ordening van haar archief vertoont dan ook grote overeenkomst met die van een familiearchief. E. van Grieken bespreekt het werk van de in januari 1963 overleden Afrika-specialist Théodore Heyse. Th. Delforge, die Ph. Schmitz opvolgde als bibliothecaris van de Benedictijner abdij van Maredsous, beschrijft in de rubriek Mélanges/ Mengelingen een door hem kort na zijn ambtsaanvaarding op aanwijzing van een zijner confraters in zijn bibliotheek aangetroffen Hier- archiae ecclesiasticae assertio per Alberlum Pighium campensem, die blijkens het ex-libris lo. Grolierii et amicorum eens toebehoorde aan de bbliofiel Jean Grolier (1479-1565), Trésorier de France, beschermer van de Venetiaanse drukker, aldus Manutius en vriend van de classicus Guillaume Budé. Van de 3000 boeken, die Grolier zou hebben bezeten, zijn er thans nog ongeveer 600 bekend. Boek besprekingen en ledenlijst besluiten deze aflevering. Ten einde de verschijning niet te vertragen werden geen mededelingen over vergaderingen of kroniek opge nomen- J. H. v. d. HO Archivmitteilungen XIV, 1964, (D.D.R.). Deze jaargang bevat in zijn zes afleve ringen weer verschillende interessante bijdragen. Meer dan bij ons vertellen de archivarissen van hun werkzaamheden en hoe ze de problemen waarop zij stuiten trachten op te lossen. Afl. 1 bevat o.a. een artikel van E. Schetelich over Die Auf- gaben der 'Archivmitteilungen' bei der Festigung des sozialistischen Archivwensens. In 1963 is onder de lezers van de 'Mitteilungen' een rondvraag gehouden over de inhoud van het tijdschrift. Aan de hand van de binnengekomen antwoorden geeft schr. een beschouwing over hetgeen het tijdschrift reeds doet en over hetgeen het nog meer kan bieden. De lezing zij onze eigen redacteur aanbevolen. In een communistische staat nemen de bedrijfsarchieven uiteraard een belangrijke plaats in. Dit blijkt uit het artikel van A. Ostrowski, Die Arbeit der Betriebs- archivare im Spiegel der Betriebszeitungen. Schr. pleit voor een grotere mede werking van de bedrijfsarchivarissen aan de kranten van hun bedrijven en geeft daarvoor verschillende wenken. J. Wachter, Betrifftvermerk Enthaltvermerk Darinvermerk. Onze handleiding kondigt zich aan als een kleingeestig boek. Met recht zou ze het zijn wanneer ze paragrafen zou bevatten als dit artikel, waarin richtlijnen gevraagd worden voor aanvullende beschrijving als 'betreft', 'bevat', 'hierin', waarbij nog weer onderscheid wordt gemaakt tussen 'bevat ook', 'bevat slechts' en 'bevat o.a.'. E. Woitinas, Das Archivwesen der Sozialistischen Einheitspartei Deutschlands. Het archief van de S.E.D. wordt zeer belangrijk en is dat reeds. Niet alleen voor de geschiedenis sinds 1945, maar ook daarvóór, want het bevat ook vroegere bronnen voor de arbeiderbeweging. Verder stukken uit nalatenschappen van voormann, foto's, films, geluidsbanden enz. Afl. 2. A. Ostrowski, Arbeitsgemeinschaften der Betriebsarchivare eine Form der sozialistischen Gemeinschaftsarbeit. Dit artikel gaat over de functie en werk zaamheden van de bedrijfsarchivarissen. De 'Arbeitsgemeinschaften' zijn van be lang voor de coördinatie. De bedrijfsarchieven vertonen onderling grote verschil len. Men denkt er over de beste bedrijfsarchieven te maken tot 'Leitarchive'; de staatsarchieven kunnen evenwel de algemene leiding houden. J. Charous ver- [202] telt in Das Massenproblem der modernen Akten und seine Lösung het een en ander over het archiefwezen in Tsjecho-Slowakije. Voornamelijk spreekt hij over het vernietigingsprobleem, dat op grote schaal wordt aangepakt. F. Beek, Bestandsbildung und Bestandsabgrenzung im Brandenburgischen Landeshaupt- archiv Potsdam. Dit archief is het jongste der staatsarchieven in de D.D.R. Het bestaat nu tien jaar. Het voordeel bij de ordening was. dat er geen Pertinenzpro- blemen waren. Moeilijk was wel de afgrenzing met het centraal archief doordat er instanties waren met zowel centrale als regionale bevoegdheden. Nog meer moeilijkheden leveren organen die aanvankelijk centraal waren, maar met de groei van Brandenburg tot Pruisen regionaal geworden zijn. De oorkonden waren aan vankelijk in het centraal archief gebleven, maar zijn nu ook zo veel mogelijk naar Provenienz verdeeld. F. Wiegand wijst er in zijn Erfahrungen bei der Be- nutzerbetreuung im Stadtarchiv Erfurt op, hoe slecht de bezoekers vaak de archie ven gebruiken. Hij geeft aanwijzingen op welke punten de ambtenaren de aan dacht moeten vestigen. A. Schlegel geeft in Sicherungsverfilmung in den Staats- archiven 1963 verslag over de voortgang van het vormen van schaduwarchieven in de staatsarchieven over 1963. Ruim 7.277.000 kleinbeeld opnamen zijn gemaakt (1500 str. meter). In alle staatsarchieven staan I tot 4 opnameapparaten. Van de films wordt bovendien een negatieve en een positieve kopie gemaakt, de eerste voor het maken van vergrotingen, de tweede voor gebruik in leeslampen. Een beschamend voorbeeld dus voor ons land. Ueber die Entwicklung des Kreis- archivs Aue vertelt H. Ramm. Op te merken valt, dat in de Kreisarchiven ook de archieven bewaard worden van de gemeenten die geen eigen archivaris hebben. Bij de recensies moet de aandacht gevestigd worden op de bespreking van het boek van G. Enders, Archivverwaltungslehre. Dit boek verdient ook een behandeling in ons Archievenblad.1 Afl. 3. H. Brumme und G. Börnert, Die Archivarbeit in den Vereinigungen Volkseigener Betriebe. Deze verenigingen leiden een of meer takken van produktie. Uit hun werkzaamheden ontstaat archief van hoge waarde. Nodig zijn Aktenplane en Verwaltungsarchive. Ruimte in deze Verwaltungsarchive moet er zijn voor tien jaar. E. Teubner, Zu den Aufgaben der Verwaltungsarchive zentraler Staats- und Wirtschaftsorgane. Zij vertelt over de taak van deze archieven: medewerking aan opstelling van Aktenplane in samenwerking met de administratie, ordenen en vernietigen. De overbrenging van de stukken van de Verwaltungsarchive naar de centrale archieven geschiedt in de regel twee maal per jaar. De vernietiging be draagt 30 a 40 U. Hess, Die archivischen Quellen zur Geschichte der Ar- beiterbewegung in Thiiringen in der Zeit von 1871 bis 1917. In een politiestaat als Duitsland is uiteraard veel meer over de arbeidersbeweging te vinden in de archieven dan bij ons. Maar ook in Duitsland zelf zijn verschillen. Hoe liberaler een Thürings staatje was, hoe minder er over de politieke kant van de arbeiders beweging in de overheidsarchieven te vinden is. J. Hartmann und R. Engel- hardt, Zur Frage der Anwendung des Provenienzpinzips auf Urkundenbestande. 1 Dat is inmiddels gebeurd, zie blz. 119-123 van deze jaargang. [203

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1966 | | pagina 16