het gebruik van kartonnen archiefdozen. Een over- 1 Zie Ned. Archievenblad 1964, blz. 6. [211

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1966 | | pagina 20